06. Eenheid

Johannes 17:11 En Ik ben niet meer in de wereld, maar zij zijn in de wereld en Ik kom tot U. Heilige Vader, bewaar hen in uw naam, welke Gij Mij gegeven hebt, dat zij één zijn zoals Wij.

De bezorgdheid om de overleving van de kerk door de eeuwen heen is een verklaring voor de bezorgde toon van het gebed van Jezus. Hij wist dat als de kerk zou falen om één gezicht te tonen aan de wereld, zij zou falen om haar opdracht te vervullen, omdat dat de wereld een reden zou geven om niet in het evangelie te geloven (vs. 21,23). Volgens het gebed is het meest overtuigende bewijs voor de waarheid van het evangelie de waarneembare eenheid van Zijn volgelingen – Gilbert Bilezikian.

Geen van de leden van de Godheid werkt onafhankelijk van de andere twee. Zij handelen in perfecte harmonie met elkaar. De Godheid is een perfecte gemeente. Waar het bij God om gaat, is gemeenschap.

Genesis 1:26-27 En God zeide: Laat Ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis, opdat zij heersen over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over het vee en over de gehele aarde en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt. En God schiep de mens naar zijn beeld; naar Gods beeld schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij hen.

Toen God zei: “Laat Ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis,” schiep God een mens die erg veel op Hem leek. De mensheid is geschapen in de gelijkenis van de Drie-enige God.

Daarom wordt de mensheid opgeroepen te leven in eenheid, zoals de Drie-enige God in perfecte eenheid is. Dit beeld is niet een van eenzaamheid. Mensen zijn niet geschapen om alleen te zijn, we zijn geschapen om in gemeenschap met elkaar te leven en met God.

‘Satan weet zeer wel dat succes alleen komt door harmonie en orde in handelen. Hij weet heel goed dat alles dat in verbondenheid met de hemel gebeurt, op een ordelijke wijze verloopt. Dat onderwerping en perfecte discipline het handelen van de engelen kenmerkt. Hij heeft erop gestudeerd om hen die zich voorgeven christenen te zijn, zo ver mogelijk van de hemelse orde der dingen af te houden. Daarom misleidt hij hen die zeggen christenen te zijn door hen te laten geloven dat orde en discipline vijanden zijn van geestelijkheid; dat de enige veilige weg voor hen is dat zij hun eigen weg uitstippelen en zich verre houden van georganiseerde christenen, die zich beijveren om in discipline en harmonie te handelen. Alle inspanningen voor orde worden afgeschilderd als gevaarlijk, een beperking van het grondrecht van vrijheid, die moeten worden gemeden als de pest. Deze toegewijde zielen beschouwen het als een deugd te roemen in hun vrijheid van denken en onafhankelijkheid van handelen. Zij willen niets aannemen van wat anderen zeggen. Zijn vinden dat zij niemand verantwoording schuldig zijn. Mij werd getoond dat dit het speciale werk is dat Satan doet om mensen te laten voelen dat het Gods bedoeling is dat zij hun eigen doelen kunnen nastreven en hun eigen weg gaan, onafhankelijk van hun broeders.’ {TM 29.1}

‘God verlangt geen grote instituten en gebouwen, geen uiterlijk vertoon, maar een harmonieus handelen van een bijzonder volk, een volk door God gekozen en waardevol, verenigd met elkaar, hun levens geborgen in Christus in God. Elk mens moet op zijn plaats staan, een goede invloed uitoefenen in gedachten, woorden en daden. Wanneer al Gods werkers dit doen, en niet eerder, dan zal Zijn werk een compleet en symmetrisch geheel zijn.’ {8T 183.2}

‘De methoden en plannen waardoor het werk gedaan moet worden, moeten volgens de richtlijnen van God zijn en niet volgens uw eigen ideeën. De resultaten zullen dan meer dan genoeg compenseren voor het gebrek aan uiterlijk vertoon. Zendingsactiviteiten zullen algemeen worden en het voorbeeld van één ijverige werker, die op de juiste manier te werk gaat, zal anderen stimuleren en ook zij zullen erop uitgaan om het evangelie te verkondigen.
De geest van zending zal van huis tot huis gaan en de broeders zullen iets beters hebben om over te praten dan over hun grieven. Zij zullen geïnteresseerd zijn om de juwelen van de waarheid in de bijbel te tonen en gemeenten zullen worden gesticht, ontmoetingshuizen zullen worden opgericht en velen zullen komen om de Heer te helpen met Zijn werk. De broeders zullen verbonden zijn met koorden van liefde en gelovigen in alle delen van de wereld zullen eenheid ervaren als zij merken dat zij één plan en één doel hebben. Een stap voorruit die gedaan wordt door degenen die het werk leiden, zal door hen die in andere landen zijn worden gevoeld en tot in verre landen zullen gelovigen antwoord geven op de inspanningen die gepleegd worden om de Grote Leider te volgen. Zo zal door de bekering van zielen tot de waarheid een luide roep van lofprijzing uitgaan naar Hem die zit op de troon.’ {FE 208.1}

‘Het moet begrepen worden dat perfecte eenheid onder de werkers nodig is om op succesvolle wijze het werk van God te volbrengen . Om de vrede te bewaren moeten allen de wijsheid van de Grote Leraar zoeken. Laat allen oppassen dat zij geen ambitieuze voorstellen doen die scheiding brengen.’ {9T 196.3}

‘We zijn onderdanig aan elkaar. Niemand is in zichzelf een compleet geheel. Door de onderwerping van de gedachten en de wil aan de Heilige Geest zullen wij altijd leerlingen zijn van de Grote Leraar.’ {9T 196.4}

We moeten aan de wereld demonstreren dat mannen van elke nationaliteit één zijn in Jezus Christus. Laat ons daarom elke barrière verwijderen en in eenheid de Meester dienen.

‘Eenheid onder de volgelingen van Christus is een bewijs dat de Vader Zijn zoon voor zondaars heeft gegeven. Het is een getuigenis van kracht. Want niets anders dan de wonderbare kracht van God kan mensen met hun verschillende temperamenten in harmonie tezamen brengen voor het gezamenlijk doel om de waarheid in liefde te spreken.’ {9T 194.2}

‘Onze Verlosser vervolgt zijn instructie met de belofte dat waar twee of drie in eenheid iets zullen vragen aan God, zij het zullen ontvangen. Hier wijst Christus dat er eenheid moet zijn met elkaar, zelfs in onze verlangens voor dat wat we willen. Er wordt grote waarde gehecht aan gemeenschappelijk gebed, en eenheid in doel. God hoort gebeden van individuen, maar hier leert Jezus een speciale en belangrijke les aan Zijn nieuwe gemeente op aarde. Er moet een overeenstemming zijn over de dingen die wij verlangen en waarvoor we als gemeente bidden. Het zijn niet alleen de gedachten en de overwegingen van één persoon, vatbaar als die is voor misleiding,maar het verzoek moet een oprecht verlangen zijn van vele personen, ie zich verenigd hebben rondom één doel.’ {3T 429.1}

‘e Heer verlangt ernaar dat zijn dienstknechten leren hoe zij samen en in eenheid en harmonie voor Hem werken. Soms mag het lijken alsof het contrast tussen de verschillenden gaven te groot is om samen te werken, maar zij moeten bedenken dat de mensen die bereikt moeten worden ook zeer verschillend zijn in aard. Sommige mensen zullen de waarheid afwijzen als het op de ene manier gebracht wordt, maar aannemen als het op een andere manier door een andere persoon gebracht wordt. Als Gods werkers dit begrijpen dan zullen ze samenwerken. Hun talenten zijn verschillend, maar staan onder de controle van dezelfde Geest. In elk woord en elke daad zal vriendelijkheid en liefde geopenbaard worden. En als elke werker zijn plicht getrouw vervult, zal het gebed van Christus voor eenheid onder zijn volgelingen beantwoord worden en de wereld zal weten dat zij Zijn discipelen zijn.’ {9T 145.1}

1 Korinthiërs 3:9 Want Gods medearbeiders zijn wij; Gods akker, Gods bouwwerk zijt gij.

Psalm 133:1-2 Ziet, hoe goed en hoe liefelijk is het, als broeders ook tezamen wonen. Het is als de kostelijke olie op het hoofd, nedervloeiende op de baard, de baard van Aäron, die nedergolft op de zoom van zijn klederen.

Handelingen 2:1-4 En toen de Pinksterdag aanbrak, waren allen tezamen bijeen. En eensklaps kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en vulde het gehele huis, waar zij gezeten waren; en er vertoonden zich aan hen tongen als van vuur, die zich verdeelden, en het zette zich op ieder van hen; en zij werden allen vervuld met de heilige Geest en begonnen met andere tongen te spreken, zoals de Geest het hun gaf uit te spreken.