50 Genesis

HOOFDSTUK 50.

PP 234 - 38.

VERS 3 - 4.
Snelle afloop als der wateren. Er zijn er die in verbinding komen met gelijk wie, die geen gevestigde princiepen hebben; Het is moeilijk voor hen om bekoringen te weerstaan. Laat het komen van gelijk welke windstreek of in welke vorm het ook moge wezen, en alle voorzorg moet genomen worden om hen te omringen met invloeden, die hun morele kracht zal versterken. Laat ze verwijderd worden van deze helpende invloeden en gezelschappen, getrokken naar een soort, die onreligieus zijn en zij zullen vlug laten blijken dat zij geen werkelijk houvast hebben boven. Zij betrouwen op hun eigen kracht. Zij zijn geloofd en geprezen geworden als hun voeten op drijvend zand stonden. Zij zijn gelijk Ruben, onbestendig als water, hebbende geen inwendige rechtschapenheid, en gelijk Ruben zullen zij nooit voortreffelijk zijn. Wat gij nodig hebt is uw afhankelijkheid te erkennen van God, en van een vastberaden hart. Wees een man, daar, waar gij zijt; vertoon sterkte van karakter daar waar gij zijt. Wees in staat door Jezus Christus van te zeggen: "Neen ik zal dit groot kwaad niet doen en zondigen tegen God". Dit soort van een gemakkelijke natuur, die zichzelf nimmer kan stalen om een beslissende weigering te geven aan ieder voorstel, dat zijn morele en religieuse invloed kan beschadigen in het zicht van God en van de mens is altijd onder het toezicht van Satan veel meer dan onder het toezicht van de Heilige Geest. Zij worden veel gemakkelijker tot kwaad verleid, omdat zij een te groot aanpassingsvermogen hebben, en het belet hen van ronduit "neen" te antwoorden "ik wil dit kwaad niet doen en zondigen tegen God" ... Zij maken van God hun vertrouwen niet. Zij hechten geen grote waarde genoeg aan princiepen van plicht. Brief 48, 1887.
Als Jacob op het punt was te sterven, vergaderden zijn kinderen rondom hem om zijn zegen te ontvangen en om te luisteren naar zijn laatste woorden van advies voor hen. Hij vergaf zijn kinderen voor al hungedrag van onkinderlijkheid en voor hun kwade handeling met Jozef, die hem vele jaren van droefheid bezorgd had, als hij dacht op zijn veronderstelde verschrikkelijke dood. Als hij tot zijn kinderen sprak voor de laatste maal rustte de Geest Gods op hem en hij sprak profetien uit in verband met hen, die tot ver in de toekomst zagen. Hij toonde, dat God door geen middels de wreedheid zou goedkeuren noch de boosheid. Hij begon met de oudste. Ofschoon Ruben geen hand had in de verkoop van Jozef, toch voorafgaandelijk van deze transaktie had hij toch zwaar gezondigd. Zijn handelwijze was slecht, want hij had de wet van God overtreden. Jacob sprak zijn profetie uit in zijn opzicht. "Ruben gij zijt mijn eerstgeborene, mijne kracht en het begin mijner macht, de voortreffelijkste in hoogheid en de voortreffelijkste in sterkte. Snelle afloop als der wateren, gij zult de voortreffelijkste niet zijn. Hij profetiseerde dan in verband met Simeon en Levi, die de Sichemieten bedrogen en die hen dan in een wrede weerwraak verdelgden. Zij waren ook, het meest schuldig in de zaak van Jozef. 11... " Gen. 49 : 5
- 7. Jacob uitte aldus de woorden van inspiratie aan zijn bedroefde zonen, hen voorstellend het licht waarin God hun daden zag van geweld, en dat hij hen zou bezoeken wegens hun zonde. Zijn profetische woorden in verband met zijn andere zonen waren niet zo somber.
In verband met Juda was Jacobs profetisch woord vreugdevoller. Hij zag honderd jaren in de toekomst tot de geboorte van Christus en hij zegde: "De scepter zal van Juda niet wijken, noch de wetgever van tusschen zijne voeten, totdat Silo komt, en Denzelve zullen de volkeren gehoorzaam zijn". Jacob voorspelde een opgewekte toekomst voor de meeste van zijn zonen. Speciaal voor Jozef sprak hij welsprekend over zijn gelukkig karakter. : " .... "
Jakob was een liefhebbende vader. De woorden die hij sprak tot zijn kinderen waren de zijnen niet of gesproken omdat hij een onvergevende geest behouden had wegens hun kwaad. Hij had hen vergeven. Hij had ze tot de laatste toe bemind. Hij weende diep bij het verlies van Jozef, en als Simeon was weerhouden in Egypte, was hij droef, en uitte een angstige wens, dat zijn kinderen veilig van Egypte zouden wederkeren met hun broeder Simeon. Hij had geen haatdragende gevoelens tegenover zijn bekerende kinderen. Maar God door de geest van profetie verhief de geest van Jakob boven zijn natuurlijke gevoelens. In zijn laatste uren waren engels rondom hem, en de macht van de genade van God scheen op hem. Zijn vaderlijke gevoelens zouden hem geleid hebben van alleen uitdrukkingen van liefde en tederheid te uiten in zijn stervende woorden. Maar onder de invloed van de inspiratie sprak hij de waarheid, al was het pijnlijk". 3 Spri. Gifts 170 - 73.
Van de zonen van Jakob was Levi een van de wreedste en wraakzuchtigste van de beiden de meest schuldige in de bedriegelijke moord op de Sichemieten. Levis karakter weerspiegeld in zijn nakomelingen trok de uitspraak van God over hen: "Ik zal hen verdelen onder Jakob, en zal hen verstrooien onder Israël". Maar bewerkte hervorming; en in getrouwheid van God temidden van de afvalligheid van de andere
stammen, werd de vloek omgevormd in een teken van de hoogste eer. "Terzelfdetijde scheidde de Heere den stam Levi af, om de ark des verbonds des Heeren te dragen, om voor het aangezicht des Heeren te staan om Hem te dienen, en om in zijnen naam te zegenen, tot op dezen dag". Deut. 10 : 8. "Mijn verbond met hem was het leven en de vrede, en Ik gaf hem die tot eene vreeze; en hij vreesde Mij en hij werd om mijns Naams wil verschrikt... Hij wandelde met Mij in vrede en inrechtmatigheid, en hij berkeerde er velen van ongerechtigheid". Mal. 2 : 5 - 6.
De aangeduide levieten kregen geen landerijen als erfenis; zij woonden samen in steden afzonderlijk geplaatst voor de dienst, en zij werden ondersteund door de tienden en de giften van offeranden, die aan Gods dienst gegeven werden. Zij onderwezen het volk, zij waren gasten bij alle feestelijkheden, en waar ook geëerd als dienaren en vertegenwoordigers van God. Aan gans de natie werd het gebod gegeven: "Wacht u dat gij den Leviet niet verlaat, al uwe dagen in uw land". Deu. 12 : 19. Daarom heeft Levi geen deel noch erve met
zijne broederen: de Heere is zijn erfdeel, gelijk als de Heere, uw God, tot hem gesproken heeft". Deut. 10 : 9. Education 148 - 49.



De eeuwige God heeft de onderscheidingslijn getrokken tussen de heilige en de zondaar, tussen de bekeerde
en de onbekeerde. De twee klassen lopen niet onopgemerkt in elkander, gelijk de kleuren van de regenboog, maar zijn zo duidelijk als middag en middernacht. Gods volk kan niet veilig binnengaan in intieme relatie met dezen, DIE DE WAARHEID KENNEN, maar die ze niet in praktijk stellen.

De patriarch Jakob riep uit, als hij sprak over sommige daden van zijn zonen, die hij met afschuw aanschouwde: "Mijne ziel kome niet in hunnenn verborgen raad, mijne eerewoorde niet vereenigd met hunnen vergadering". Gen. 49 : 6. Hij voelde dat zijn eigen eer gecompromiteerd zou zijn als hij in relatie was met zondaars in hun handelingen. Hij hief het signaal van gevaar ons waarschuwende verkeerd gezelschap te vluchten, opdat wij niet besmet worden met kwaad. En de Heilige Geest, door de apostel Paulus, uit een gelijkaardige verwittiging: "Hebt geene gemeenschap met de onvruchtbare werken der duisternis maar bestraft ze ook veeleer". Ef. 5 : 11. Messages to Young people. 390.
PP 205.
VERS 8 - 10.



De hoop van Israël was belichaamd in de belofte gedaan ten tijde van de roep van Abraham, en nadien herhaald altijd opnieuw aan zijn nageslacht, "in u zullen alle geslachten des aardrijks gezegend worden". Gen. 12 : 3. Als het doel van God voor de verlossing ontvouwd werd aan Abraham, scheen de zon van gerechtigheid in zijn hart, en zijn duisternis was weggevaagd. En als tenlaatste de Heiland zelf wandelde en sprak temidden van de zonen van de mensen, getuigde hij voor de Jodennopens de hoop van de patriarch in deverlossing door de komst van de Verlosser.

"Abraham uw vader heeft met verheuging verlangd, opdat hij mijnen dag zien zou, en hij heeft hem gezien en is verblijd geweest". Joh. 8 : 56.

Dezelfde gezegende hoop was voorafgebeeld in de zegen uitgesproken door de stervende patriarch Jakob over zijn zoon Juda: "... " Gen. 49 : 8 - 10.
VERS 10.



De Messias moest van koninklijke lijn zijn, want in de profetie, uitgesproken door Jakob zegde de Heer: "De scepter zal van Juda niet wijken, noch de wetgever van tusschen zijne voeten, totdat Silo komt, en Denzelve zullen de volkeren gehoorzaam zijn.
Acts of the Ap. 223.

De shekina was weg van het heiligom, maar in het Kind van Bethlehem was verscholen de glorie waarvoor engels bogen. Dit nog onbewuste kind was het beloofde zaad, waarnaar het eerste altaar aan de poorten van Eden heenwees. Dit was Siloë; de vredegever
Desire of Ages 52.

Met ontzag inboezemende maar toch met vreugdevolle geest onderzocht hij ( Joh. de Doper) in de profetische rollen de openbaring van de komst van de Messias, - het beloofde zaad dat de kop van de slang zou verpletten; Siloë, de vrede brenger, die moest verschijnen voor een koning zou ophouden te regeren en op de troon van David. Nu was de tijd gekomen. Een Romeinse heerser zat in het paleis op de Berg Sion. Door het zekere woord van de Heer was zeker de Christus reeds geboren". Desire of Ages 103. Idem 193.

"Het volk verzantelde zich rond Christus, de sympatiserende harten van de menigte aanvaardde de lessen van liefde en welwillendheid boven de strenge ceremonie geëist door de priesters". Idem 205.

Op iedere bladzijde, zowel op historisch vlak, of in voorschriften of in profetie, is het oud testament verlicht met de glorie van de Zoon van God. Voor zover het Judaistisch systeem van goddelijke oorsprong was, was het een samengebundelde profetie van het evangelie. "Dezen geven getuigenis al de profeten, dat een iegelijk, die in Hem gelooft, vergeving der zonden ontvangen zal door zijnen naam". Hand. 10 : 43. Vanaf de belofte gegeven aan Adam, doorheen de patriarchische lijn en de wettelijke bedeling, maakte het glorieuse hemelse licht de voetstappen van de Heer duidelijk. Koningen zagen de ster van Bethlehem, de Siloë, die komen moest.
Idem 211 - 12.

Op de vraag wie is Hij ? wordt geantwoord: Jacob zal U zeggen : "Hij is Siloë, van de stam van Juda. Als
Wolff de grote waarheid van Christus' eerste komst aanvaardde als "een Man van smarten, en verzocht in krankheid", zag hij dat de profeties met dezelfde klaarheid Zijn tweede komst met macht en glorie naar voor brachten. En terwijl hij zocht om zijn volk tot Jezus van Nazareth te leiden als de beloofde, en hen te wijzen op Zijn eerste komst in nederigheid als een offer voor de zonden van de mensen, onderwees hij hen nopens Zijn tweede komst als koning en bevrijder. "Jezus van Nazareth, de ware Messias, zegde hij, wiens.handen en voeten doorboord werden, die als een Lam ter slachting geleid werd, die de Man van smarten was en die verzocht was in krankheid, die, nadat de scepter weggenomen was van Juda, en de wettelijke macht van tussen zijne voeten, kwam voor de eerste keer; Hij zal komen voor de tweede keer in de wolken des hemels en met het geschal van de trompet van de aartsengelen "en zal staan op de Olijfberg; en die heerschappij eens toegekend aan Adam over de schepping, en verbeurd door Hem ( Gen. 1 : 26) ( 3 : 17) zal gegeven worden aan Jezus. Hij zal koning zijn over de ganse aarde. Het zuchten en klagen van de schepping zal ophouden, en gezangen van dankzegging en van lofprijzingen zullen gehoord worden die in Christus gestorven zijn zullen eerst opstaan. 1 Thess. 4 : 16; 1 Cor. 15 : 23. Dat is het wat wij christenen de eerste opstanding noemen. Dan zal het dierenrijk zijn natuur veranderen Jes. 11 : 6 - 9 en aan Jezus onderworpen worden Ps. 8. Algemene vrede zal heersen. "De Heer zal opnieuw neerzien op de aarde en zeggen : Zie het is zeer goed". GC 359.