You are home- www.agp-internet.com/react- Sermonroom Nederlands

In eerste instantie werden aan de mens al het zaaddragende gewas en het geboomte, waaraan zaaddragende vruchten zijn, tot voedsel gegeven. (Genesis 1:29).
In het Oude Testament wordt, te beginnen in het verhaal over de zondvloed, een onderscheid gemaakt tussen reine en onreine dieren, vissen en vogels.
Van de reine dieren mochten zeven paar mee met de ark, van de overige dieren en van de vogels één paar. (Genesis 7:1-3). Hieruit mogen we opmaken, dat het onderscheid aan de mens bekend was.

Na de zondvloed wordt de mens een uitgebreider menu toegestaan, waarin slechts het eten van vlees met het bloed er nog in wordt verboden (Genesis 9:3 en 4).
Waarschijnlijk is dit een noodmaadregel vanwege het ontbreken van het oude voedsel, direkt na de zondvloed. Bij de vorming van het volk Israël komt het verschil tussen rein en onrein weer tevoorschijn (Leviticus 11).

In Handelingen 15:19-21 wordt een met Genesis 9 vergelijkbare raad gegeven aan de gelovigen uit de heidenen. Daartegenover staat de opdracht van Jezus in Mattheüs 28:19 Leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb. Nadat een mens tot discipel van Jezus is gebracht, kan hij gedoopt worden. Daarna begin een groei- en leerproces op weg naar de eeuwigheid. Net als bij voedsel voor het lichaam hebben sommigen nog geestelijke melk nodig, anderen kunnen al geestelijk vast voedsel verdragen. (1Cor. 3:1-3)

Waarom dit onderscheid?

Uitgaande van de schepping van de mens door God is het redelijk, dat Hij ook het beste weet, wat goed is voor Zijn schepsel.

In Deuteronomium 7 belooft God, dat hij alle ziekten van ons zal afwenden en ons geen van de boze kwalen van Egypte zal opleggen, indien wij Hem naarstig zullen gehoorzamen.

In ieder geval geldt, dat er ook buiten het volk Israël het besef bestond van een relatie tussen het eten van onreine dieren en ziektes.
Een aanwijzing dat het onderscheid tussen reine en onreine dieren te maken heeft met gezondheid is bijvoorbeeld een magisch tablet dat uit Syrië afkomstig is, uit de tijd dat Israël daar niet ver vandaan, in Palestina, woonde. Op het onderste niveau zien we hoe de hulpdemon Pazuzu de ziektedemon Lamaschtu het riet injaagt. (Hier wordt dus de duivel met Beëlzebub uitgedreven!). De ziektedemon Lamaschtu wordt duidelijk geassocieerd met dieren, die door Israël als onrein werden beschouwd: de kop van een leeuw, tweekoppige slangen in haar hand, een varken en een hond aan de borst, adelaarspoten en rijdend op een paard. Mogelijk hadden de volken rondom Israël en Israël zelf een duidelijk beeld van welke dieren met ongezondheid konden worden geassocieerd. [Een niveau hoger zien we een zieke op zijn bed, die de armen naar de goden daarboven opheft, omringd door als de goden verklede priesters. Nog een niveau hoger zien we de godenbeeldjes, zoals ze in het huishouden op de plank stonden. Op het hoogste niveau zien we de morgenster, de gevleugelde zon, de maan en de planeten als de hemel-goden. Dit magische tablet had tot doel om de ziektedemon af te schrikken: in dit huis wordt je vijand Pazuzu te hulp geroepen als je probeert binnen te komen. Om extra afschrikwekkend te zijn, gluurt Pazuzu ook nog eens boven het tablet uit, om Lamaschtu te laten weten dat ze in dit huis niet veilig is.]
.(uit een prediking van drs J.J. Oppedijk)

Heden ten dage begint men te beseffen, dat het menu van de mens van invloed is op zijn lichamelijke gezondheid. Het is voor bijvoorbeeld reumapatiënten af te raden om vlees te eten, omdat dit een negatieve invloed heeft op de gezondheid.

Tegenstanders van het houden van de spijswetten verwijzen vaak naar het visioen van Petrus in Handelingen 10 om aan te tonen, dat het verschil tussen reine en onreine dieren niet meer bestaat. Petrus hecht aan het visioen duidelijk een andere betekenis.