25 - De tijd van de Messias en het tijd van het ei

DE TIJD VAN OE MESSIAS EN DE TIJD VAN HET EINDE

In de vorige les hebben we aangetoond dat de eerste periode van de grote profetie van 2300 jaren bestond uit zeventig weken of 490 jaar, die bestemd waren voor het Joodse volk. Daniel 9 : 24-25. Deze zeventig weken werden gedeeld in drie perioden nl. zeven weken` en twee en zestig weken en één week. De zeven weken en twee en zestig weken zouden reiken tot op de verschijning van de Messias. 69 profetische weken zijn 483 letterlijke jaren. Wanneer nu de begindatum het jaar 457 v. Chr. is en we voegen daarbij 483 jaar dan komen we tot het jaar 27 n. Chr. Volgens deze profetie zou dus in 27 n. Chr. de Messias optreden. Matth 3 : 16-17. Het woord Messias betekent „gezalfde". De zalving van Christus vond plaats bij Diens doop in de Jordaan. Dat was het eerste optreden van het Lam Gods dat de zonden der wereld wegneemt.Lukas 3 : 1-2 geeft ons een aanwijzing omtrent het jaartal dat Johannes doopte. Hier wordt genoemd het 15e jaar van Keizer Tiberius. Deze kwam aan de regering in het jaar 12 n. Chr. het 15e jaar van zijn regering was dus 't jaar 27 n. Chr. Lukas 3 : 21-23. De Here Jezus was toen dertig jaar oud. Het is een bewezen feit, dat de opstellers van onze Christelijke





jaartelling drie jaar te laat begonnen zijn. Christus was dus in het jaar 1 van onze jaartelling reeds drie jaar. Zomede was Christus in het jaar 27 n. Chr. dertig. jaar.De 69 weken of 483 jaren eindigden dus in het jaar 27 n. Chr.

2. DE LAATSTE WEEK.Er blijft dan nog één week over' om de zeventig vol ie maken. Daniël 9 : 27. „En Hij zal voor velen het verbond versterken één week en in de helft der week zal Hij het slachtoffer en spijsoffer doen ophouden."Toen Jezus Christus stierf -aan het- kruis op Golgotha was een einde gemaakt áan,,alle oud-testamentische slacht- en spijsoffers die slechts een schaduw waren van de werkelijkheid.. Nu het wezen gekomen was, verviel de schaduw. Het ophouden van de oud-testamentische offeranden werd door God zelf op een`duidelijke wijze bekenx1'gemaakt, want op het ogenblik dat de Zoon van God Zijn leven gaf, als het grote Offerlam, scheurde in de tempel het prachtige voorhangsel van boven naar beneden in tweeën, zonder dat iemand dit aanraakte.
Markus IS: 38. „En het voorhangsel des tempels scheurde in tweeën van boven tot beneden."
Dit was het teken des hemels, dat alle ceremoniële offers volbracht waren door het ene offer van Christus.Dit geschiedde zoals de profetie voorzegd had in de helft van de laatste week. Een week in de profetie is zeven jaren In de vervulling. De helft daarvan is dus 31 jaar. Jezus leerde en predikte precies 31 jaar, waarna Hij gekruisigd werd, dat was dus In de helft van de zeventigste week. De kruisiging vond plaats in het jaar 31 n. Chr.
Er resten nu nog 31 jaar om de zeventig weken vol te maken. Voegen we bij 31 n. Chr. deze 31 jaar dan komen we tot het jaar 34 n. Chr.

3. WAT GEBEURDE IN 34 n. CHR. ?In dat jaar hield de Joodse natie op het uitverkoren volk van Gdd te zijn, doordat ze volhardend de roepstemmen des Evangelies verwierpen.
Handeling 7. Dit hoofdstuk bericht de dood van Stefanus, de eerste christelijke martelaar, die door de Joden omgebracht werd. Dit was omstreeks 34 n:- Chr.
Handelingen 9. Kort daarop werd de grote vervolger der christenen bekeerd. Saulus werd Paulus, en deze werd de grote heidenapostel.

Handelingen 8 : 4. Doordat de Joden de christenen hevig vervolgden 'werden deze in alle landen der aarde verstrooid en brachten overal de Evangelieboodschap aan de heidenen. Vanaf 34 n. Chr. werd het Evangelie naar de heidenen gebracht. Handelingen 10 bericht hoe de eerste heidenen de Heilige Geest ontvingen en gedoopt werden. Handelingen 13 :46 : De apostelen namen door Gods Geest begeleid het besluit; „het was nodig dat eerst tot u het woord Gods gesproken zou worden, doch aangezien gij het verstoot en uzelf het eeuwige leven niet waardig oordeelt, zie, wij keren ons tot de heidenen. Want alzo heeft ons de Here geboden, zeggende: Ik heb u gesteld tot een licht der heidenen, opdat gij zoudt zijn tot zalighei& tot aan het uiterste der aarde." De zeventig weken eindigden dus in het jaar 34 n. Chr.

4. De OVERIGE JAREN VAN HET GROTE TIJDVAK VAN DE 2300 JAARDAGEN.

Het gehele profetische tijdvak was 2300 jaren, waarvan 490 jaren afgesneden waren. Dan is de rest een tijdvak van 1810 jaren. Telt men bij het jaar 34 n. Chr., het einde van de 490 jarén, 1810 jaren, dan komt men tot het jaar 1844 n. Chr. Zo reiken dus de 2300 jaren vanaf 457 v. Chr. tot het jaar 1844 na Christus.
De engel had verklaard dat het gezicht reiken zou tot op de tijd van het einde. Zo Is dan deze lange profetische tijdsperiode een bewijs dat in het jaar 1844 de tijd van het einde is aangebroken.5. EEN MERKWAARDIG VERSCHIJNSEL.Sinds het jaar` 1844 en enige jaren daarvoor, begonnen mannen in de gehele wereld, zonder dat ze van elkander Iets afwisten, op grond van de profetie van Daniël, te prediken dat de tijd van het einde aangebroken was.Tot op het begin van de negentiende eeuw zochten de bijbeluitleggers tevergeefs naar een duidelijk verband tussen Daniël 8 en 9. Maar kort voor het einde van de 2300 jaardagen werd plotseling door vele mannen het zegel verbroken. Onafhankelijk van elkaar kwamen, allen tot dezelfde vaststelling. Als bewijs enige feiten en datums. Reeds in 1810 predikte een zekere Davids in Zuid=Carolina de boodschap van Daniëls profetie. In 1818 werd deze boodschap in Zuid-Engeland gepredikt. In 1828 gaf A. Manson in Schotland een verklaring uit over de 2300 jaardagen van Daniël.
In 1830 en volgende jaren predikte Jozef Wolf In meer dan

twintig landen tot ver in het Oosten deze boodschap van de tijd van het einde.In 1835 gaf L. Kelber, een zeer bekende Lutherse predikant te Stuttgart, een boekje uit getiteld: „Das Ende kommt". Op grond van Daniël 8 en 9.
In de jaren 1824 tot 1827 waren in ons land de beide' predikanten Capadose en Hentzepeter in Amsterdam en Den Haag, de mannen die de boodschap van de tijd van het einde, die aangebroken was, verkondigden. In de Koninklijke bibliotheek te Den Haag zijn hun geschriften nog aanwezig.In de Duitse landen predikte met kracht prelaat Bengel de-. zelfde boodschap.
In de Scandinavische landen was het de grote prediker en bijbeluitlegger Petri die deze boodschap verkondigde.
In de Zweedse stad trebro is nog het gedenkteken van de z.g.n. kinderpredikingen, toen kinderen van zes tot twaalf jaar door de Geest van God geleid werden en voor grote scharen toehoorders de boodschap van de eindtijd verkondigden. De bekendste prediker van de tijd van het einde op grond van Daniël 8 en 9 was de Amerikaanse baptistenprediker William Miller, die van 1831-1844 op vele plaatsen predikte. Op deze wijze werd de gehele wereld opmerkzaam gemaakt op het aangebroken tijdstip van de tijd van het einde. Daniël 8 en 9 werd overal verkondigd met toevoeging van de boodschap uit Openbaring 14: 6-7.

6. WAT ZOU NA AFLOOP VAN DE 2300 JAARDAGEN GESCHIEDEN ?
Daniël 8 : 14. „Tot tweeduizend driehonderd avonden en morgens, dan zal het heiligdom gerechtvaardigd worden " Andere vertalingen geven voor het woord „gerechtvaardigd" het woord „gereinigd".
Na 1844 moet er dus een werk gedaan worden met betrekking tot het heiligdom.Het aardse heiligdom, dat op Gods bevel werd opgericht, werd reeds in het jaar 70 n. Chr. door de Romeinen verwoest. Sindsdien was er geen heiligdom meer op aarde, en zal er ook niet meer zijn. Zie Mattheus 23: 38.In de volgende les zullen we aantonen welk heiligdom hier bedoeld is.