DE DAG DES OORDEELS

De dag van Jezus' wederkomst zal een dag des oordeels zijn voor de gehele wereld.

De Schrift zegt: "Ziet, de Here is gekomen met zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen." Judas 14.

"En voor Hem zullen alle volken vergaderd worden en Hij zal ze van elkander scheiden, gelijk de herder de schapen van de bokken scheidt." Matth. 25: 32.

God wil echter alle mensen voor die dag waarschuwen. Hij heeft de mensen altijd gewaarschuwd voor komende oordelen. Sommigen hebben die waarschuwingen geloofd en Gods woord gehoorzaamd. Deze ontkwamen de oordelen, die aan de ongehoorzamen en ongelovigen werden voltrokken.

V óór God de wereld door de zondvloed verdierf, beval God aan Noach: "Ga gij en uw ganse huis in de ark; want u heb Ik gezien rechtvaardig voor Mijn aangezicht." Gen. 7 : 1. Noach gehoorzaamde en werd gered. V óór Sodom venvoest werd, brachten engelen Lot de boodschap: "Maakt u op, gaat uit deze plaats, want de Here gaat deze stad verderven." Gen. 19: 14. Lot luisterde naar deze waarschuwing en werd gered.

Zo worden ook wij thans gewaarschuwd voor jezus' wederkomst en de verwoesting, die over de wereld komen zal; en allen die acht geven op de waarschuwing, zullen gered worden.

De rechtvaardigen zullen uitroepen, wanneer zij jezus zien \vederkomen: "Ziet, deze is onze God; wij hebben Hem verwacht, en Hij zalons zalig maken." les. 25 : 9.

Omdat wij niet de juiste tijd van Zijn komen weten, worden wij vermaand te waken: "Zalig zijn de dienstknechten, welke de heer, als hij komt, zal wakende vinden." Luk. 12 : 37.

Zij die uitzien naar jezus' wederkomst, wachten

die tijd niet af met niets doen. De verwachting van jezus' wederkomst moet de mensen doen vrezen voor Gods oordelen over de overtreders. Het moet 1

], hen wakker schudden tot bekering van het over

treden van Gods geboden. j Wij moeten ijverig werken, terwijl wij uitzien

!naar de komst des Heren. Te weten, dat hij voor

de deur is, moest ons nopen om met meer ernst te ., werken voor het heil van onze medemensen. EvenaIs Noach de waarschuwing van God gaf aan de mensen vóór de vloed, zo moeten allen, die Gods Woord verstaan, de mensen van deze tijd waar schuwen.

"En gelijk de dagen van Noach waren, zo zal ook de toekomst van de Zoon des mensen zijn: j want gelijk zij waren in de dagen voor de zond1 vloed, etende en drinkende, trouwende en ten huI welijk uitgevende, tot de dag toe, waarop Noach in de ark ging, en bemerkten het niet, totdat de zondvloed kwam en hen allen wegnam: zo zalook zijn de komst van de Zoon des mensen." Matth 24 : 37-39.

Het volk van Noachs tijd misbruikte Gods gaven. Hun eten en drinken leidde tot overdaad en dronI kenschap. Zij vergaten God en gaven zich over aan

allerlei lage en gruwelijke daden. "En de Here zag, dat de boosheid des mensen groot was op de aarde, en al wat de overleggingen van zijn hart voortbrachten te allen tijde slechts boos was." Gen. 6 : 5. Het volk van die tijd \4/erd verdelgd wegens zijn goddeloosheid.

Heden doen de mensen hetzelfde. Overdaad, 1 onmatigheid, ongebreidelde hartstochten en aIlerlei

boze handelingen vervuIlen de wereld met godde11 loosheid.

,'i In Noachs tijd werd de wereld door water verwoest. Gods Woord leert ons, dat zij straks door vuur zal worden verwoest.

"Door het Woord Gods," zegt Petrus, is "de wereld, die toen was, met het water van de zond!vloed bedekt zijnde vergaan; maar de hemelen, die ) nu zijn, en de aarde, zijn door hetzelfde woord als een schat weggelegd, en worden ten vure bewaard tegen de dag des oordeels, en de verderving der goddeloze mensen." 2 Petr. 3 : -7.

De mensen, die vóór de zondvloed leefden, spotten met Gods waarschuwingen. Men noemde Noach een fanaticus en alarmist. Grote en geleerde mannen van die tijd verklaarden, dat een overstroming van water, gelijk aan die, waarvan Noach sprak, iets ongekends was en ook nooit komen zou.

Ook heden wordt slechts weinig acht geslagen op Gods Woord. Men la.cht om de \vaarschuwingen, die het bevat. AIle dingen gaan..zo door, als ze van het begin der wereld af zijn gegaan. Men behoeft voor niets te vrezen, zegt de lichtzinnige.

En juist in deze tijd zal de verwoesting komen. Terwijl mensen spottend vragen: "Waar is de beIofte van Zijn komst?" gaan de tekenen in vervulling.

" Wanneer zij zeggen zuIlen: het is vrede en zonder gevaar! dan zal een haastig verderf hun overkomen, en zij zullen het geenszins ontvlieden." 1 Thess. 5: 3.

En Jezus waarschuwt: "Indien gij dan niet wa:kker wordt zal Ik komen als een dief, en gij zult niet weten op welk uur Ik u overvallen zal." Openb. 3 : 3.

Heden denken de mensen bijna aan niets dan aan eten en drinken, bouwen en planten, trouwen en ten huwelijk geven. Kooplieden kopen en verkopen. De mensen strijden om de hoogste plaats. Genotzoekers vullen de schouwburgen, gaan naar wedrennen en speelholen. Overal heerst spanning en gejaagdheid; en terzelfdertijd loopt de proeftijd van de mensen ten einde en zal de deur der genade spoedig voor altijd dicht gaan.

Tot ons sprak de Heiland de volgende waarschuwing:

"Ziet toe op uzelf dat uw hart nimmer bezwaard worde door roes en dronkenschap en zorgen voor levensonderhoud en die dag niet plotseling over u kome."

" Waakt te allen tijde, biddende, dat gij in staat moogt wezen te ontkomen aan alles wa'l: geschieden zal en gesteld te worden voor de Zoon des mensen." Luk. 21 : 34, 36.