You are home- www.agp-internet.com/react- sermonroom Nederlands (overdenkingen & Bijbelstudies)

 

Een overtuigend getuigenis

 

[Het volgende verhaal, geschreven door David L. Cooper D.D., is in 1998 gevonden tussen een stapel papieren in de ALF Bibliotheek. Omdat het een duidelijk en zeer beknopt artikeltje is, plaatsen wij het hier.]

 

Op een dag, toen ik van Los Angeles naar Denver reisde, had ik een meest verheugend gesprek met een wat oudere joodse man. Ik zat in een coupé mijn Hebreeuwse Nieuwe Testament te lezen, toen deze man de coupé binnenkwam.

 

“Dat kun jij niet lezen,” verklaarde hij. Meteen gaf ik hem een praktische demonstratie door een stukje voor te lezen. Nonchelant haalde hij zijn schouders op en zei: “Waar heeft u dat geleerd?” “In mijn opleiding en op de universiteit,” zei ik

 

“Maar, u weet toch niet wat het betekent!” Opnieuw las ik het stukje en vertaalde er één zin van voor hem. “Hum – en u bent geen Yid,” antwoordde hij kritisch.

 

Ik schoof op, nodigde hem uit naast mij te komen zitten en stelde mijzelf aan hem voor. Mijn nieuwe kennis zei dat hij Baron heette. Hij ging zitten en wij zetten ons gesprek voort.

 

“Kunt u dit lezen meneer Baron?” vroeg ik. “Natuurlijk.” Meteen las hij de passage die ik aanwees vloeiend voor. “Nu wilt u mij zeker wel vertellen wat het betekent?” Hij vertaalde moeizaam, alhoewel hij de stof scheen te beheersen, die hij zojuist had voorgelezen.

 

“Meneer Baron, bent u bekend met dit boek?” informeerde ik. Hij bladerde terug naar de titelpagina. Hij las: “Het Nieuwe Testament.” Nooit eerder had hij het gezien.

 

Om zijn aandacht te blijven houden nam ik mijn Hebreeuwse Bijbel (Oude Testament) en zei: “Meneer Baron, ik zou u graag een vraag willen stellen. Wat is de betekenis van het woord Elohim?”

 

“Het betekent God.” “Maar,” zei ik, “mijn leraren hebben mij geleerd dat het woord goden betekent.” “Zij weten niet waarover zij spreken,” antwoordde hij met nadruk vinnig.

 

“Maar Elohim is een meervoudsvorm.” “Dat heb je mis,” verklaarde mijn vriend, “ik heb les gehad in de Yeshibah (rabbijnse school) en ik weet dat Elohim God betekent – enkelvoud.

 

“Wat is dan de betekenis van het woord Baal, meneer Baron?” informeerde ik weer. “Meester,” was zijn schielijk antwoord. “En wat betekent het woord Baal-im?” “Meesters,” antwoordde hij eveneens schielijk, “meer dan één.”

 

“Wat is de betekenis van Seraph?” “Eén van de engelen,” zei hij. “En Seraph-im?” vroeg ik.

Velen van hen,” antwoordde hij, “meer dan één.”

 

“Maar als Baal-im en Seraph-im ‘meer dan één’ betekenen, zou dan Eloh-im ook niet ‘meer dan één’ betekenen? Hij keek me ietwat verward aan.

 

“Nemen wij nu de Tien Geboden, en lezen we het tweede gebod “u zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben”. Wat betekent hier het woord goden?” “Het is meervoud en betekent velen – meer dan één, antwoordde hij en voegde eraan toe, “het betekent al die heidense goden.”

“Laten we nu teruggaan naar het eerste vers van het boek Genesis,” zei ik. “U geeft dus toe dat Elohim in de zojuist gelezen passage goden betekent. Hij knikte.

 

Ik vervolgde – “Hoe zit dat nu met het zelfde woord dat hier in het begin van Genesis gebruikt wordt.” In een vlaag van verwondering hief mijn vriend met een snelle beweging zijn hand naar zijn hoofd.

 

“De rabbi heeft ons dat nooit verteld.”

 

“Nu, afgezien van wat de rabbi leerde,” zei ik, “ziet u dat, als het woord hier in het meervoud staat en op deze plaats goden betekent, hetzelfde woord op een andere plaats ook meervoud moet zijn, omdat het exact hetzelfde geschreven is.”

 

“Dat lijkt zo te zijn ja,” gaf hij toe. “Maar ik begrijp niet waarom ze mij dit in de rabbijnse school nooit verteld hebben?”

 

“Meneer Baron, wat betekent het woord Shema (de rabbijnse naam voor de belijdenis van Deutr. 6:4)? In het bijzonder wil ik graag weten wat de betekenis in het hebreeuws is voor het woord Elohenu? Mijn leraren hebben mij geleerd dat het goden betekent,” zo vervolgde ik.

 

“Wel, zij hebben het mis. Het betekent: één God.”

“Wat betekent dan het woord Abhothenu?” “Onze vaders.”

“En Eholayenu?” vroeg ik. “Onze ziekten.”

“En Pesha énu?” “Onze overtredingen.”

“En Avonothenu?” “Onze zonden.”

 

“Nu, meneer Baron,” zo concludeerde ik, “als al deze woorden die op -enu eindigen, vaders, ziekten, overtredingen en zonden betekenen, dan moet Eloh-enu zeker ook ‘goden’ – meervoud – betekenen.” Als een gebaar van wanhoop hief hij nu beide handen in de lucht, en wist van verslagenheid geen antwoord te geven. “Maar de rabbi’s,” fluisterde hij...

 

“We zullen de rabbies er even buiten laten,” zei ik hem. “Ziet u dat het juist is om het woord in het meervoud te vertalen? Langzaam kwam er een erkennende knik. Ik ging verder, “Nog één vraag – Wat is de betekenis van Echad?”

 

Eén,” antwoordde hij meteen.

“Mijn leraren hebben me verteld dat het woord Eenheid betekent,” antwoordde ik.

“Dan bent u verkeerd onderwezen,” snauwde hij nu warm aanlopend.

 

“Mijn vriend, hier in het eerste gedeelte van Genesis, wordt ons verteld dat het avond en morgen geweest was, de eerste dag. Er was duisternis en licht, twee verschillende en tegengestelde dingen. Wanneer we ze samenvoegen maken ze één geheel. Iets verderop wordt ons verteld dat een man zijn vader en moeder moet verlaten en zijn vrouw moet aanhangen en deze twee zouden tot één vlees moeten worden. Als de twee getrouwd zijn worden zij één. Dat is Echad. God spreekt op dezelfde wijze over Zichzelf. De Shema zegt in werkelijkheid “de Here, onze GODEN is één Heer” – Echad – een Eenheid.”

 

Ik nam hem mee naar verschillende passages in het Oude Testament en sloot af met de woorden, “De Bijbel leert ons dat er een Godheid van meer dan één is, en dat de tweede persoon van de Godheid naar deze aarde kwam om onder ons te wonen en om Zijn leven te geven voor ons allen.”

 

Zijn gezicht sprak boekdelen. Toen zei hij, “Ik ben nu oud. Had ik u maar vele jaren geleden ontmoet, hoe anders zou mijn leven er dan uitgezien hebben... ik zou zeer zeker van godsdienst zijn veranderd.”

 

Ik drong er bij hem op aan om op dit tijdstip en deze plaats alsnog te veranderen.

Het was als bracht ik de waarheid thuis bij een jood in een taal die hij duidelijk verstond.

 

“Watchman, What of the Night?”, nr. 31, 1998

Adventist Laymen’s Foundation of Mississippi, Inc. P.O. Box 789, Lamar, AR 728 46 USA