You are home- www.agp-internet.com/react- sermonroom Nederlands (overdenkingen & Bijbelstudies)

Openbaring 4; ‘Een hemelse troon’, ‘aanbidding’ en ‘de schepping’s

De Apocalyps (dat is de Openbaring van Johannes) in het Nieuwe Testament of beter gezegd het Vernieuwde Testament, is het boek dat de meeste verwijzingen heeft naar een ‘troon’. Van de 62 voorvallen van het Griekse woord voor troon, dit is THRONOS (Gr.), vinden we maar liefst 47 in Openbaring gevolgd door 4 maal in Matteüs. Er kan dus gesteld worden dat de troon een belangrijk begrip is in Openbaring. Als het Griekse woord THRONOS of het Hebreeuwse woord KISSE, wordt gebruikt, wordt de troon van een heerser, een zinnebeeld van koninklijke macht bedoeld, die in het oude Nabije Oosten de onderdaan slechts op zijn aangezicht vallend nadert. De Apocalyps herinnert ons aan, of maakt ons bewust van, het feit dat er inderdaad een troon in de hemel is, de troon van G’d, hoog boven alle andere tronen verheven. Het begrip troon is het sleutelwoord hier in Openbaring 4. Van de 47 keer in Openbaring wordt hier in Openbaring 4 het woord 14 maal gebruikt. Het uiterlijk van de troon wordt niet beschreven. Johannes doet zelfs geen poging tot. Van de Persoon die op de troon gezeten is zegt Johannes: “En die erop gezeten was, was van aanzien de diamant en sardius gelijk”. Verder zegt hij: “En een regenboog was rondom de troon, van aanzien de smaragd gelijk”. Opvallend is dat Johannes deze kostbare stenen noemt, want deze drie stenen moesten namelijk gebruikt worden voor het borstschild van de hogepriester. Je krijgt de indruk dat het hiér om een heilige plaats gaat.

De regenboog herinnert ons aan het verbond dat G’d met Noach en alle levende wezens sloot. Het Hebreeuwse woord dat wij door regenboog vertalen, betekent in het Oude Verbond (Testament) gewoonlijk, ‘de boog’ van de soldaat. Daarmee verkrijgt Genesis 9:13 waar staat: “Mijn boog stel Ik in de wolken, opdat die tot een teken zij van het verbond tussen Mij en de aarde” wel een héél unieke symboliek. Wanneer G’d na de zondvloed zijn boog als het ware in de wolken zet, dan betuigt Hij daarmee dat hij hem (de boog) aan de kant heeft gezet. De boog wordt op die manier een teken van goddelijke genade. En deze boog van goddelijke genade was rondom de troon zegt Johannes. Een symbool van het feit dat de G’d die regeert een genadig G’d is. Ezechiël zegt van het G’dswezen dat hij ziet: “Boven het uitspansel boven hun hoofden was wat er uitzag als lazuursteen, dat de vorm had van een troon; en daarboven, op hetgeen een troon geleek, een gedaante, die er uitzag als een mens”. En verder….”vanaf wat op zijn lendenen leek naar beneden, zag ik iets als vuur omgeven door een glans. Zoals de aanblik is van de boog, die in de regentijd in de wolken verschijnt, zo was de aanblik van die omhullende glans” (Zie Ezechiël 1).

Johannes ziet 24 oudsten. Over het Hebreeuwse woord oudste, dat is in het hebreeuws ZAQEN, valt veel meer te zeggen dan dat ik nu doe. Één van de belangrijkste gebeurtenissen aangaande oudsten is volgens mij dat Israëls oudsten de woorden die de HERE tot Mozes gesproken heeft aan het volk over moeten brengen. Zeventig uit de oudsten beklimmen bij de verbondssluiting met Mozes de Sinaï. Zeventig uit de oudsten van Israël worden begiftigd met G’ds Geest om met Mozes de last van het volk te dragen. De oudsten namen dus een zeer belangrijke plaats in. Tevens traden oudsten van een stad op als rechters. Hier in Openbaring 4 lijkt het erop dat de 24 oudsten ook een zeer belangrijke plaats innemen en net zoals ‘vroeger in Israël’ op zullen treden als rechters. Daarnaast waren er in de Tempel te Jeruzalem 24 groepen van priesters en over elke groep werd een groepshoofd aangesteld (zie 1 Kron. 24). Er waren dus 24 groepshoofden. Interessant is, dat de Misjna (een document van de rabbijnse literatuur waarin de mondelinge Tora op schrift is gesteld) deze groepshoofden ook wel met oudsten aanduiden. Aldus kunnen de 24 oudsten wellicht ook als priesters worden gezien.

Een zee als van glas gelijk kristal bevindt zich voor de troon zegt Johannes. Dit beeld symboliseert G’ds macht over de elementen. De Apocalyps stelt Hem hier voor als de Schepper. In Psalm 104 stelt David G’d voor als de Degene die boven de wateren troont en geeft daarmee te kennen dat Hij oppermachtig is over de elementen. Het is niet onwaarschijnlijk dat Salomo (zie 2 Kronieken 4) door dit beeld werd geïnspireerd om een zee van brons te maken in de Tempel. Ook in heidense godsdiensten, zoals de Babylonische godsdienst bijvoorbeeld, troont de belangrijkste god van hun goden boven de wateren. Interessant en belangrijk is het om te lezen dat Johannes “de zeven Geesten G’ds”, “de Geest G’ds” waar het boek Genesis over spreekt, de zee als van glas gelijk kristal hier in Openbaring 4, het symbool van de schepping, introduceert. Bovendien, de beschrijving van de vier dieren volgen ook de beeldspraak van de zee als van glas gelijk kristal. In het Woord, alsook in de rest van het oude Nabije Oosten, symboliseert het getal 4 de aardse dimensie. Denk maar aan de vier windstreken (in Jeremia 4:36 bijvoorbeeld) en aan de vier hoeken (bijvoorbeeld Openbaring 7:1) der aarde. Het meest opvallend hier in Openbaring 4 is wellicht de verschijning van de vier genoemden dieren. Het “eerste dier was een leeuw gelijk, en het tweede dier een rund gelijk, en het derde dier had een gelaat als van een mens, en het vierde dier was een vliegende arend gelijk”. In de Midrasj, een verzameling Joodse commentatoren, gebruikt Rabbi Abahu soortgelijke taal. Hij zegt: Er zijn vier krachtige schepselen. De leeuw is het krachtigst onder de wilde dieren, de rund is het krachtigst onder de huisdieren (let wel dit is in Israëlische context) de adelaar is het krachtigst onder de vogels en de mens is het krachtigst van alle dieren.

De Rabbi en andere Rabbi’s met hem, zien deze vier dieren als duidend op de gehele schepping. Op deze manier plaats de Apoclyps de schepping in het midden, in dit visioen van de troon, in Openbaring 4.

De liturgie van de 24 oudsten in respons op de liturgie van de vier dieren, zinspeelt ook op de schepping. Eerst zeggen de vier dieren: Heilig, heilig, heilig is de Here G’d, de Almachtige, die was en die is en die komt”. Hierin zit een parallellisme. Heilig, heilig, heilig……en; die was en die is en die komt. Dit parallellisme oppert dat de heiligheid van G’d zich manifesteert in drie componenten van tijd en van geschiedenis: Het verleden (namelijk die was), nu (namelijk die is) en in de toekomst (namelijk die komt). Met andere woorden, G’d is altijd, voor eeuwig heilig. De profeet Jesaja hoorde dezelfde woorden in zijn visioen. Het benadrukte ook de heiligheid van G’d drie keer. Er staat: “Heilig, heilig, heilig is de HERE der heerscharen, de ganse aarde is van zijn heerlijkheid vol”. De 24 oudsten vallen in aanbidding neer en gooien hun kronen voor de troon. En de cyclus herhaalt zich weer. De vier dieren gaan continu, dag en nacht door en de 24 oudsten dus ook. De heiligheid van G’d wordt onophoudelijk geprezen. Hun liturgie zal nooit worden beëindigd. Het tafereel verzwelgt ruimte en tijd. De objecten, de stemmen, alles symboliseert dezelfde aanbidding van de glorie en eer van de Schepper-G’d. “Gij, onze Here G’d, zijt waardig te ontvangen de heerlijkheid, de eer een de macht; want Gij hebt alles geschapen en om uw wil was het en werd het geschapen” zeggen de oudsten. Wat G’d waardig maakt om Hem te aanbidden als Rechter en Koning, is dat Hij de Schepper van het universum is. Was Hij niet onze Schepper, dan zou onze aanbidding afgoderij zijn. Omdat Hij ons geschapen heeft mag en kan hij ons oordelen, over onze bestemming en onze verlossing. Daarom moeten wij Hem dienen en aanbidden als onze Koning.

6 augustus 2004

T.W.J. Koerse