E.G. White "Jezus, de vriend voor Jong en Oud"

INTOCHT IN JERUZALEM

Jezus naderde Jeruzalem om er het Paasfeest bij te wonen. Hij was door de scharen omringd, die ook naar dit grote jaarlijkse feest gingen.

Op Zijn bevel brachten twee van de discipelen een veulen van een ezelin bij Hem, opdat Hij Jeruzalem zou kunnen binnenrijden. Zij legden hun klederen op het dier, en zetten hun Heer daarop.

Zodra Hij er op was gaan zitten, weergalmde de lucht van een luide triomfkreet. De scharen begroetten Hem als de Mes~ias, hun Koning. Meer dan vijf honderd jaar tevoren had de profeet dit toneel voorzegt :

"Jubel luide, gij dochter van Sion; ...Zie, uw koning komt tot u, hij is rechtvaardig en zegevierend, nederig, en rijdende op een ezel, op een ezelhengst, een ezelinnejong." Zach. 9 : 9.

Allen in de snelaangroeiende schare waren geluk

De goede Herder zocht het verlorene

kig en opgewonden. Zij konden Hem geen kostbare gaven aanbieden, maar spreidden hun opperkleren als een tapijt op Zijn pad.

Zij braken de schone takken van de olijfboom en de palmboom af en strooiden ze op de weg. Zij geloofden, dat zij Jezus begeleidden om de troon Oavids te Jeruzalem in bezit te nemen.

Oe Heiland had nooit tevoren Zijn volgelingen toegestaan, Hem koninklijke eer te bewijzen. Maar op deze tijd wenste Hij Zich in het bijzonder als de Verlosser van de wereld te openbaren.

Oe Zoon van God stond op het punt om een offerande te worden voor de zonden der mensen. Zijn kerk moest in alle toekomstige eeuwen Zijn dood tot een onderwerp van ernstige overdenking en studie maken Het was dus nodig, dat de ogen van het volk nu op Hem gevestigd zouden worden.

Na zulk een vertoning zouden Zijn verhoor en Zijn kruisiging nooit voor de wereld verborgen kunnen blijven. Het was Go.ds bedoeling, dat elke gebeurtenis in de sluitingsdagen van het leven van de Heiland zó duidelijk gekenmerkt zou worden, dat geen geweld die zou kunnen doen vergeten.

Onder de grote schaar, die de Heiland omringde waren de bewijzen van Zijn wonderwekkende kracht.

Oe blinden, wie Hij het gezicht hergeven had, gingen hen voor .

De stommen, wier tongen Hij losgemaakt had, zongen de luidste hozanna's. De kreupelen, die Hij genezen had, huppelden van vreugde en beijverden zich het meest de palmtakken af te houwen en er mee voor Hem te wuiven. Weduwen ~n wezen verhoogden de naam van jezus wegens Zijn weldaden, aan hen bewezen. De afzichtelijke melaatsen, die door Zijn woord gereinigd waren, spreidden hun kleren op de weg. Degenen, die door de bezielende stem van de Heiland uit de dIJden opgewekt waren, waren daar. En Lazarus, wiens lichaam in het graf ontbinding had ondergaan, maar die zich nu in de bloei van de mannelijke leeftijd verheugde, voegde zich ook bij de gelukkige schaar, die de Heiland naar jeruzalem leidde. Terwijl nieuwe scharen zich bij de menigte aansloten, maakte de heersende opgewondenheid zich ook van hen meester en stemden zij in met de juichtonen, die van heuvel tot heuvel en van dal tot dal weerklonken ; "Hozanna de Zoon van David! Gezegend Hij, die komt in de naam des Heren! Hozanna in de hoogste hemelen!" Mat th. 21 : 9. Vele Farizeeën aanschouwden dit toneel en waren er boos over. Zij voelden, dat zij hun invloed op het volk verloren hadden. Zij wendden al hun gemg aan om hen tot stilzwijgen te brengen; maar hun vermaningen en bedreigingen leidden el' slechts toe om de geestdrift te doen aangroeien. Daar zij merkten, dat zij het volk niet in bedwang konden houden, drongen zij door de schare heen tot waar jezus Zich bevond en zeiden tot Hem; "Meester! bestraf Uw discipelen." Zij verklaarden, dat zulk luide vertoningen onwettig waren en door de overheid niet geoorloofd zouden worden. jezus antwoordde; "Ik zeg u, indien deze zwegen, zouden de stenen roepen." Luk. 19 : 39. 40. Deze zegevierende intocht had plaats volgens Gods plan en was door de profeten voorzegd en geen aardse kracht kon die verhinderen. Het werk Gods zal altijd voortgaan, ondanks alles wat de mensen doen om het te beletten of af te breken. Toen de optocht op de top van de heuvel kwam, vanwaar men jeruzalem kon overzien, aanschouwde hun oog de volle heerlijkheid van de stad. De grote schare hield haar juichtonen in, als betóverd door de pracht, die zich plotseling aan hun oog voordeed. Aller blikken richtten zich op de Heiland, verwachtend op Zijn gelaat de bewondering te lezen, die zij zelf voelden. jezus hield in, en een schaduw van droefheid vertoonde zich op Zijn gelaat; de schare was verbaasd Hem in bittere tranen te zien uitbarsten. Degenen, die de Heiland omringden, konden Zijn verdriet niet begrijpen; maar Hij weende om de stad, die ten ondergang gedoemd was. Deze was het voorwerp van Zijn zorg geweest

en Zijn hart werd met diepe droefheid vervuld bij de gedachte, dat ze spoedig verwoest zou worden.

Indien het volk van Jeruzalem geluisterd had naar het onderwijs van Jezus en Hem als zijn Heiland had ontvangen, zou Jeruzalem voor altijd hebben bestaan. Het had de koning der koninkrijken kunnen worden, vrij in de sterkte van zijn macht, die het door God geschonken was.

Dan zouden er geen gewapende soldaten aan zijn poorten op wacht gestaan en geen Romeinse vlaggen op zijn muren gewapperd hebben. Vanuit Jeruzalem zou de duif des vredes tot alle volken zijn uitgegaan. Het zou de gloriekroon der wereld geweest zijn.

Maar het had zijn Heiland verworpen en stond 9P het punt zijn Verlosser te kruisigen. En wanneer de zon zich die avond ter kimme zou neigen, zou de vloek van Jeruzalem voor altijd verzegeld zijn.

Er waren geruchten tot de overheid gekomen, dat jezus de stad. naderde met een grote schaar volgelingen. Zij gingen uit om Hem tegemoet te gaan, hopende de menigte uiteen te drijven. Met een vertoon van groot gezag vroegen zij: " Wie is dit?" Mat th. 21 : 10.

De discipelen, vervuld met de geest der inspiratie, antwoordden: "Adam zal het u zeggen: Hij is het zaad van de vrouw, dat de kop van de slang vermorzelen zal.

Vraag Abraham, hij zal het u zeggen: Hij is Melchizedek, Koning van Salem, de Koning des vredes.

jakob zal het u zeggen: Hij is de Silo van de stam van Juda.

jesaja zal het u zeggen: Immanuël, Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst.

jeremia zal het u zeggen: De Spruit Davids, de Here, onze Gerechtigheid.

Daniël zal het u zeggen: Hij is de Messias. Hosea zal het u zeggen: Hij is de Here, de God

der heirscharen, Here is Zijn gedenknaam. johannes de Doper zal het u zeggen: Hij is het

Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt.

De grote jehova heeft van Zijn troon verkondigd: Deze is Mijn geliefde Zoon.

Wij, Zijn discipelen, verklaren: Deze is jezus, de Messias, de Levensvorst, de Verlosser.

En zelfs de vorst van de macht der duisternis erkent Hem, zeggende: Ik ken U, wie Gij zijt, de Heilige Gods!