You are: Home > www.agp-internet.com/react > Sermonroom > Historisch Index

Hoofdstuk 4 en 5 van de Openbaring laten zien hoe men God behoort te aanbidden. Ex. 19; Ezech. 1; Jes. 6. God vraagt niet dat we Hem blindelings aanbidden, maar dat wij zijn liefde beantwoorden. Daarnaast vormen ze de achtergrond voor de

boodschap van de zeven zegels uit Openbaring 6. Vers 1.3. Na zijn eerste visioen kreeg Johannes

een tweede, waarin hij een geopende deur zag in de hemel. Deze deur leidde naar het eerste vertrek van het hemelse heiligdom, het Heilige, waar de zeven kandelaren staan.

Vers 5; verg. Exodus 25:31, 32, 37. Johannes zag God in het Heilige zitten op zijn troon. Zijn majestueuze en heerlijke verschijning verblindde de ogen van Johannes. Een regenboog, het symbool van Gods eeuwigdurende belofte om aan de mens barmhartigheid te betonen, omgaf de troon. Zie Genesis 9: 16.

Vers 1, 5. Heel de hemel openbaart de heerlijkheid van de Schepper. Rond zijn troon zitten 24 Oudsten.., mensen die reeds verlost zijn (zie Openb.5:8,9),de eerste voorbeelden van de macht van God. Ze dragen witte klederen, onbevlekt, als bewijs dat Christus gestalte in hen gekregen heeft. De gouden kronen die ze dragen stellen de kostbare gave van het eeuwige leven voor, dat God belooft aan allen, die door de hulp van Christus aan de verzoeking weerstand bieden. Efeze 4:8; Mat t. 27:51-53.

Vanuit de troon van God komen bliksemstralen, stemmen en donderslagen... Het zijn veelzeggende tekenen, die nauw verbonden zijn met zijn Wet en zijn oordelen over de mens. Mozes gebruikte precies dezelfde woorden om de verschijning van God te beschrijven toen Hij op de berg Sinai zijn wet gaf aan het volk van Israël. Zie Exodus 19; Hebreeën 12:18-24.

Vers 6.11. Vier levende wezens -geen dieren, zoals de Statenvertaling en de Nieuwe Vertaling weergeven -bevinden zich ook in Gods tegenwoordigheid. De Bijbel zegt niet duidelijk wie deze wezens zijn (zie voor een soortgelijke beschrijving Ezechiël 1) , maar klaarblijkelijk kent hun liefde voor God geen grenzen. Wellicht hebben ze iets te maken met de vier afdelingen van Israël, die rond het heiligdom gelegerd waren. Zie Numeri 2. Volgens verscheidene Joodse geleerden was het symbool van Juda een leeuw; van Ruben een mens; van Efraim een os; en van Dan een arend.

Zij, die het dichtst in Gods nabijheid zijn, aanbidden Hem omdat ze Hem erkennen als de Schepper van alles; ze beseffen dat ze slechts door Hem leven. Alle ware aanbidding berust op een besef van het onderscheid tussen de Schepper en zijn schepping.

Vers 1-4. Na het visioen uit Openb. 4 zag Johannes God op zijn troon zitten met een geheimzinnige boekrol in zijn rechterhand. Soortgelijke voorstellingen vindt u ook in het Oude Testament b.v. bij het oordeel in Daniël 7. Zie blz. 31. Toen God zijn wet gaf ten tijde van Mozes vestigde Hij er de aandacht op door bliksemstralen, donderslagen en stemmen. De Profeet Ezechiël kreeg ook een visioen van God. Onmiddellijk daarna zag hij een boekrol. De boekrol is een uiting van het goddelijk denken; van plannen die geen schepsel zonder zijn hulp kan verstaan. Ezechiël 2:3, 7; 3:1-10. Dit boek was verzegeld, zoals ook het boek Daniël verzegeld was.

Terwijl heel het universum toeziet zoekt een engel naar iemand, die de zegels van het boek kan verbreken om het te openen, maar er is niemand waardig zo verklaart een van de 24 oudsten.

Vers 5, 6. Alleen Jezus is goed genoeg om het boek te openen. Hij is de .leeuw» van Juda (Genesis 49:9, 10), de .Wortel» Davids (Jesaja 11: 1, 10) .

Beide beelden, het één uit het dierenrijk, het andere uit het plantenrijk, stellen .macht» voor. Deze beelden komen uit de oudtestamentische profetie, die de Messias beschrijven, de door God beloofde Messias, die Israël zou verlossen. Jezus is die beloofde Messias. Alleen Hij, de almachtige Zoon van God, kan het boek van God openen. Hij alleen kan voor het universum het bedoelen van God ontsluiten. Als Johannes Hem ziet, ontdekt hij naast Gods troon een bloedend lam, alsof men bezig was het te slachten als een offer. Door deze symbolische voorstelling toonde Jezus aan Johannes het geheim van zijn eeuwige kracht: zelfopofferende liefde. Vanaf de dagen van Adam tot de dood van Jezus in het jaar 31 liet God lammeren tijdens offerdiensten slachten. In die tijd stond God toe dat zondaars hun schuld beleden op onschuldige lammeren die dan geofferd werden. Hierdoor leerde Hij de mens de aard van de zonde kennen.

En omdat zonde scheiding veroorzaakt met God, de enige bron van leven, moest de dood het gevolg zijn. Niet alleen bij dit offeren werd onderwijs gegeven over de zonde maar er werd ook een weg tot bevrijding geopend. Door het symbool van een onschuldig lam toonde God zijn bereidheid om onze schuld te dragen en de straf op zich te nemen die wij verdienen.

Jezus is het ware Lam, de onschuldige Plaatsvervanger, door God gegeven om de zonden van de wereld te dragen. Johannes 3:16; 1 :29. Zijn dood op Golgotha maakte voor het gehele universum de aard van de zonde en de macht van de liefde duidelijk .

Jezus droeg vrijwillig de schuld en aanvaardde de straf die wij allen verdienen. De zonde vernietigde Christus niet. Inplaats daarvan overwon Hij de zonde en de dood. Hij verrees uit het graf, waardoor Hij voor ons allen de overwinning behaalde. Johannes 17; Hebreeën 2:14. De dood van Christus op Golgotha openbaarde het karakter van God. Ja, Jezus is waardig. Zijn liefde is de hoogste macht in het heelal. Hij is de bron van alles wat goed is.

Vers 7-10. Die het dichtst bij Jezus zijn, zien Zijn liefde duidelijk. Zij zijn de eersten om Hem te loven en te aanbidden.

Vers 11.14. Spoedig zal het heelal verenigd zijn in een machtige symfonie van lof en dank aan God en aan Zijn Zoon Jezus Christus.

De opening van de zeven zegels is een nieuwe Openbaring van Jezus Christus. In dit visioen wordt Gods plan zichtbaar. Hij maakt een einde aan de grote problemen, waarmee de mens door de eeuwen heen te maken heeft gehad. De uit. werking van de zonde wordt getoond. Deze wordt zichtbaar vanuit het goede (gesymboliseerd door de ruiter op het witte paard: 1 e zegel) , en voert tot het wegnemen van de vrede, tot hongersnood, vervolging, natuurrampen en vrees in de harten van de mensen. Alleen Jezus kan deze problemen in hun juiste verhouding plaatsen, want alleen liefde kan de ware aard van de zonde openbaren. De opening van de zeven zegels toont de liefde van God in Christus voor de mens. God stelt de zonde aan de kaak en geeft de zekerheid dat er een oordeel komt. Daarnaast is ieder zegel een teken van de wederkomst van Christus. Kort voordat Hij stierf vertelde Jezus zijn discipelen dat bepaalde tekenen aan zijn wederkomst zouden voorafgaan. Evenals de zeven gemeenten zijn ook de zeven zegels van belang voor de gemeente in elke tijd. In zekere zin reikt elk zegel tot het einde van de tijd. Maar het ligt voor de hand, dat de zegels in de eerste plaats betrekking hebben op de geschiedenis van Gods gemeente en haar vervolgers, vanaf de tijd van Johannes tot aan de wederkomst van Jezus.

Hoofdstuk 6

Vers 1-8. In de eerste vier zegels zag Johannes vier na elkaar komende ruiters. In dit historisch schouwspel openbaarde Jezus aan Johannes de toenemende verwording en verslechtering van de situatie van zijn kerk. De kerk, die met Christus begon, ging uit om de wereld te overwinnen. Maar heel spoedig, bij de opening van het tweede zegel, kwam de wereld de kerk binnen. Hand. 20: 29, 30; 2 Thess. 2:1-7. Het vierde zegel beschrijft heel terecht de diepten waarin een groot deel van het christendom verzonk tijdens de Middeleeuwen, toen de kerk zich verenigde met de staat en hen vervolgde, die met haar van mening verschilden. Openbaring 12-19 laat zien dat een soortgelijke vervolging in de nabije toekomst in verhevigde vorm zal optreden.

Vers 9-11. Het kwaad, dat genoemd wordt in de vorige zegels, eist gerechtigheid. De mensen hebben zich in alle tijden verbaasd dat het kwaad schijnbaar niet gestraft wordt. Het vijfde zegel brengt de zekerheid dat de straf komt, maar dat eerst de:,geschiedenis haar loop moet hebben. Dit wordt voorgesteld met een bekend symbool. In Gen. 4:10 .riep het bloed van Abel tot God.. In Gen. 9:4 wordt het bloed .ziel» genoemd. In dit visioen roepen de zielen van de martelaren (hun bloed) om vergelding.

Zinnebeeldig wordt hun dat toegezegd. De Hervorming van de zestiende eeuw liet veel christenen beseffen, dat zij die voor hun geloof gestorven waren -onder invloed van het kerk-staat systeemwaardevolle mensen waren en geen ketters.

Vers 12-13. Onder het zesde zegel zag Johannes, dat zelfs de natuur zou reageren op de afval, die Gods kerk bedreigde. De profeet Joël verklaarde -meer dan 2500 jaar geleden -dat «de zon verduisterd zou worden, en de maan zou veranderen in bloed.., voordat de grote en geduchte dag des Heren zou komen. Joël 2:31.

Na de Hervorming in de zestiende eeuw kwamen bepaalde tekenen als antwoord op de gebeurtenissen voorspeld in vers 12 en 13. In 1755 vond de aardbeving van Lissabon plaats, één van de zwaarste die ooit vermeld werden. De schok werd gevoeld in Europa, Afrika en Noord Amerika en besloeg een gebied van 10 miljoen vierkante kilometers. Op 19 mei 1780 vond een merkwaardige zon en maansverduistering plaats in Noord Amerika en drie jaar later, op 6 juli 1783, in Europa. De Hamburger Neue Zeitung van 18 juli 1783 bevestigt dat: ,.Hildburghausen, 6 juli. De bossen in de gehele omgeving hier zien er meer wit uit dan groen; de hemel als opgejaagde kalk; zon en maan gaan steeds bloedrood op en onder. In alle kerken worden bidstonden gehouden.» Urenlang heerste er een ondoordringbare duisternis. Toen de avond viel, werd de duisternis angstwekkend. Na middernacht trok het duister op en werd een bloedrode volle maan zichtbaar. In november 1832 werd er op het oostelijk halfrond een verbazingwekkende sterrenregen zichtbaar en precies een jaar later herhaalde dit verschijnsel zich op het westelijk halfrond. De vallende sterren waren zo talrijk dat het op een vuurregen leek. Deze gebeurtenissen waren niet alleen een nauwkeurige vervulling van de profetie, maar ze kwamen ook precies op de volgorde die in de bijbelprofetie wordt aangegeven. Ze werden door velen waargenomen en men geloofde dat de wederkomst van Jezus spoedig zou komen.

Vers 14-17. Het openen van de hemel, als een boekrol, is nog toekomstig. Het zal plaatsvinden bij de wederkomst van Christus. Dan zullen zij, die Hem verworpen hebben, zien hoe groot hun zonde is, en ze zullen uit Zijn tegenwoordigheid wegvluchten.

Voordat het zevende zegel geopend wordt, moet een belangrijke vraag worden beantwoord: «Wie zal kunnen bestaan » in die verschrikkelijke tijd, die beschreven wordt in de verzen 14-17 ? De Bijbel zegt dat Jezus zal komen met grote heerlijkheid, als een verterend vuur. Zijn heerlijkheid zal de goddelozen verdelgen. Zijn er mensen, die zuiver genoeg zijn om te kunnen bestaan als Hij komt ?