De val van Babylon 

In dit hoofdstuk zal nader worden ingegaan over de machtsvertoning van de aardse machten, welke men kan onderverdelen in politieke - en in geestelijke machten. De Bijbel zegt van deze aardse machten dat zij zich in slagorde hebben opgesteld tegenover God. (Psalm 2:1-2; Matth.27:1-2; Hand.4:26-28; Openb.17:14; 19:19).

Door deze twee aardse machten is Christus gekruisigd geworden; door deze twee aardse machten is Gods volk door alle eeuwen heen vervolgd en verdrukt geworden, en door deze twee aardse machten zal Gods volk steeds vervolgd en verdrukt blijven worden tot het einde toe. Op welke wijze deze aardse machten zich in onze tijd in slagorde zullen gaan opstellen tegenover God, zal ook in dit hoofdstuk besproken worden.

Het enige wat ik u daarvan op dit moment' nog wil vertellen is, is dat dit dan ook tevens de laatste machtsvertoning van de aardse machten zal zijn; want God zal in hun dagen - wanneer zij hun krachten zullen verenigen om gezamenlijk strijd te voeren tegen God - een eind gaan maken aan alle aardse heerschappij, om vervolgens Zijn eeuwig Koninkrijk daarvoor in de plaats te stellen. (Dan.2:44; Openb.11:15).

Door alle eeuwen heen was er voor de Christenen slechts één hoop: de wederkomst van Christus! Miljoenen Christenen zijn reeds gestorven in deze hoop, zonder de belofte te hebben verkregen. Maar spoedig zal dat geloof in de wederkomst werkelijkheid worden. Hun geloof zal overgaan in een "aanschouwen", en hun hoop zal overgaan in "het tastbaar bezitten", want we leven in een tijd dat de wederkomst van Christus nu wel zeer dicht nabij is gekomen.

Op het tijdstip dat Christus zal verschijnen, zal deze aarde "gekenmerkt" zijn door twee groepen van mensen: een kleine groep die het zegel van God" heeft, en een grote groep die "het merkteken van het beest" draagt. Degenen die het zegel van God hebben, zullen het eeuwige leven ontvangen, en degenen die het merkteken van het beest dragen, zullen voor eeuwig vernietigd worden. Tot welke groep zult / wilt U behoren?
Maar vlak voordat Christus zal wederkomen, zendt God, in Zijn grote genade - als onderdeel van het eeuwige Evangelie - nog eerst een aan deze wereld (Openb.14:6-12 18:1-8 - de aankondiging van het oordeel). Deze boodschap is er op gericht om de bewoners der aarde bekend te maken met het merkteken van het beest, en hoe daaraan te ontkomen. Deze boodschap is dus niet bestemd voor een bepaalde groep mensen, maar voor alle bewoners der aard! (Openb.14:6 18:1).

Deze boodschap zal daarom dan ook door de dienstknechten van God gebracht worden aan de gehele wereld. Vrese1jke straffen zullen de bezitters van het merkteken van het beest moeten ondergaan. (Openb.6:14-17; 14:9-11,14-20 15:1; 16:1-21; 18:4-8; 19:11-16,17-21; 20:15; 21:8).

De Bijbel bevat de volledige waarheid, en daaraan mag dan ook niets afgedaan noch toegevoegd worden. Wie zich hier niet aan stoort, zal als een leugenaar worden bevonden, aldus het getuigenis van de Bijbel zelf. (Spr.30:5-6 Pred.3:14 Openb.22:18-19). Ondanks de duidelijke Bijbelse waarheden is deze wereld rijk aan dwaalleren, en dat komt omdat de mens van nature de leugen verkiest boven de waarheid. Dwaalleren zullen alleen ontmaskerd kunnen worden door de Bijbel te laten spreken. Indien alle mensen zich alleen aan de inhoud van de Bijbel zouden houden, dan zou daarmee de huidige verdeeldheid spoedig verdwenen zijn.

 

Het is dan ook door al die vele dwalingen, dat God, door Zijn genade, deze wereld nog een laatste waarschuwingsboodschap zal zenden, alvorens Hij Zijn gramschap zal gaan uitgieten over deze wereld. Deze boodschap houdt dus ondermeer een confrontatie in tussen Christus en de Antichrist, zodat de gehele wereld bekend zal worden met het Woord van God, en dat van de dwaalgeesten, zodat iedereen op grond daarvan zijn keus zal kunnen maken voor de eeuwigheid.

 

De kerk van Christus wordt in de Bijbel vaak voorgesteld als een vrouw, een reine maagd. D.w.z. dat deze vrouw rein staat ten opzichte van haar man, en haar trouw aan hem betoond, en dat is de kerk van Christus, die trouw is en blijft aan Gods Woord, en niet overspelig met andere goden (o.a. dwaalleringen van mensen) zal najagen. (2 Cor.11:2; Efez.5:22-24; Openb.12:1-6,13-18; 14:12; 19:6-8).

Daarnaast zijn er ook nog vele andere vrouwen, ook kerken in deze wereld. Maar deze kerken worden in de Bijbel niet vergeleken met een reine vrouw, maar..., met hoeren overspelige vrouwen; vrouwen (kerken) die het niet zo nauw nemen met het Woord van God, en liever overspelig andere goden (leringen van dwaalgeesten) nalopen. (Openb.17:1-6; 18:1-3).

 

Gods Woord heeft hiermee dus duidelijk voorzegt dat er vele kerken zouden opstaan, allemaal vrouwen, waarvan er maar één rein in Zijn ogen is bevonden; de overigen worden allemaal vergeleken met overspelige vrouwen, kerken, die, onder invloed van satanische geesten, eigen inzichten navolgen en verkondigen. En wel in een zo erge mate dat de hele wereld erdoor in een geestelijke roes terecht is gekomen. (Openb.17:1-2; 19:1-2).

 

Tot welke vrouw (kerk) behoort u? Tot de reine of tot en van de onreinen? Alleen de Bijbel kan u daarop een antwoord geven. Daarom, laten wij volledig gehoorzaam zijn aan God. Laten wij niet gelijkvormig worden aan de dwaze wereld, maar laten wij als verstandige mensen de weg ten leven kiezen. Dat is de weg van Gods Woord, dat is de weg van: "Er staat geschreven?!!

 

Ja, hoe kunnen de kerken ooit rein en heilig zijn als zij hun leden niet het onderscheid leren tussen rein en onrein, tussen heilig en onheilig, tussen Gods Woord en dat van dwaalgeesten? Dat is immers een onmogelijke zaak. Daarom zijn ook de kerken zelf onrein en onheilig. (Ez.22:26; 2 Cor.6:17-18).

 

Laten wij eens gaan lezen in Openbaring achttien wat God van de kerken zegt: "En hij riep met sterke stem, zeggende: Gevallen, gevallen is de grote (stad) Babylon en zij is geworden een woonplaats van duivelen, een schuilplaats van alle onreine geesten en een schuilplaats van alle onrein en verfoeid gevogelte."   (Openb.18:2).

 

Ja, de zich noemende kerken van God zijn niet de kerken van God, maar het zijn kerken van mensen, waar de duivelen wonen. Satan komt met een gedeelte van de waarheid, zo ook de kerken die hem vertegenwoordigen. Maar aan een gedeelte van de waarheid heeft men niets; men moet in het bezit zijn van de volle waarheid.

Ja, de kerken hebben "al de volkeren doen drinken van de wijn van de hartstocht harer hoererj." (Openb.18:3; 14:8). Zij hebben met hun eigen leerstellingen en inzettingen de volkeren doen hoereren ten aanzien van God, en daarmee hebben zij duidelijk aangetoond dat zij in wekelijkheid een minachting hebben voor het Woord van God. Jezus zegt dan ook terecht, dat zij Hem tevergeefs eren, omdat zij leringen leren die geboden van mensen zijn, en dat zij daardoor Gods Woord krachteloos hebben gemaakt. (Marc.7:7-9, 13).

Inplaats van Gods Woord te verkondigen, zijn zij gaan zitten op de troon van God; en in deze hoedanigheid hebben zij hun eigen leerstellingen en inzettingen aan de wereld opgedrongen. Maar aan deze zgn. toegeëigende koningschap zal zeer spoedig door Godswege een einde komen.

Waarom zijn de antichristelijke machten zo overmoedig geworden dat zij deze dingen hebben gedaan? Omdat God tot nu toe steeds gezwegen heeft, zodat zij ongestoord hun gang hebben kunnen gaan; daarom zijn zij zo overmoedig geworden. (Jes.57:11; 42:14). Jezus zei reeds, dat boze overleggingen, leugenachtige getuigenissen, godslasteringen en overmoed uit het hart komen, en dat zijn vooral de dingen waardoor de mens - en dus ook de kerk - onrein wordt. (Matth.15:18-19 Marc.7:20-23).

 

Indien de kerken waarlijk in dienst van God hadden gestaan, dan zouden zij ook alleen Zijn Woord aan de wereld hebben bekendgemaakt, maar dat hebben Zij nu eenmaal niet gedaan. Daarom kunnen zij ook nimmer de Kerk van God zijn.

Wat zij wel zijn, is de kerk van Babylon en Babylon is gevallen, diep gevallen. Babylon betekent: afval, verwarring, verstrooiing. Een passende naam voor de verdeelde kerken. En Babylon zal nog verder vallen, tot aan de bodem van de put, zodat verder vallen dan niet meer mogelijk zal zijn. Want Babylon zal nog één satanische streek gaan uithalen, en wel om de zondag wettelijk te bekrachtigen, zodat daardoor ieder mens verplicht zal zijn om de zondag te gaan heiligen, en daarmee zullen dan alle mensen gedwongen worden om de antichrist te aanbidden.

Zoals Satan in de vierde eeuw van onze jaartelling de Sabbat geleidelijk aan verdrongen heeft door de zondag, zo zal hij er nu op uit zijn om geleidelijk aan de eerste dag der week te gaan veranderen in de zevende dag der week. En om dit te kunnen verwezenlijken zal hij deze wereld er toe aansporen om de dagen van de kalender te gaan veranderen, en zo zal dan ook deze wereld, onder invloed van satanische geesten de dagen van de kalender gaan veranderen. En deze daad moge dan op het eerste gezicht onschuldig lijken, maar dat zal het zeer zeker niet zijn. Ik bedoel dit:  de afvallige kerken kunnen wel zeer goed weten dat zij niet in de waarheid staan. (Joh.3:19-21 Jes.5:20; Ez. 22:26).

En inplaats van volledige terugkering tot Gods Woord, zullen zij dan ook liever, vanwege hun trots, hun geliefde dwaling, de zondag, de eerste dag der week, gaan accepteren als de zevende dag der week. Temeer omdat deze verandering precies in hun straatje te pas komt, en zij zullen dan ook niet nalaten om zich achter deze leugen te verschuilen, om zodoende zich daarmee te kunnen rechtvaardigen want zullen Zij dan later niet gaan zeggen Wij houden ons toch aan Gods Woord? Wij vieren toch de zevende dag? Maar door deze daad zal de misleiding omtrent Gods Woord alleen maar groter worden.

De gehele wereld wordt bedrogen en laat zich bedriegen; ja, de wereld bedriegt zichzelf, omdat zij nu eenmaal bedrogen wil worden. Want ook al zou de gehele wereld - in strijd met Gods Woord - de zondag gaan vieren, dan zou daarmee de zondag toch nog niet tot een heilige dag zijn geworden, ook al zou men zichzelf dat dan wijs kunnen maken. En ook al zou men de kalender gaan veranderen, zodat de kalender de zondag als de zevende dag der week zou gaan aanwijzen, dan zou daarmee in feite nog niets veranderd zijn, want de zondag is en blijft gewoon de eerste dag der week. Ook al zou de gehele wereld liever de leugen willen geloven, dan zou daarmee de waarheid nog niet verdwenen zijn.

Mensen, wees op uw hoede, om uw wille van u leven, want dit geslacht zal ermee geconfronteerd worden. Het zal op het laatst zelfs zo erg worden dat degenen, die hier niet aan mee wensen te doen, en trouw aan Gods Woord willen blijven, geboycot, ja, zelfs vervolgd zullen worden. (Openb.13:16,17).

En wat deze Zaken betreffen, zullen Kerk en Staat elkander de hand reiken, (Openb.17:12-14, 17; 19:19-20; Psalm 2:1,2; Matth.27:1; Hand.4:26-29), als in de dagen van ouds. Maar dit zal dan tevens de tijd zijn dat God niet langer meer zal gaan zwijgen, maar tot daden zal overgaan. Want door deze daad, namelijk om de mens te dwingen tot een godsdienstige plicht, en dan ook nog een plicht waarmede aan de antichrist eer zal worden bewezen, zullen de tijden der heidenen tot volheid zijn gekomen, (Rom.11:25-27), en God zal hun zonden in gedachtenis brengen, (Jes.57:12), en Hij zal hen dubbel vergelden naar hun werken; (Openb.18:5-8; Obadja:15-l6); want deze daad zal namelijk de druppel zijn die de beker van Gods toom zal doen overlopen. Daarom zal God Zijn gramschap gaan uitgieten over Babylon, en wel in de vorm van de zeven laatste plagen, (Openb.16:1-21), en Babylon, de machtige Babylon, zal dan niet neer zijn. (Openb.19:1-3).

Maar God wil niet dat Zijn Eigen volk met Babylon ten onder zal gaan, want God heeft nog steeds een volk in datzelfde Babylon. Daarom roept Hij Zijn volk in Babylon toe: "Gaat uit van haar, Mijn volk, opdat gij geen gemeenschap hebt aan haar zonden en niet ontvangt van haar plagen. Want haar zonden hebben zich opgehoopt tot aan de hemel en God heeft aan haar ongerechtigheid gedacht." Openb.18:4-5. Nee, God wil niet dat Zijn Eigen volk, dat nog, meestal door onwetendheid, te midden van Babylon vertoeft, verloren zal gaan. Daarom moeten zij uit haar wegtrekken. (Jes.52:10,11; 2 Cor.6:17,18).   Doen zij dat niet, dan zullen zij in dit geval deel hebben aan haar zonden, en dan zullen ook zij ontvangen van haar vernietigende plagen. God zal dan niets meer voor hen kunnen doen; zij hebben dan de grens van hun keuze voor de eeuwigheid gemaakt.

Het zal dus tot een verplichte zondagsheiliging komen: eerst in Amerika, daarna in Europa; zo is de volgorde van de profetie. Ja, dé gehele wereld zal deel hebben aan de laatste fase van de grote strijd tussen goed en kwaad, tussen waarheid en leugen, tussen licht en duisternis, tussen liefde en haat, tussen leven en dood, oftewel tussen Christus en Satan. God heeft de mens een vrije wil gegeven, maar de gevallen kerken willen over het geweten van de mens heersen, gelijk de duivel.

 

Inplaats van dienaars te zijn, hebben zij zich ontpopt als heersers, om de mens te onderdrukken, zodat zij als het ware onmondig zijn. Het gaat hun alleen maar om een machtspositie. En een heersende kerk veroorzaakt altijd moeilijkheden. Dat is ons door de loop der eeuwen wel zeer duidelijk geworden. Dan zal men zelfs middelen in de strijd gaan werpen die verre van christelijk zijn. De geest van de antichrist is in werkelijkheid dwang en geweld. En wie deze dingen bedrijven, zullen niet zo kieskeurig zijn bij het zoeken naar middelen waarmede zij de strijd zullen gaan aanbinden.

Jezus zei met het oog hierop dan ook reeds, dat men zal menen Gode een heilige dienst te bewijzen door Zijn volgelingen ter dood te brengen. (Matth.24:9; Joh. 16:2). En de apostel Paulus heeft gezegd, dat alle mensen die in Christus Jezus godvruchtig willen leven, vervolgd zullen worden. (2 Tim.3:12).

Maar God heeft beloofd, dat Hij, vóórdat de gewetensvrijheid volledig aan banden zou worden gelegd - met alle verwikkelingen van dien - de gehele wereld zou gaan verlichten met Zijn Woord (Openb.14:6; 18:1) - zoals heden reeds het geval is - zodat een ieder duidelijk onderscheid zal kunnen maken tussen het Woord van God en dat van de dwaalgeesten, zodat iedereen op grond daarvan zijn keus zal kunnen maken voor de eeuwigheid: het eeuwige leven of de eeuwige dood!

Mocht de mens dus - ondanks een duidelijk: zo zegt de Here! (Jes.48:17; Jer.6:16 Jes.8:20; Jer.23:35-36) - toch blijven volharden in de zondagsviering, dan zullen zij daarmee "het merkteken van het beest" hebben ontvangen, met alle gevolgen vandien. Die zal dan ook moeten drinken van de wijn van Gods gramschap, die ongemengd is toebereid, d.w.z. zonder enige genade, in de beker van Zijn toorn. (Jer.30:23-24; Zef.1:2,3, 14-18; Openb.14:9-11; 19:19-21).

Allen, die het beest en zijn beeld aanbidden, zullen hiervan moeten drinken, en dat zijn allen die de zondag blijven heiligen en de Sabbat ontheiligen, ondanks Gods duidelijke waarschuwingen.

 

Het beest is het katholicisme, en het beeld daarvan het afvallige protestantisme. De protestantse kerken zijn in de voetsporen getreden van Rome; zij hebben een beeld naar het beest gemaakt. (Openb.13:1-10,11-18). D.w.z. dat zowel hun leerstellingen als hun doelstellingen overeenkomen met die van Rome, en waardoor zij Rome de eer geven, zoals God de eer toekomt door degenen die Zijn beeld dragen, oftewel Zijn karakter openbaren. Het katholicisme en het afvallige protestantisme vormen dus tezamen het grote Babylon; zij hebben afval van God gepredikt; zij zijn van God afvallig geworden. (Openb.17:1-6; 18:1-8).

Zoals de Sabbat - de zevende dag der week - een teken is tussen God en Zijn volk, zo is de zondag - de eerste dag der week, oftewel de valse sabbat - het merkteken van de antichrist en zijn volk.

Wie zou u willen aanbidden? Beste mensen, kiest voor God!! Vreest Hem en geeft Hem eer, want de ure van Zijn oordeel is gekomen, en aanbidt Hem, die de hemel en de aarde en de Zee en de waterbronnen gemaakt heeft, en al wat daarin is. (Openb.14:7; 10 :5-6). Geeft Hem de eer die Hem toekomt; heiligt de dag die Hij heeft ingesteld ter ere van Zijn scheppingswerk; (Gen.2:1-3; Ex. 20:8-11); ja, geeft Hem de eer als Schepper van hemel en aarde, en Hij zal u eren.

Babylon is gevallen. Daarom roept God u toe: "Gaat uit van haar, Mijn volk, opdat gij geen gemeenschap hebt aan haar zonden en niet ontvangt van haar plagen." Openb.18:4; 14:8. Geeft gehoor aan deze oproep, want dit zal Zijn laatste genade-boodschap zijn aan deze wereld. Als u deze kans voorbij laat gaan, bedenk dat u dan geen tweede kans meer zult krijgen; want als God Zijn gramschap zal gaan uitgieten over deze wereld, dan zal daarmee gelijktijdig de genadetijd voor deze wereld verstreken zijn.(Dan.12:5-7; Amos 8:11-12; Openb.17:17; 10:7; 1 Cor.15:51,52; 1 Thess.4: 15-17; Openb.14:14-20; 15:1; 19:1-9; Matth.13:36-43; 25:31-46).

Dan zullen de heiligen nog heiliger worden, en de goddelozen nog goddelozer. (Openb.22:10,11). Dit zal dan een tijd van benauwdheid zijn zoals er nog nooit eerder op deze wereld is geweest.

Maar het heeft God behaagd om juist in deze tijd Zijn volk te verlossen, en een einde te maken aan alle aardse heerschappij, om vervolgens Zijn eeuwig Koninkrijk op te richten. (Dan.12:1; Marc.13:24-27; Dan.2:44; Openb.6:14-17; 11:15-19; 19:11-16).

Wanneer u volledig gehoorzaam zult zijn aan het Woord van God, dan zult u daarmee God eren; maar wanneer u het beest en zijn beeld gehoorzaamt, dan eert u daarmee de katholieke kerk en de kerken van het afvallige protestantisme, want dan luistert u naar hetgeen zij verkondigen en niet naar hetgeen God verkondigt. (Rom.6:16; 2 Petr.2:1,2,19).

En in dat geval zal God u niet kunnen redden, ook al zult u dan schreeuwen om redding. God zal dan tegen u moeten zeggen: Zoekt redding bij de goden waarbij u bent gaan schuilen en waardoor u zich hebt laten leren. Laten ook zij nu opstaan om u te redden, zodat gij bescherming vindt. (Deut.32:35-43; Psalm 18:42; 119:118; 125:5; Jes.57:11-13).

Maar neen, zij hebben dan zelf geen kracht neer; hun kracht en macht is vergaan; zij kunnen zichzelf niet eens redden; hoe zouden zij dan in staat zijn u te redden?

Zoals God het eerste mensenpaar ter verantwoording heeft geroepen, zo zal Hij alle mensen ter verantwoording roepen. (Matth.12:36-37; 2 Cor.5:10; Rom.14:12).

Ja, de gehele wereld zal getoetst worden op grond van Zijn Woord, (Joh.12:47-48), en daarbij zal geen rekening worden gehouden met het woord van mensen, noch met het woord van voorgangers.

God heeft duidelijk Zijn Woord gegeven. Daarom zijn er reeds vele Christenen die volledig bekend zijn met het Woord van God, en Hem daarom dan ook alleen de eer geven. Deze Christenen gaan schuil onder de naam: Zevende-Dags- Adventisten.

De naam zegt het al wie zij dienen. Zevende- Dags-Adventisten kennen Gods Woord, en zo zal ieder mens Gods Woord kunnen weten. Wie werkelijk de wil van God doen wil, zal waarheid van dwaling kunnen onderscheiden. (Joh.7:16,17).

Daarom zal ook de levenswandel van de ware Christenen de veroordeling van deze wereld zijn. Niemand zal een beroep kunnen gaan doen op onwetendheid; niemand zal te verontschuldigen zijn.

Indien mensen ten opzichte van elkaar zondigen, dan zal God rechtspreken, maar indien de mens tegen God zondigt, wie zal er dan tussenbeide komen? (1 Sam.2:25; Pred.6:10). Daarom, wees volledig gehoorzaam aan God. Kiest de weg ten leven. En alleen Gods Woord is de juiste Weg, de enige Waarheid en het eeuwige Leven. Kiest daarom juist deze weg! Waarom zou u sterven? De Here zegene deze woorden, opdat het niet ledig tot Hem weer zal keren. Bestudeer vooral het laatste Bijbelboek de Openbaring, en in het bijzonder vanaf hoofdstuk twaalf.

Het kan zijn dat sommige lezers hun voorgangers over deze dingen zullen gaan raadplegen. Sommige van hen zijn ook onwetend over deze dingen; dat de Here ze eruit zal moge halen. Maar de meesten zullen dan door hen behandeld worden zoals zij altijd al door hen behandeld zijn geworden, namelijk één-en-al misleiding. Door hun vroom-klinkende woorden en met verzonnen redeneringen zullen zij proberen hun geweten in slaap te sussen, (Rom.16:17,18; Fil.2:21; Col.2:8; 2 Tim.4:3,4; 2 Petr.2:1-3,15-19; Joh.3:19-21), en velen zullen daardoor hun geweten in slaap laten sussen, en dat komt dan omdat zijzelf de sluimering zo gaarne liefhebben overeenkomstig hun eigen begeerten. "En daarom zendt God hun een dwaling, die bewerkt, dat zij de leugen geloven, opdat allen worden geoordeeld, die de waarheid niet geloofd hebben, doch een welgevallen hebben gehad in de ongerechtigheid," dat is leugen en bedrog. (2 Thess.2:8-12; Joh.5:39,40; 8:47).

Geachte lezer, ik zeg u nogmaals, vertrouw geen enkele mens als het om Gods Woord gaat, wie het ook maar moge zijn. (Jer.9:4,5). Onderzoek zelf Gods Woord, (Efez.6:10-18; 4:14,15), en vraag God daarbij om de leiding van de Heilige Geest, want de Heilige Geest wijst u de weg tot de volle waarheid. (Joh.16:5-15). Laat het gebed van David ook de uwe moge zijn: "Leer mij, Here, Uw weg, opdat ik in waarheid wandele; verenig mijn hart om Uw naam te vrezen." Psalm 86:11. (Zie ook Psalm 51:13; 143:10).

Vele zgn. evangeliedienaren zullen het werk, waarmee wij bezig zijn, toe gaan schrijven aan de duivelse geesten, maar bedenk dat ook Christus door de geestelijke leiders van Israël beschuldigd is geworden van een duivelse geest. (Marc.3:20-22; Matth.12:22-24).

Het merkwaardige hierbij is, dat zij, die afwijken van Gods Woord, verkondigers van de waarheid beschuldigen van een onreine geest, terwijl zijzelf er prat op gaan geleid te worden door God Zelf, hoewel zij Gods Woord verdraaien.

De volgende vraag is dan ook het overdenken waard: Wie wordt in werkelijkheid door wie geleid? Bovendien, heeft Jezus niet tegen Zijn discipelen gezegd, dat zij net zo behandeld zouden worden zoals Hij behandeld is geworden, en dat ook zij gehaat zouden worden zoals Hij gehaat is geworden?

En dat komt alleen omdat zij nu eenmaal geen kinderen van deze wereld zijn. (Matth.10:24,25; Marc.13:13; Joh.15:18-21). Maar wat zal dit nu kunnen opwegen tegen de eeuwige erfenis die ons in het vooruitzicht is gesteld? In deze eeuw ellende en verdrukking, maar in de toekomende eeuw een eeuwige heerlijkheid van gewicht. (Rom.8:18-23; 2 Cor.4:16-18).

Dat God ons allen kracht moge schenken om te kunnen volharden tot het einde, is mijn bede; want wie volhardt in Zijn Woord tot het einde, die zal behouden worden. (Matth.10:22). Dat de Here u daartoe moge zegenen. Amen