E.G. White "Jezus, de vriend voor Jong en Oud"

DE VLUCHT NAAR EGYPTE

Herodes was niet oprecht, toen hij zei, dat hij Jezus wilde komen aanbidden. Hij wilde weten waar het Kind was om Het te kunnen laten doden. Hij vreesde, dat de Heiland tot een koning zou opgroeien en hem het koninkrijk ontnemen.

De wijzen maakten zich gereed voor de terugreis en om Herodes te zeggen, waar zij het Kind gevonden hadden. Maar de engel des Heren verscheen hun in een droom en zond hen langs een andere weg naar huis.

"Toen zij weggetrokken waren, zie, een engel des Heren verschijnt Jozef in de droom en zegt: Sta op, neem het kind en zijn moeder en vlucht naar Egypte, en blijf aldaar, tot,dat Ik het u zeg; want Herodes zal alles in het werk stellen om het kind om te brengen." Matth. 2 : 13.

Jozef wachtte niet tot de morgen, maar stond onmiddellijk op en aanvaardde in de nacht zijn lange reis. God had reeds voorzien in de onkosten van de reis en hun verblijf in Egypte door de kostbare geschenken, die de wijzen aan Jezus gegeven hadden.

Herodes was zeer toornig, toen hij vernam, dat de wijzen langs een andere weg naar huis gegaan waren. Hij wist wat God door Zijn profeet gezegd had van de komst van Christus. Hij wist, dat de ster de wijzen gediend had tot gids. Toch was hij vast besloten om Jezus uit de weg te ruimen. In zijn toom zond hij soldaten, om "al de kinderen, die binnen Bethlehem waren, ...van twee jaar oud en daaronder" om te brengen.

Hoe vreemd voor een mens om tegen God te strijden! Wat een vrese]ijk tonee] moet dit afslachten van de onschu]dige kinderen geweest zijn ! Herodes had vroeger vee] wrede dingen gedaan; zijn godde]oos ]even zou nu echter spoedig eindigen. Vier jaar later stierf hij een vrese]ijke dood.

jozef en Maria b]even in Egypte tot na de dood van Herodes. Toen verscheen de engel aan Jozef en zei: "Sta op, neem het Kindeke en Zijn moeder tot u, en trek in het ]and Israëls; want zij zijn gestorven, die de zie] van het Kindeke zochten." Matth. 2 : 16, 20.

Jozef had gehoopt, dat hij zich in Beth]ehem kon vestigen, waar Jezus geboren was, maar toen hij dicht bij Judea kwam, vernam hij, dat een zoon van Herodes er regeerde in p]aats van zijn vader. Dit maakte Jozef bevreesd er heen te gaan en zo wist hij niet wat hij doen moest. God zond hem echter e~n enge], die hem zei waarheen hij moest gaan. Gehoor gevend aan de raad van de enge], keerde Jozef terug naar zijn vroeger tehuis in Nazareth.