You are: Home  agp Bijbelstudies  agp Bijbelstudie & Overdenkingen  agp Bijbelstudies - Adventistisch Erfgoed  

 

 

Vele Nieuw Testamentische schrijvers hebben aan het onderwerp van Jezus' wederkomst naar deze wereld hun aandacht gewijd. Maar ook de zieners van het Oude Testament, verzonken in hun heilige visioenen, hebben deze grondgedachte der Heilige Schriften de mensen verkondigd. Het is in harmonie met de belofte van, Christus zelve, dat Hij naar deze aarde zal terugkeren, aan de heerschappij van het kwaad en einde te maken en voor de kinderen des geloofs het verloren paradijs te herstellen. In dit .verband ze~ Jezus: "Uw hart worde niet ontroerd, gijlieden gelooft in God, gelooft ook in Mij. In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen; anderzins zo zou Ik het u gezegd hebben; Ik ga heen om u plaats te bereiden. En zoo,. wanneer Ik heen zal gegaan zijn, en u plaats Zal bereid hebben, zoo kome Ik weder ~n zal u tot Mij ne,en, opdat gij ook zijn moogt, waar Ik ben". (Joh. 14:1-3).

Toen Jezus Zijn bekend gesprek met Zijlf discipelen op de Olijfberg had, vroegen deze Hem: "Welk zal het teeken zijn van uw toekomst en van de voleinding der wereld ?" (Matth. 24:3). "

In Zijn antwoord noemde Jezus bepaalde tekenen, waaraan de mensen konden weten dat Zijn komst nabij was.

"Er zullen teekenen zijn", zo sprak Hij, "in de zon en maan en sterren". (Lukas 21:25). .

Achthonderd jaren vóór Jezus deze bijzondere gebeurtenissen voorzegde, had God door de profeet Joël de volgende boodschap verkondigd: "Ik zal wonderteekenen geven in den hemel en op de aarde; bloed en vuur en rook. pilaren. De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, eer dat die groote en vreeselijke dag des Heeren komt". (Joël 2:30, 31).

Meer dan zevenhonderd jaren voor de geboorte van Christus, had Jesaja verkondigd : "Ziet, de dag des Heeren komt, gruwelijk, met verbolgenheid en toorn, om het land te stellen tót verwoesting, en zelfs zondaars daaruit te verdelgen; want de sterren des hemels en zijn gesternten zullen haar licht niet laten lichten; de zon zal verduisterd worden, wanneer zij zalopgaan en de maan zal haar licht niet laten schijnen". (Jesaja 13:9, 10).

Zo hielden de heilige profeten van het verleden reeds hun ogen gericht op de Advent van de Messias, als de vervulling van hun hoop en verwachting.

Aangezien er in Jezus' tijd verscheidene valse leraars in het land waren, waarschuwde Christus Zijn discipelen tegen mogelijke misleidingen ten aanzien van Zijn tweede komst.

"Ziet toe", zeide Hij, "dat u niemand verleide ...want er zullen valsche christussen en valsche profeten opstaan en zullen groote teekenen en wonderheden doen, alzoo dat zij (indien het mogelijk ware) ook de uitverkorenen zouden verleiden". (Matth. 24:4, 24).

De tijd, wanneer deze tekenen van het laatste der dagen zouden geschieden, was eveneens aangegeven. Deze tekenen zouden plaats vinden ,na de verdrukkingen van de Christelijke kerk ,gedurende de lange geloofsvervolging. De profetieën in het boek Daniël hadden dit 1ijdperk voorzegd en hadden 1260 jaren gesteld als een tijd, waarin de pauselijke macht "de heiligen des Allerhoogsten zou mishandelen". (Daniël 7:25) (Leidse Vertaling).

Jezus had deze tijd voorzegd in een bewoording, wel~e de discipelen uitermate vreemd voorkwam, "alsdan zal de groote verdrukking wezen, hoedanige niet. is geweest van het begin der wereld tot nu toe, en ook niet zijn zal. En zoo die dagen niet verkort werden, geen vleesch zou behouden worden; maar om der uitverkorenen wil zullen die dagen verkort worden". (Mat th. 24 :21, 22).

Het is een historisch feit, dat vlak voor de eeuw van uitvindingen en hervorming, in Noord Europa vele Christenen gedood werden op aan

.stichten van de paus. Maar het doorbreken van het licht .des Bijbels door de Hervorming maakte een einde aan deze onverdraagzaamheid, omdat nu het menselijk geweten tegen deze praktijken in opstand kwam. Zo werden de dagen van die weergaloze verdrukking " verkort' '.

, Vooruitziende naar deze tijd, waarin aan deze verdrukking een halt zoU worden toegeroepen, noemde Christus de tekenen, die de nadering van de grote dag Gods zouden kenmerken. Hij zeide: " Terstond ha de verdrukking dier dagen, zal de zon verduisterd worden, en de maan zal haar schijnsel niet geven, en de sterren zullen van den hemel vallen". (Matth. 24:29). Deze " verdrukking" viel, volgens de schrijvers der Kerkgeschiedenis, tussen de jaren 538 en 1798 onzer jaartelling. Gedurende deze tijd -vooral het eerste gedeelte dezer periode, bekend als de "donkere Middeleeuwen" -werden miljoenen mensen, als ketters en afvalligen, ter dood gebracht. Jezus toonde aan, dat deze tekenen zouden plaats vinden in een pauze tussen de verdrukkingen, maar dat daarin de geloofsvervolging zou ophouden. Markus beschrijft dit gebeuren misschien duidelijker :

"In die dagen, na die verdrukking, zalde-zon "verduisterd worden en de maan zal haar schijnsel niet geven". (Markus 13:24).

Dan is het bovendien nog van betekenis, dat aan de pauselijke vervolging ongeveer 1772 een einde kwam. Ruim 20 jaren vóór ,179~, waren er geen martelaren meer, die hun geloof "met het leven betaalden; de geloofsvervolging opgehouden. In volledige overeenstemming met de belofte, werden de zon en de maan verduisterd op 19 Mei 1780. Omstreeks die tijd verkreeg Amerika voor, dien een kolonie van Engeland, :zijn, algehele onafhankelijkheid, en werd ,éen vrij volk. Aangezien talrijke slachtoffers van de Europese onverdraagzaamheid in dit nieuwe land een schuilplaats hadden gezocht, ligt het voor de hand, dat de tekenen aangaande een eventuele vel:lossing u!t alle verdrukking, binnen hun gezichtskring zouden vallen. .

,Webster's Dictionary) geeft een authentieke beschrijving van die "Duistere Dag" ...

"Zo genoemd. vanwege een merkwaardige duisternis op die dag over geheel Nieuw-Engeland ...Vogels zongen hun avondlied, verdwenen en zwegep; de kippen gingen op stok in de huizen werden kaarsen aangestoken. De ware oorzaak van dit wonderlijk voorval is niet bekend".

Seluel William, van de Cambridge-universiteit in Massachusetts geeft in zijn boek, Gedenkschriften van de Amerikaanse Academie van Kunsten,en Wetenschappen) een volgend ooggetuigenverslag. "Deze zeldzame duisternis ' viel op 19 Mei ",1780. Het begon des morgens tussen tien en elf uur en duurde tot halverwege de avond daarop, hoewel verschillend op verscheidene plaatsen". ,

In het werk van Dr. W ..R. Cochrane over de Geschiedénis van de stad Antrim, "New Hampshire", geeft deze waarnemer een ruimere beschrijving van de reacties der bevolking op deze gebeurtenis en,

Hij zegt : " Tal val mensen geloofden, dat het einde der wereld was aangebroken, in het veld vielen de mannen op hun knieën om te bidden; sommigen renden naar hun buren om fouten te belijden en vergeving te vragen; in plaatsen, waar kerkgebouwen waren, verzámelden de mensen zich, en godvruchtige predikanten gingen voor en smeekten God, om Zijn beschermende hand uit te strekken; en overal op deze wonderdag! der verschrikking! kwamen de onverschilligen tot inkeer en dachten over hun zonden en hun Schepper.! De duisternis nam overdag steeds toe, en was voor zonsondergang zo intens, dat men geen hand voor ogen kon zien.

Angstig wachtten de mensen op de maan, die in haar volheid om negen uur zou opkomen en kleine kinderen vroegen met betraande ogen, of het niet gauw licht zou worden. Maar men werd teleurgesteld, want de maan kon de dikke duisternis niet verdrijven. In de huisgezinnen in het stadje Antrim werden die avond smeekbeden opgezonden. Nooit hebben de kinderen de tederheid en zegening ondervonden van hun moeders dan die avond. De kleinen gingen ten lange leste naar bed, maar de ouders bleven de gehele nacht op om te zien of de zon de volgende dag weer zou opkomen. Nooit brak een lieflijker dageraad aan diln op die 20ste Mei I Nooit waren mensen op aarde dankbaarder gestemd. Zelfs onverschillige mensen loofden God. Zo was de bevolking onder de indruk van deze ge- beurtenis, dat de stad op 9 Maart 1781, op een vergadering besloot, om de komende Mei 'als een bid- en vastendag te stellen". Sinds die verduisterinf! van zon en \maan zijn nu meer dan 160 jaren verlopen. De oor~aak van deze uitzonderlijke gebeurtenis was l.ang een onderwerp van discussie. Men heeft er geen verklaring voor kynnen vinden ; alleen het feit blijft bestaan dat na de verdrukking, zoals Christus voorzegde, dit teken aan de hemel zou verschijnen.

Een andere ongewone gebeurtenis zou, volgens Jezus' profetische rede, eveneens plaats vinden. Hij zeide: "De sterren des hemels zullen vallen". (Mark. 13:25). Een indrukwekkende 'beschrijving van dit gebeuren is vermeld in het boek der Openbaring. Daar zegt; de profeet: "De sterren des hemels vielen op de aarde, ge!ijk een vijgeboom zijn onrijpe vijgen afwerpt, als hij van een grooten wind geschud wordt". (Openbaring 6 :13).

Op 13 November 1833 vond de grote gebeurtenis plaats, die bekend staat als de sterrenregen.. Zo'n vertoon van overweldigende schóonheid is vóór noch nadien ooit aanschouwd,.

Charles A. Voung, Professor in de sterrekunde aan de Princetown-Universiteit, zegt; hierover, het volgende :

" Waarschijnlijk een van de meest merkwaardige sterrenregens, die ooit hebben plaats gevonden, was die van de Leoniden, gedurende de avond en nacht volgende op 1'2 November 1833. Volgens de waarneming rn der verschil.lende observatoriums bedroeg het aantal wel 200.000 per uur, terwijl dit 5 a 6 uur duurde. De hemel was zo vol vallende sterren, dat het wel met een sneeuwstorm kon vergeleken worden". Manual of Astrohomy, blz. 469.

Professor Denison Olmsted van de Vale-universiteit schreef over dit wonderlijke schouwspel nog het volgende :

"De morgen van de 13e November 1833 zal in de herinnering blijven voortleven door het phenomenaal gebeuren van een geweldige sterrenregen, van grootser aanzien en omvang, als ooit in de geschiedenis is vermeld. ..Vermoedelijk is et sinds de eerste pioniers in dit land, geen natuurverschijnsel aan de hemel geweest, dat door sommigen aanschouwd werd vol extase en bewondering, door anderen in angst en vrees nog lang na de gebeurtenis, was de "sterrenregen' , het onderwérp van het gesprek in elke kring". American Joumal of Science and Arts, Vol XXV, (1834) blz. 363, 364. ' :

Sommigen, die van het ongewone schouwspel getuigen waren geweest, hadden de indruk, dat het een teken wag van het naderend wereldeinde. Frederick A. Douglas, in die tijd voorstander van de afschaffing der slavernij, schrijft in zijn boek My Bondage and My freedom (Mijn slavernij en mijn vrijheid), aangaande deze gebeurtenis het volgende :

"Ik was getuige van dit machtig schouwspel en het heeft een geweldige indruk op mïj gemaakt. Het scheen alsof talloze bood. schappers van de hemel neerdaalden. Het was tegen het aanbreken van de dageraad, dat ik dit wonder aanschouwde.

Op datzelfde moment kwam de gedachte bij mij op, dat dit de voorbode van de komst van de Zoon des mensen kon zijn : en ik was in mijn geest verblijd, omdat ik bereid was Hem als mijn vriend en Heiland te ontmoeten. Ik had gelezen, dat "de sterren van den hemel zullen vallen", en nu gebeurde dit Het voorval bleef mïjn geest bezig houden; ik besloot voortaan mijn ogen hemelwaarts gericht want de wereld had mij niets meer te brengen". ,

OPI die dag na' de sterrenregen verscheen een lang artikel in een New Vorkse Courant (Joumal of Co~merce), waaruit wij het volgende citeren: "Geen filosoof of geleerde heeft ooit in zijn boeken een dergelijk gebeuren vermeld, als dat gistermorgen plaats vond. Achttienhonderd jaren geleden heeft een profeet dit nauwkeurig voorzegd. ..en met die geweldige regen van sterren zagen wij de profetie gisteren in vervulling gaan".

Andere waarnemers knoopten aan dit wonderlijk voorval, het komende oordeel vast. "De oude landman", die geregeld schreef in de Portland Evening Advertisen, noemde in het nummer van 26 Nov. 1'833 dit voorval: "een veelzeggend symbóol, een zeker~ voorbode, een genadevol teken van die grote en vreselijke dag". De ,profetieën van de Bijbel, en de gebeurtenissen, waarover de zieners hadden geschreven vonden in dit voorval een vervulling.

Jezus vroeg Zijn discipelen nota te nemen van het volgende voorval. "En. als dan", zo zeide Hij, "zal in den 'hemel verschijnen het teeken van den Zoon des menschen". (Mat th. 24:30).

Lukas drukt zich hierover' als volgt uit: "En . alsdan zullen zij den Zoon des menschen zien komen in een wolk, met groote kracht en heerlijkheid", en hij voegt daaraan toe :

"Als nu deze dingen beginnen te geschieden, zoo ziet omhoog en heft uwe hoofden opwaarts, omdat uw verlossing nabij is". "Deze Jezus" (Hand. 1 :11), die ten hemel voer om voor de christelijke pelgrims dezer wereld een plaats te bereiden, zal terugkeren om als het Zijne op te eisen: "allen. ..die Zijn verschijning lief

.gehad hebben". (2 Tim. 4:8). Paulus schreef: "Alzoo ook Christus, eenmaal geofferd zijnde, om veIer zonden weg te nemen, zal ten andere male zonder zonde gezien worden van degenen, die Hem verwachten tot zaligheid". (Hebr. 9:28).

De boodschap van Jezus' wederkomst -en zo was het ook met de tijding van Zijn geboorte te Bethlehem -wekte geen vertrouwen bij de vooraanstaanden op kerkelijk gebied. Zij hadden hun verbondenheid met God niet nauw

genoeg bévestigd, en bijgevolg namen zij de boodschap van de hemel niet aan. Zij, die de eersten hadden moeten zijn) om de waarschuwing ter harte te nemen, stonden in Nov. 1833 onverschillig tegenover dat teken Gods aan de hemel.

De woorden van Paulus houden een boodschap in ter rechter tijd, voor hen, die misschien het licht en de voorrechten, welke God aan dit hemels wonder heeft vastgeknoopt, niet genoeg waarderen. "Maar gij, broeders", .zo zegt hij, "gij zijt niet in duisternis, dat u die dag als een dief zou bevangen. Gij zijt allén kinderen des lichts, en kinderen des daags, wij zijn niet des nachts, noch der duisternis". (1 Thess. 5:4, 5). .

De Joden van ouds kenden de tijd hunner bezoeking niet. Door hun hovaardij en ongeloof ging de Heere hen voorbij en maakte Zijl} waarheid bekend aan nederige herders, mannen, die, hoewel niet geteld door de rijken en welgestelden, de Heere verkozen te volgen, toen Zijn licht hun pad bescheen.