You are home- www.agp-internet.com/react- sermonroom Nederlands (overdenkingen & Bijbelstudies)

De man Gods uit Juda  (Geschreven door Jochanan van de werkgroep 3EBN)

Ongehoorzaamheid bij een profeet is iets waar je niet zo snel aan zou denken, want de Bijbel laat zich in de meeste gevallen louter positief uit over God’s knechten. Maar de Bijbel toont ook hierin zijn objectieve waarde, door zonder pardon, ook de ontrouw van God’s knechten aan te kaarten.

Eén verhaal, dat m.i. hierin opvalt en tegelijkertijd iets herkenbaars heeft voor onze tijd(in het bijzonder voor onze kerk), is wel het verhaal van ‘De man Gods uit Juda’ (lees 1Koningen 12:25 - 13:34).

We lezen in het Woord van God, dat na de tweedeling van Israël, Jerobeam de scepter zwaait over het noordelijke rijk. Hij voelt zich de prins te rijk, maar dat verandert snel! Want in Rechabeam, de vorst van het zuidelijke rijk, ziet hij een serieuze bedreiging voor zijn koningschap. Rechabeam heeft namelijk één geweldige troef: de tempel!; hét symbool van Israëls’ geestelijk leven!

In feite bezit hij het middel bij uitstek, om de Israëlieten uit het rebellerende noordelijke rijk weer aan zich te binden. Dit baart Jerobeam ernstige zorgen. Zelfs zo ernstig, dat hij overgaat tot het nemen van rigoreuze maatregelen. Hij geeft het volk zijn eigen plaats van aanbidding en meditatie en wijkt daarbij af van de vertrouwde paden. Hij maakt handig gebruik van een uitgemolken profaan-concept, compleet met gouden kalveren en priesters, die de gevoelens van het volk continue bespelen.

Jerobeam steekt al zijn energie in het bieden van een ‘gevoelsdienst’, met als uitwerking een valse berusting! Want dat is het evangelie dat Jerobeam daar uiteindelijk  uitdraagt!; een berusting in een zondig en berouwloos leven, opgeleukt door het klatergoud van een profane liturgie, waarin de troost en verlossing van de ‘Enige’, zijn rol van betekenis heeft verloren!

Dit is Babylon op zijn best; een misleidend systeem, dat verlossing-zoekenden op een dwaalspoor zet. En dit wekt God’s verontwaardiging op! Dit roept om maatregelen! Als Jerobeam omstreeks de tijd van het loofhuttenfeest, in zijn eigen dienst voorgaat als hogepriester, verschijnt er een vreemde man ten tonele. Onbevreesd en in de kracht des Heren, spreekt hij luid en duidelijk een oordeel uit over de valse eredienst, over de regering van Jerobeam en het altaar.

Jerobeam is woedend, dat deze ‘bemoeial’ zich met zijn zaken bemoeit en hij geeft bevel deze man aan te houden.

Maar God laat zien dat deze profeet niet eigenmachtig optreedt, maar in de naam des Heren! Op datzelfde moment verstijft de arm van de koning, tot zijn grote schrik! Hij smeekt de man Gods om als bemiddelaar op te treden tussen hem en een in toorn ontstoken God.

De man Gods bidt, en op datzelfde moment krijgt Jerobeam weer controle over zijn ledemaat(want het gebed van een rechtvaardige vermag veel!). Hij nodigt de man Gods bij hem uit, bij wijze van koninklijke gunst. Hij stelt zelfs een cadeau in het vooruitzicht! Maar de man Gods weigert!(God’s knechten zijn integer, niet omkoopbaar en niet te paaien door hen die de Here en het ware Evangelie uitdagen).

En zo sprak de man Gods:” Al gaaft gij mij de helft van uw huis, ik zou niet met u binnengaan, noch brood eten, noch water drinken aan deze plaats, want zo is mij geboden door het woord des Heren:” Eet er geen brood en drink er geen water; en keer niet terug langs de weg die gij gekomen zijt” (1 Kon.13: 8, 9).

 Tot zover hebben we te maken met een dienstknecht van God die moedig het kwaad bestraft, het ‘beestje bij de naam noemt’ en zondermeer trouw en integriteit hoog in het vaandel heeft; een man die in het heetst van de strijd op zijn post blijft staan!

Maar de grootste dreiging die een knecht van God wacht, is niet een duivel die briest of dreigt, maar een duivel die vleit!; die als een zogenaamde ‘engel des lichts’ zijn opwachting maakt!

Op weg naar huis wordt de man Gods ingehaald door een bejaarde man, die zichzelf uitgeeft voor ‘profeet’!

De Here heeft door hem gesproken(!?), beweert hij, en de Here heeft hem opgedragen de man Gods gastvrijheid te verlenen en met het nodige te verkwikken. Steeds weer blijft deze bejaarde man deze onwaarheid herhalen! En weet u wat nou zo gevaarlijk is? Deze valse profeet klinkt zeer oprecht en brengt de man Gods aan het twijfelen want zijn boodschap klinkt zeer aannemelijk! De knecht van God laat zich overhalen zijn plicht te verzaken en aan de ware boodschap van God te twijfelen!  Hij gaat, tegen beter weten in, met zijn profane collega mee naar huis.

Weet u, wij moeten onszelf een paar dingen serieus afvragen:

-Is de Here een God die van de hak op de tak springt?

-Is Hij inconsequent in woord en daad?

 Als dat zo is, dan zullen wij een koninkrijk beërven dat vroeg of laat aan de rand van een faillissement zal verkeren, want een God die niet meent wat Hij zegt, Die incapabele trekjes vertoont, richt vroeg of laat zijn eigen ‘toko’ te gronde.

Maar als dit niet zo is, dan moeten we serieus bij onszelf te rade gaan, en onszelf afvragen wiens stem wij dan aan het volgen zijn!

In de ‘Grote Strijd’ (blz.421)wordt ons verteld dat onze kerk een duidelijke opdracht heeft gekregen voor nu tot aan de wederkomst. Ik citeer:”In Openbaring 14 (drie-engelenboodschap) wordt in verband met het  eeuwige evangelie voorzegd dat deze waarheden de gemeente van Christus in de tijd van de wederkomst zullen kenmerken!...Dit is de laatste boodschap die zal worden gebracht voordat Christus terugkeert”.

De laatste boodschap wordt daar gezegd! Verkondigen wij die?  Zeer zeker niet! Wij zwijgen! Laten we eerlijk zijn; hoe vaak wordt nog deze waarheid luid en duidelijk verkondigd?

Nooit toch!? Deze boodschap wordt voor ouderwets versleten; een boodschap die zeggingskracht had in de tijd van de pioniers, toen in grote delen van Amerika een vuist gemaakt werd tegen het opkomende katholicisme.

‘Maar nu  leven we in een andere tijd en je moet je aanpassen’, zeggen velen, die de laatste boodschap niet serieus kunnen en willen nemen.

Maar was het God’s bedoeling, dat wij ons zo zouden aanpassen, dat wij deze boodschap niet meer kunnen en durven uitdragen? Dat wij er zo tegen in verzet zouden komen, vanwege een andere tijdsgeest?

Leest u dan eens de volgende citaten:

“Zevende-dags Adventisten zijn door God gekozen als een apart volk, afgezonderd van de wereld.....Hij heeft hen Zijn vertegenwoordigers gemaakt en hen geroepen om afgezanten van Hem te zijn in het laatste reddingswerk. De grootste rijkdom aan waarheid, ooit aan stervelingen toegekend, de meeste plechtige en geduchte waarschuwingen, ooit door God aan de mens gezonden, zijn aan hen toevertrouwd om aan de wereld bekend te maken...Zevende-dags Adventisten zijn op een bijzondere wijze als wachters en als lichtdragers in de wereld geplaatst. Aan hen is de laatste waarschuwingsboodschap toevertrouwd voor een ondergaande wereld.

Op hen straalt wonderbaarlijk licht vanuit het Woord Gods. Aan hen is een werk gegeven van zeer uitzonderlijk belang; de verkondiging van de eerste, tweede en derde engel. Er is geen ander werk van zo grote betekenis. Niets anders moet worden toegestaan om de aandacht daarvan af te leiden...” (Last day Events:45, 46).

 “...er moet geen verberging zijn van enig deel van onze boodschap...

Zij die op enigerlei wijze de waarheid schuil laten gaan, mishagen God!  De boodschap die wij moeten uitdragen is niet zo dat wij die kruiperig moeten verkondigen. Haar verdedigers moeten haar niet zoeken te bedekken; haar oorsprong en bedoeling niet verbergen. We moeten de speciale waarheden niet van minder belang maken want ze zijn geladen met eeuwige belangen”.  (8T. blz. 154 - Gospel Workers blz. 288).

Duidelijker kan het niet!

 Kan het zijn dat wij onderweg ergens zijn blijven hangen, omdat we aan het twijfelen zijn gebracht, menende dat God Zijn opdracht heeft ingetrokken? Hebben wij misschien net als de man Gods uit Juda, ons flink in de luren laten leggen?

In ieder geval, de gevolgen waren voor hem zeer ernstig. In ‘Profeten en Koningen’ (blz.68) staat er:” Maar omdat de ware profeet zich liet verleiden tot een weg in strijd met zijn plicht, liet God hem de straf dragen van een overtreder. Terwijl hij met zijn gastheer, die hem uitgenodigd had mee terug te gaan naar Bethel, aan tafel zat, kwam de Geest der inspiratie over de valse profeet, en hij riep tot de man Gods, die uit Juda kwam: Zo zegt de Here: omdat gij weerspannig geweest zijt tegen het bevel des Heren, en het gebod dat de Here uw God geboden heeft, niet hebt gehouden,...daarom zal uw lijk niet komen in het graf uwer vaderen”.

Niet lang daarna werd dit vonnis ook echt voltrokken!

De reden dat deze man zo zwaar gestraft werd, was vanwege het feit dat hij afbreuk deed aan de betrouwbaarheid van de boodschap, die hij namens God gebracht had! Velen hadden zijn woorden luid en duidelijk gehoord en waren tot diep in hun binnenste bewogen! En door nu zelf aan zijn opdracht geen gehoor te geven, zou hij velen, met in het bijzonder Jerobeam, de mogelijkheid schenken, God’s woorden in twijfel te trekken.

Deze daad van God was een waarschuwing aan het adres van koning en volk, dat ieder woord van God gemeend was en dat niemand ongestraft het recht heeft om afbreuk te doen aan Zijn woorden.  God meent wat Hij zegt! Zijn woorden Zijn getrouw!

Weet u, ook wij dragen een grote verantwoording op dit moment!

Wij hebben een boodschap uit te dragen; een zeer ernstige! Een boodschap, bovenal uit liefde gegeven; een boodschap van vermaning, maar ook van hoop en vergeving. Dit ‘eeuwig evangelie’ (d.w.z. tijdloos en onherroepbaar), is een boodschap waarvan de ernst nu door weinigen begrepen wordt, maar daar zal spoedig verandering in komen!

Want zo is voorzegd:

“De gezichten van God’s boodschappers zullen stralen van heilige toewijding. Ze zullen van de ene plaats naar de andere gaan om de boodschap aan de wereld te verkondigen. De waarschuwing zal door duizenden stemmen aan de hele aarde worden gebracht.

Er zullen wonderen gebeuren, zieken zullen worden genezen en de gelovigen zullen tekenen en wonderen meemaken”. (De grote strijd, blz. 565).

Dat God zal slagen in Zijn opzet staat vast; daar kan duivel, noch mens iets aan veranderen!

De vraag blijft op dit moment: Naar wie luistert u?

 

Jochanan (3EBN)

<1>