You are - home - Bijbelstudie Nederlandstalig

In 1947 vond aan de oevers van de Dode LZee de grootste vondst van manuscripten van alle tijden plaats. De oorspronkelijke ontdekking werd door een geitenhoeder gedaan terwijl hij op zoek was naar enkele afgedwaalde dieren in het kale en rotsachtige gebied bij de noord-westelijke kust van de Dode Zee. Toen hij een nieuwe spleet in de rotswand ontdekte, welke wellicht door een van de vele aardbevingen zichtbaar was geworden, wierp hij er een steen in en hoorde het geluid van brekend aardewerk. Hij vluchtte in paniek, maar kwam later met een vriend terug en vond in de grot een aantal goed-bewaaide kruiken en enige lederen in linnen gewikkelde schriftrollen.

Deze weinige rollen vormden de eerste van een grote hoeveelheid handschriften en fragmenten, dei in 10 andere grote spelonken en 40 kleinere grotten en holen in dit gebied werden aangetroffen. De grootste vondst van alle is de met prachtig schrift beschreven lederen Jesaja-rol, ruim 7 rn lang en 30 cm hoog. Fragmenten van alle Nieuw-testamentische boeken, met uitzondering van Esther zijn, samen met vele niet-Bijbelse geschriften gevonden.

Hoe kon de ontdekking van schriftrollen door een Bedoeienen-jongen de wetenschappelijke wereld in zulk een opwinding brengen? En hoe kwam het, dat de rollen, na al die jaren verborgen te zijn geweest, nog in z'n betrekkelijk goede staat verkeerden?

Het antwoord op onze tweede vraag ligt gedeeltelijk in het feit, dat de streek langs de westelijke kust van de Dode Zee een uitermate droog klimaat heeft. De woestijn van Judea heeft een zeer poreuze kalkbodem en ontvangt slechts enkele centimeters regen per jaar en zo kan men zich voorstellen, dat deze van zeer' ..~ -grotten zeer vormen voor leer en per-

Waarom nu die opwinding? Omdat er nog steeds een levendige belangstelling bestaat voor de Bijbel, zulks in tegenstelling tot wat velen menen en ondanks de technische eeuw waarin wij leven. De geschriften en de 750 zeldzame munten, die in de ruïnes van de Qumran-gemeenschap werden gevonden, geven ons een zeer goed beeld van het leven in Palestina omtrent de tijd van jezus. De vele Bijbelgedeelten die werden ontdekt, verschaffen ons tekstmateriaal dat veel dichter bij de oorspronkelijke geschriften staat dan enig ander handschrift dat we voordien bezaten. De grote overeenstemming met onze Bijbeltekst geeft ons vertrouwen in de nauwkeurige wijze, waarop deze door de eeuwen heen tot ons gekomen is.

Grot 1 bevatte de enige tot dusverre gevonden complete rollen, met inbegrip van de grote Jesaja-rol. Verder waren er grote delen van zeven andere rollen evenals honderden kleine fragmenten van 40 andere handschriften. Ongeveer een derde van alle handschriften betrof Oud-testamentische manuscripten. De grootste hoeveelheid materiaal kwam echter uit grot 4. Men vond daar ongeveer 100.000 fragmenten die in grootte varieerden van een postzegel tot een velletje blocnote-papier. De inhoud van grot 1 was voor het grootste deelopgeslagen in grote aarden kruiken, terwijl die in grot 4 eenvoudig op de grond waren neergelegd en daardoor ten prooi waren geyallen aan de scheikundige inwerking van de bodem en aan schade door ratten en insecten.