10-F De wil van God
Paulus aarzelde niet bij elke voorkomende gelegenheid de nadruk te leggen
op het belang van Bijbelse heiligmaking. Hij zegt: “Gij weet welk
gebod wij u gaven door de Here Jezus. Want dit is de wil van God, uw
heiligmaking.” (1 Tess.4:2,3). “Daarom, mijn geliefden, gelijk gij te allen
tijde gehoorzaam zijt geweest, blijft, niet alleen zoals in mijn tegenwoordigheid,
maar nu des te meer bij mijn afwezigheid, uw behoudenis bewerken
met vreze en beven, want God is het, die om Zijn welbehagen zowel
het willen als het werken in u werkt. Doet alles zonder morren of bedenkingen,
opdat gij onberispelijk en onbesmet moogt zijn, onbesproken kinderen
Gods temidden van een ontaard en verkeerd geslacht, waaronder gij
schijnt als lichtende sterren in de wereld.” (Fil.2:12-15).
Hij verzoekt Titus de gemeente te leren dat, hoewel ze moeten vertrouwen
op de verdiensten van Christus om gered te worden, de genade van God
die in hun harten woont, hen zal helpen getrouw de plichten van het dagelijks
leven te volbrengen. “Herinner hen eraan dat ze zich aan overheid
en gezag onderwerpen, gehoorzaam, tot alle goed werk bereid zijn, geen
lastertaal uiten, niet twisten, vriendelijk zijn, en alle zachtmoedigheid bewijzen
aan alle mensen... Dit is een getrouw woord, en ik wil dat gij op dit
punt een krachtig getuigenis geeft, opdat zij, die hun vertrouwen op God
gebouwd hebben, ervoor zorgen vooraan te staan in goede werken. Die
zijn schoon en voor de mensen nuttig.” (Titus 3:1-8).
Paulus tracht ons duidelijk te maken dat liefde zowel de grondslag is van
alle aanvaardbare dienst aan God, als de ware kroon van alle christelijke
gaven. Alleen in zielen waar liefde heerst kan de vrede Gods vertoeven.
“Doe dan aan, als door God uitverkoren heiligen, en geliefden, innerlijke
ontferming, goedheid, nederigheid, zachtmoedigheid en geduld. Verdraagt
elkander en vergeeft elkander, indien de een tegen de ander een
grief heeft; gelijk ook de Here u vergeven heeft, doet ook gij evenzo. En
doet bij dit alles de liefde aan, als de band der volmaaktheid. En de vrede
van Christus, tot welke gij immers in één lichaam geroepen zijt, regere in
uw harten; en weest dankbaar. Het woord van Christus wone rijkelijk in
u, zodat gij in alle wijsheid elkander leert en terechtwijst en met psalmen,
lofzangen en geestelijke liederen zingende, Gode dank brengt in uw harten.
En al wat gij doet met woord of werk, doet het alles in de naam des
Heren Jezus, God de Vader dankende door Hem.” (Kol.3:12-17).