|
||
You are home- www.agp-internet.com/react- profetie.nl.nu | ||
Auteur: Mefag.com - ook artikelen schrijven: react@agpgroup.net TOEKOMST ZONDER ILLUSIES In de afgelopen jaren was de wereld getuige van toenemende
rampen. Droogten, overstromingen, enorme wervelstormen en aardbevingen volgden
elkaar zonder onderbreking op. Duizenden verloren hun leven bij vreselijke
ongevallen te land, ter zee of in de lucht. Miljoenen verhongerden. Landen als
Brazilië en Mexico zijn bankroet en niet in staat om hun schulden te betalen.
Oorlogen, staatsgrepen, bevolkings-explosies en de voortdurende vernietiging van
de natuur maken de mensen angstig bij het zien naar de toekomst. Veel van
deze gebeurtenissen worden in de Bijbel
LEREN VAN HET VERLEDEN God verkondigde bijvoorbeeld aan Noach de komende zondvloed; aan Abraham en Lot de vernietiging van Sodom en Gomorra en aan Mozes de plagen die over Egypte zouden komen. Deze gebeurtenissen zijn voor ons
opgeschreven om daar lering uit te trekken nl. dat alle profetische
waarschuwingen uit de Bijbel op verbazingwekkende wijze vervuld zijn, wat ons de
zekerheid geeft dat deze zich ook in de toekomst zullen vervullen (1 Cor.
10:6-12; 2 Petrus 2:5-9; Hebreeën 4:11). Zo is ook de meest indringende waarschuwings-boodschap van God aan ons, die in de eindtijd leven, opgetekend als: DE BOODSCHAP VAN DE DRIE ENGELEN die wij vinden in hoofdstuk 14 van het boek ‘De Openbaring van Johannes’. Dit is de laatste oproep die God aan alle mensen geeft voor de wederkomst van Jezus Christus als Koning en Rechter. Zij bevat de ernstigste waarschuwing, die in de Bijbel te vinden is over een komend oordeel. 1. "Vreest God en geeft Hem eer, want de ure van zijn oordeel is gekomen, en aanbidt Hem die de hemel en de aarde en de zee en de waterbronnen gemaakt heeft." 2. "Gevallen, gevallen is het grote Babylon, dat van de wijn van de hartstocht zijner hoererij al de volkeren heeft doen drinken." 3."Indien iemandhet beest en zijn beeld aanbidt en het merkteken op zijn voorhoofd of op zijn hand ontvangt, die zal ook drinken, van de wijn van Gods gramschap, die ongemengd is toebereid in de beker van zijn toorn; en hij zal gepijnigd worden met vuur en zwavel ten aanschouwen van de heilige engelen en van het Lam. En de rook van hun pijniging stijgt op in alle eeuwigheden en zij hebben geen rust, dag en nacht, die het beest en zijn beeld aanbidden, en al wie het merkteken van zijn naam ontvangt" (Openb.14:6-11). Deze oproep is voor iedereen van levensbelang! Maar hoe kunnen wij vermijden dit beest en zijn beeld te aanbidden, als wij niet weten wat dit alles betekent? Gebrek aan kennis heeft hier dodelijke gevolgen: "Mijn volk gaat tengronde door het gebrek aan kennis" (Hos.4:6; vgl. Jes.29:13,14). Maar God heeft beloofd dat hij de oprechten inzicht zal geven (Spr.2:1-7; Dan.12:4-10 en Matt.7:7,8). "Zowaar Ik leef, luidt het woord van de Here Here, Ik heb geen behagen in de dood van de goddeloze, maar veeleer daarin, dat de goddeloze zich bekeert van zijn weg en leeft. Bekeert u, bekeert u van uw boze wegen. Want waarom zoudt gij sterven, huis Israëls?" Ezech.33:11( vgl 2 Petr.3:10,11 en Mal.3:18-20). WAT BETEKENT HET BEEST MET HET BIJZONDERE MERKTEKEN? Voordat wij over het beest spreken, moeten wij de achtergrond
en de geschiedkundige ontwikkeling tot aan het beest begrijpen. Het beste begint
men in het boek Daniël, dat op grootse wijze de geschiedenis voorzegt, vanaf de
zesde eeuw voor Christus tot nu toe.
De verklaring van de daar gebruikte symbolen wordt niet overgelaten aan menselijke speculaties. Bijbelse profetie is "voorspelde geschiedenis". De Bijbel zelf geeft ons ook de sleutel om deze te begrijpen (2 Petr.1:20). Een beest is in de profetie een koning of koninkrijk. Dit leest u in Daniël 7:17-23: "Deze vier grote dieren, zijn vier koningen... Dat vierde dier is het vierde koninkrijk, dat op aarde zal zijn..." In Daniël 7:3 staat: "En vier grote dieren stegen uit de zee op.." Zee of wateren betekenen "volkeren en scharen en natiën en talen" Openb.17:15; Jes.8.7). In hoofdstuk 7 van het boek Daniël worden aan de profeet de toekomstige wereldrijken als "dieren" aangeduid. Een soortgelijke voorstelling vinden wij in Daniël 2:27-45. Daar symboliseren de afzonderlijke delen van een standbeeld het verloop van de gehele wereldgeschiedenis op treffende wijze! ![]() DE LEEUW "Het eerste geleek op een leeuw" (Dan.7:4; vgl 2:37,38). Dit dier stelt het Babylonische Wereldrijk voor (606-538 v.Chr), dat ten tijde van Daniël de wereld beheerste. U kunt vandaag nog in het Berlijnse Pergamum museum de gevleugelde leeuwen bewonderen als historische getuigen uit die periode.![]() DE BEER "En zie, een ander dier, het tweede, geleek op een beer; het richtte zich op de ene zijde op, en drie ribben waren in zijn muil tussen zijn tanden; en men sprak tegen hem aldus: sta op, eet veel vlees" (Dan.7:5). Dit dier heeft dezelfde betekenis als de zilveren borst en armen (Dan. 2:32,39) en staat voor de macht, die volgde op het Babylonische Rijk: het dubbel-rijk Medo-Perzië (538-331 v. Chr.), waarin eerst de Meden en later de Perzen regeerden. De beide armen en de eenzijdig opgerichte beer maken dat duidelijk. De ene helft werd machtiger dan de andere. De drie ribben symboliseren de naties die door Medo-Perzië werden overwonnen, namelijk Babylon, Libië en Egypte.![]() DE PANTER "Daarna zag ik, en zie, een ander dier, gelijk een panter; het had vier vogelvleugels op zijn rug en vier koppen. En aan hem werd heerschappij gegeven" (Dan.7:6). Ook dit dier vindt zijn tegenhanger in Daniël 2:32-39, de buik en de lendenen van koper. Het was het Griekse Rijk (331-168 v.Chr.) dat onder Alexander de Grote de Perzen onderwierp en na diens dood in vier delen uiteenviel, voorgesteld door de vier koppen (Macedonië, Thracië, Syrië en Egypte). ![]() HET VIERDE DIER. . "Daarna zag ik in de nachtgezichten en zie, een vierde dier,
vreselijk, schrikwekkend en geweldig sterk; het had grote, ijzeren tanden: het
at en vermaalde, en al wat overbleef, vertrad het met zijn poten, en dit dier
verschilde van alle vorige en het had tien horens" (Dan.7:7). Ook dit dier
vinden wij terug in Dan.2:33 en 40 als benen van ijzer. De vierde grootmacht die
de Griekse opvolgde was het keizerlijke Rome (168 v Chr.-476 n Chr.). Het was zo
verschillend van alle dieren, die Daniël gezien had, dat hij niet in staat was
om het nader te omschrijven. De "tien horens" in Daniël 7:24
betekenen, dat "tien koningen uit dit koninkrijk zullen voortkomen." Het
is een geschiedkundig feit, dat het Romeinse Rijk in 476 na Chr.
uiteenviel en dat in plaats daarvan tien rijken kwamen, namelijk tien Germaanse
stammen die nu de Europese Staten vormen. Parallel met Dan.7:24 worden ze in
Dan.2:41,42 voorgesteld als de tien tenen van het standbeeld. Het waren de
volgende stammen: 1. Alemannen (Duitsland) 2. Franken (Frankrijk) 3. Angelsaksen
(Groot-Brittannië) 4. Bourgondiërs (Zwitserland) 5. Westgoten (Spanje) 6. Sueven
(Portugal) 7. Lombarden (Italië) 8. Herulen 9. Vandalen 10. Oostgoten. DE KLEINE HOREN. "Terwijl ik op die horens lette, zie, daar tussen verhief zich een andere kleine horen, en drie van de vorige horens werden daarvoor uitgerukt; en zie, in die horen waren ogen als mensenogen en een mond vol grootspraak" (Daniël 7:8). DE VERSCHILLENDE AANWIJZINGEN VOOR IDENTIFICATIE 1. Deze horen kwam op "tussen" de tien horens (koninkrijken) en drie van de tien horens werden uitgerukt bij het ontstaan van zijn macht. 2. In Dan.7:24 wordt vermeld, dat de kleine horen zal optreden na het opkomen van de tien horens. Deze beschrijving past slechts op één macht in de geschiedenis. In Rome zelf, het centrum van het vervallen wereldrijk, ontstond na 476 na Chr. het Pausdom (de een-persoons-regering van het Katholicisme). In zijn machtsontwikkeling "werden drie van de vorige horens daarvoor uitgerukt"; de Herulen, de Vandalen en de Oostgoten. Zij verdwenen uit de geschiedenis. Op bevel van de Oostromeinse Keizer Justinian (Codex Justinianus) werd in 533 na Chr. de bisschop van Rome aangesteld als hoofd van alle christelijke kerken. Toen de laatste der drie Ariaanse volksstammen (de Oostgoten), die zich tegen dit bevel verzetten, in het jaar 538 n Chr. vernietigend werden verslagen door Belisarius de keizerlijke generaal en uit Rome werden verdreven, was ook de politieke grondlegging van het pauselijke Rome bezegeld voor een tijdsperiode die profetisch was voorzegd.
4.
Verder staat er: "Hij zal erop uit zijn tijden en wet te veranderen." Het
pausdom veranderde inderdaad de wet van God, de Tien Geboden, door het tweede
gebod, om geen afgodsbeelden te aanbidden of te 5. "En hem werd een mond gegeven, die grote woorden spreekt en godslasteringen spreekt... en het beest opende zijn mond tot lasteringen tegen God, om Zijn naam te lasteren en Zijn tent en hen, die in de hemel wonen" (Openb.13:5,6; vgl. Dan.7:8-25; Dan.11:36; 2 Thess. 2:3,4). Hoe omschrijft de Bijbel godslastering? Bij een aanval tegen Jezus beschuldigde men Hem van godslastering: "Omdat gij, een mens, Uzelf God maakt" (Joh.10:33). Een andere vorm van godslastering lezen wij in Lucas 5:21: "Wie is deze, die godslastering spreeekt? Wie kan de zonden vergeven dan God alleen?" Beide vormen van genoemde godslastering zijn van toepassing op het Pausdom. In de Encycl. ‘Paus Leo XIII’, 20-6-1895 staat: "Wij bekleden op aarde de plaats van God Almachtig." De paus wordt ook ‘Heilige Vader’ genoemd, hoewel Jezus deze titel voor mensen heeft verboden (Matt.23:9), daar deze aanspraak uitsluitend is voorbehouden aan de Vader in de hemel (Joh.17:11). De Bijbel leert dat God alleen zonden vergeeft maar in het Pausdom doet de priester dat en vaak voor geld (zie de mis voor de gestorvenen). 6. In Daniël 7:25 en 12:7 en Openb.12:14 wordt zelfs het tijdperk van de pauselijke opperheerschappij door de profeten voorzegd als "drie en een halve tijd", in Openb.11:2 en 13:5 als 42 maanden en in Openb.11:3 en 12:6 als 1260 dagen. De Bijbelse maatstaf voor profetische tijdsaanduidingen, n.l 1 dag = 1 jaar (zie Ezech.4:6 en Num.14:34) maakt duidelijk, dat het bij al deze tijdsaanduidingen gaat om dezelfde periode van 1260 werkelijke jaren. Met "een tijd" bedoelde men toen 1 jaar. Men rekende in maan-jaren van 360 dagen. Een maand bestond uit 30 dagen (vgl. Gen.7:11,24; 8:4). Op grond hiervan leveren 3 tijden 3 jaren = 3x360 = 1080. En een 1/2 tijd = 180 jaar, 1080 + 180 = 1260 letterlijke dagen. In maanden uitgedrukt is dit 3x12+6 = 42 maanden. Deze geprofeteerde tijds-aanduiding zien wij vervuld in de geschiedenis van het Pausdom. De vernietiging van de Oostgoten in 538 na Chr., als laatste hinderpaal voor de machtsvorming van het Pausdom, voorgesteld door de "horen", wordt algemeen erkend als het begin van de politieke macht van het Pausdom. Als wij van dit tijdstip af 1260 jaren tellen, komen wij in het jaar 1798 na Chr. In dit jaar werd tijdens de Franse Revolutie paus Pius VI gevangen genomen door de Franse generaal Berthier. Paus Pius VI stierf in gevangenschap. Zo ging de voorzegging in vervulling. "Indien iemand in gevangenschap voert, dan gaat hij in gevangenschap" (Openb.13:10 -Concordantie NT). Nooit meer had het Pausdom een zo duidelijke macht en invloed als tot op dat tijdstip. Een democratische structuur werd ingevoerd en Rome werd een republiek. Daarmee was de politieke macht van het Pausdom gebroken, juist zoals in de profetie was voorzegd, na 1260 jaren. In Openb.13:1-10 wordt heel kort de geschiedenis van het Pausdom geschilderd, zoals dit tevoorschijn komt uit het Romeinse wereldrijk; hoe het 1260 jaren lang zou heersen en aan het einde dodelijk gewond wordt. 7. In Openb.13:3 staat: "En ik zag een van zijn koppen als ten dode gewond, en zijn dodelijke wond genas; en de gehele aarde ging het beest met verbazing achterna." Hieruit blijkt duidelijk dat deze macht zal bestaan tot aan de wederkomst van Christus (vgl. Dan.7:21,22). 8. In de periode tussen zijn dodelijke wond en het herstel van zijn macht komt een ander dier naar voren. "En ik zag een ander beest opkomen uit de aarde en het had twee horens als die van het Lam en het sprak als de draak. En het oefent al de macht van het eerste beest voor diens ogen uit. En het bewerkt, dat de aarde en zij die erop wonen, het eerste beest zullen aanbidden, welks dodelijke wond genezen was" (Openb.13:11,12).
Slechts één macht in de geschiedenis voldoet aan deze vijf profetische feiten, en wel de Verenigde Staten van Amerika, die werden samengevoegd in de jaren 1763-1800. In Openb.13:11-18 lezen wij dat zij onschuldig begint, maar ze zal uitgroeien tot een wereldmacht in de eindtijd. Er wordt voorzegd dat Amerika door de oprichting van een beeld van het beest, de mensheid ertoe zal brengen om het beest, welks dodelijke wond genezen is, te aanbidden! Dit beeld stelt een exacte kopie voor van dat wat het Pausdom was gedurende haar 1260-jarige heerschappij. De genoemde "aanbidding" wijst ook op een godsdienstige politieke macht! In Daniël 3:5,10,14,18,28 wordt duidelijk gemaakt dat de godsdienstige verering van menselijke beelden en machtsymbolen gelijk staat aan afgoderij en in strijd is met het tweede gebod van God (Ex.20:4-6). De zondag betekent een machtssymbool, een teken van pauselijke gezag, namelijk het kunnen vaststellen van eigen "geboden"(zie verderop de citaten waar de katholieke kerk zichzelf beschrijft). De profetie openbaart ons ook dat Amerika door de oprichting van een "beeld", de zondagsheiliging (= "het merkteken van het beest"), zal afdwingen! Het "beeld" is niets anders dan het afvallige protestantisme in oecumenisch kerkverband, dat zich met de Staat verbindt om religieuze wetten af te dwingen. De gehele wereld zal dit bevel tot zondagsheiliging gehoorzamen (zie ook het boekje ‘De Nationale Zondagswet’). Het Pausdom, gaat er prat op dat het de Tien Geboden kon veranderen. Het zal de beslissende vraag van de toekomst zijn, een beslissing tussen leven en dood (Openb.13:14,15), God of menselijke geboden te gehoorzamen (Mal.3:18; Openb.16:2). Let op de aanwijzing, dat Amerika in deze tijd "...grote tekenen doet, zodat het zelfs vuur uit de hemel doet nederdalen op de aarde ten aanschouwen van de mensen (denk aan het afwerpen van de atoombom in 1945 boven Hiroshima en de luchtoorlog in Irak in 1991of ook aan de toename van het onechte geestelijke vuur van de charismatische bewegingen, die in Amerika hun oorsprong hadden); "en het verleidt hen die op de aarde wonen, wegens de tekenen, die hem gegeven zijn te doen voor de ogen van het beest.(vgl. Matt.24:24; 2.Thess.2:9-10) En het zegt tot hen, die op de aarde wonen, dat zij een beeld moeten maken voor het beest (het Pausdom), dat de wond van het zwaard had en weer levend is geworden" (Openb.13:13,14). Het Pausdom maakt aanspraak op het veranderen van de Sabbat als zijn daad en ziet dit als een teken van zijn macht in religieuze zaken (vgl. Daniël 7:25):" De zondag is een katholieke instelling en haar aanspraken op heiliging kunnen slechts op katholieke grondslag verdedigd worden. In de Heilige Schrift is van het begin tot het einde geen enkele tekst te vinden die de verplaatsing van de wekelijkse openbare aanbidding van de laatste (zevende) naar de eerste dag der week rechtvaardigt" (Catholic Press, Sidney 25-8-1900).
"Het behaagde echter de Kerk van God om de feestelijkheid van de Sabbat te verplaatsen naar de zondag" (De Roomse Catechismus, volgens een besluit van het concilie van Trente uitgegeven (blz.247) op bevel van paus Pius V). "De zevendedags Sabbat werd door Christus, door de apostelen en door de eerste christenen gevierd en als zodanig erkend, tot het Concilie van Laodicea de viering van die dag ophief. Dit Concilie regelde eerst de kwestie betreffende de dag des Heren en verbood vervolgens het onderhouden van de zevende-dags Sabbat met als dreiging een Anathema (banvloek)." (William Prynne, een beroemde Engelse theoloog, in zijn boek "Dissertation on the Lord’s Day, blz.32)."De Sabbat, de beroemdste dag van de Wet, ging over naar de dag des Heren. Deze zaken zijn niet beëindigd door de prediking van Christus (want Hij zegt, dat Hij niet gekomen is om de Wet te ontbinden, maar om die te vervullen ofwel te doen), maar op gezag van de Kerk is die dag veranderd" (Aarts-bisschop van Rheggio; preek op 18-1-1562. Mansi XXIII blz.526). De heilige katholieke kerk heeft de rustdag van zaterdag naar de eerste dag der week, de zondag verschoven.... Aan welke kerk bewijst de gehele beschaafde wereld gehoorzaamheid? De protestanten ... beweren grote eerbied te hebben voor de Bijbel, maar toch erkennen zij de macht van de katholieke kerk door het vieren van de zondag als rustdag. De Bijbel zegt: ‘Gedenk de Sabbatdag, dat gij die heiligt!’, maar de katholieke kerk zegt: ‘Neen; heiligt de eerste dag van de week!’ en de gehele wereld volgt haar gehoorzaam!" (Pater Enright op 15-12-1889)."Vraag: Hoe kunt u bewijzen, dat de kerk macht heeft feestdagen verplicht te stellen? Antwoord: Juist daardoor, dat zij de Sabbat verschoven heeft naar de zondag, wat zelfs de protestanten erkennen, waardoor zij zich openlijk tegenspreken als zij de zondag streng onderhouden en de meeste andere feestdagen, die door diezelfde kerk werden ingesteld, heiligen" (Uit "Abridgement of Christian Doctrine" van H.Tuberville, Donay-Kolleg, 1649 blz.58)."De zondagviering is altijd slechts een menselijke instelling geweest" (Neanders Kirchengeschichte, band I blz.399). 9.
In Openb.13:18 vinden wij een ander kenteken het getal van het beest: "Wie
verstand heeft berekene het getal van het beest, want het is een getal van een
mens, en zijn getal is zeshonderd zes en zestig."Eén der
titels van de paus is:
Deze naam - die al godslasterlijk is, omdat hij zich verheft boven de echte plaatsvervanger van Christus op aarde (d.i. de Heilige Geest, zie Joh.16:8-15; 14:26; Röm.8:26) -is de naam van het beest (Openb.13:17). Volgens de aanduiding uit vers 17 en 18 is het getal van zijn naam 666. Omdat in het Latijn bepaalde letters tevens een getalswaarde bezitten, behoeft men deze alleen maar op te tellen. Dit is de profetie, die de Antichrist kenmerkt (vgl. 2.Thess.2:3-12; 1.Joh.4:3; 2.Joh.7:; Röm.8:3). Het Griekse woord Antichrist betekent "Eén die zich in de plaats stelt van de Gezalfde (Anti = in de plaats van, Crio = Zalven)" (Concordantie NT blz.371). Met andere woorden is de Antichrist de schijnbare plaats-vervanger van Christus; precies wat de paus beweert te zijn! Als de paus zich zou moeten presenteren in de taal van het Nieuwe Testament (het Grieks) dan zou hij moeten zeggen: "Ik ben de Antichrist!"
HET MERKTEKEN VAN HET BEEST Dit is geen uiterlijk teken, dat
elk mens tegen zijn wil wordt opgedrongen. Als men zich niet ertegen kon
verweren, was
HET ZEGEL VAN GOD Een teken of zegel heeft in de Bijbel dezelfde betekenis. (Rom.4.11) Een officieel zegel had vroeger 3 gegevens:1. De naam: bv. Willem II 2. De officiële positie: bv. Koning 3. Het rijksgebied: bv. Nederland Het zegel van God, Zijn eeuwig
verbondsteken, is verbonden met Zijn wet en bevindt zich in het vierde gebod Hoewel voor God alle geboden een betekenis van gelijke waarde hebben (Jac.2:10), vinden wij alleen in het vierde gebod de kenmerken van het goddelijk zegel: 1. De naam van God: "De Here, uw God"2. De titel: "Schepper" 3. Het rijksgebied: "Hemel en aarde en de zee en al wat daarin is". De Bijbel spreekt over de Sabbat als een eeuwig verbond van God: "Mijn Sabbatten moet gij onderhouden, want dat is een (eeuwig) teken tussen Mij en u, van geslacht tot geslacht, zodat gij weet dat Ik de Here ben, die u heilig" (Ex.31:13; vlg. Ex.31:16,17; Ezech.20:12,20; Jes.56:4-7). Jezus zei: "Meent niet, dat Ik gekomen ben om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen. Want voorwaar Ik zeg u; eer de hemel en de aarde vergaat, zal er niet een jota of tittel vergaan van de wet eer alles zal zijn geschied" (Matt.5.17,18). Iemand kwam tot Jezus en vroeg Hem: "Meester, wat voor goed moet ik doen om het eeuwige leven te verwerven? Jezus antwoordde: "Indien gij het leven wilt binnengaan, onderhoud de geboden; ...gij zult niet doodslaan, gij zult niet echtbreken, gij zult niet stelen, gij zult geen vals getuigenis geven" (Matt.19:16-19). De zevende-dags Sabbat is een belangrijk deel van de wet van God, een wekelijkse herinnering aan Christus als onze Schepper en Verlosser. "In den beginne was het Woord en het Woord was bij God. ... Alle dingen zijn door het Woord geworden.. Het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond,... vol van genade en waarheid" (Joh.1:1-3,14). Evenals de beloofde rust voor het volk Israël bij de intocht in het land Kanaän, is de Sabbat een herinnering aan de beloofde "Sabbatsrust" bij het binnengaan van het hemels Kanaän (2 Petr.3:13; Hebr.11:10,39,40; Openb.21:2). Deze zal plaatsvinden bij de wederkomst van Christus (Hebr.3:10-19 en 4:1-11; vgl Deut.4:1,2; 1 Cor.10:11,13), na een tocht van 6000 jaar door "de woestijn der menselijke geschiedenis" vanaf de zondeval in het paradijsAls men zich de moeite getroost om de in de Bijbel vermelde leeftijden van de afzonderlijke generaties van Adam af optelt, blijken er tot aan de komst van Christus ca 4000 jaren te zijn verlopen (Zie de Atlas der Wereldgeschiedenis 1990, K. Thienemanns. Uitgeverij Stuttgart-Wien). Bijgevolg wordt ook hierdoor duidelijk, dat we werkelijk aan het einde van de door God voorbestemde wereldgeschiedenis, het einde van de zesduizend jaar, aangekomen zijn. Met betrekking tot Christus’ wederkomst zegt de Bijbel ons:"...dat één dag bij de Here is als duizend jaar en duizend jaar als één dag" (2 Petr. 3:8) Beseft u nu, "...dat het nabij is, voor de deur"? (Matt.24:33). Gods volk wordt in het Nieuwe Testament het geestelijke Israël genoemd, dat door het geloof in Jezus Christus een geestelijke "besnijdenis des harten" krijgt (vlg. Col.2:11,12; Rom.2:28,29; Gal.3:6-9,28,29; Gal.5:6 en 6:15; Rom.11:25; 1 Petr.2:9,10). Het nieuwe verbond met Christus brengt door Zijn scheppingskracht een nieuwe schepping in elk mens tot stand. Door de profeet Jeremia werd dit al voorzegd: "Maar dit is het verbond, dat Ik met het huis van Israël sluiten zal na deze dagen, luidt het woord des Heren. Ik zal Mijn wet in hun binnenste leggen en die in hun hart schrijven. Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn" (Jer.31:31-33). Gods volk zal dus altijd Zijn geboden hoog houden. "En de draak werd toornig op de vrouw en ging heen om oorlog te voeren tegen de overigen van haar nageslacht die de geboden van God bewaren en het getuigenis van Jezus hebben" (Openb.12:17) [Een reine vrouw symboliseert in de profetie de ware gemeente, een hoer daarentegen een afvallige gemeente. Vgl. 2 Cor.11:2; Ezech.16; Openb.17:18]. Wij weten nu wat bedoeld wordt met de drie voudige Engelen-Boodschap van Openbaring 14: 1. Zij zegt ons, dat het oordeel (d.w.z. de beslissing over ons eeuwige leven) nu plaatsvindt voor de hemelse Rechtsbank (vers 6,7). 2. Zij zegt ons dat ook het protestantisme gevallen is (vers 8) en volgens Openb.18:1-5 "een woning van duivelen en alle onreine geesten geworden is." Alle oprechte christenen (Zijn volk) krijgen van de engel te horen: "Gaat uit van haar, mijn volk, opdat gij geen gemeenschap hebt aan haar zonden en niet ontvangt van haar plagen"(Openb.18:4). 3. Een uiterst ernstige en liefdevolle waarschuwing van God aan de gehele wereld: Allen die het Pausdom of zijn beeld aanbidden, in zoverre zij zich tegen beter weten in onderwerpen aan de dwang van de zondagsheiliging, zullen het merkteken van het beest ontvangen en de eeuwige dood sterven(Openb.14:9-11). 4. Vers 12 toont ons die groep mensen, die het merkteken van het beest niet ontvangen. Zij houden al Gods geboden (ook het Sabbatsgebod van de zevende dag; vgl. Hand.7:38) en hebben het geloof van Jezus.
KUNT U STANDHOUDEN IN HET OORDEEL? De eerste engel spreekt over een goddelijk gericht in de hemel, dat plaats vindt vóór de wederkomst van Christus (vgl. Dan.7:9-12; 2 Cor.5:10), want vóór Zijn komst moet vaststaan wie van de doden opgewekt worden tot eeuwig leven en wie van de levenden bij Zijn verschijning naar de hemel worden opgenomen (1Thess.4:15-17; Joh.5:27-29; Openb.20:5,6). Daarnaast spreekt
de Bijbel over een oordeel in de hemel gedurende de 1000 jaren na de
wederkomst van Christus, waaraan alle gelovigen als "juryleden" zullen
deelhebben; het oordeel over de ongelovige doden en de gevallen engelen
Wij bidden
weliswaar in het Onze Vader: "Uw wil geschiede", maar hoe ziet het er in
ons zondige leven werkelijk uit bij de realisering van deze Goddelijke wil? De
Schrift leert ons: "Zonde is wetsovertreding" (1 Joh.3:4) en "het loon
der zone is de dood" (Rom.6:23). Als wij dan nog uit de mond der profeten
horen: "Kan een Ethiopiër zijn huid veranderen, of een panter zijn vlekken?
Dan zoudt gij ook in staat zijn goed te doen, gij die ge wend zijt kwaad te
doen" (Jer.13:23; vgl. Rom.7:24), bij het overzien van ons eigen leven
moeten wij erkennen, dat wij uit ons zelf onmogelijk aan het goddelijke oordeel
en daardoor aan de eeuwige dood kunnen ontsnappen. God heeft echter voor alle
mensen, die dusverre onder de heerschappij van satan stonden, een weg tot
redding gebaand. Deze liefdesweg van God heet ‘JEZUS CHRISTUS’. "Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe" (Joh.3:16). Golgotha staat daar als een herinnering aan het onbegrijpelijk offer, dat nodig was om de overtredingen van de goddelijke wet te verzoenen; wij mogen daarom de zonde niet als iets onschuldigs beschouwen (Rom.6:15-19). Gods aanbod van genade is daarom geen goedkoop aanbod, maar vereist uw instemming en volledige overgave van God. Jezus zegt: "Ik ben de weg, de Waarheid en het Leven; niemand komt tot de Vader dan door mij" (Joh.14:6). Jezus heeft ons in Zijn leven de weg tot de Vader, de weg tot het eeuwige Leven geopend. HOE ONTVANGEN WIJ EEUWIG LEVEN DOOR CHRISTUS? Jezus zegt nu net als toen: "Onderhoud de geboden... en volg Mij"(Matt.19:17,21; vgl. 1 Petr.2:21-25; Openb. 14:4). Navolgen betekent
vandaag voor ons, dat wij het leven van Jezus in de Heilige Schrift bestuderen
(Joh.5:39; 8:31,32) en Zijn woorden gehoorzamen (Joh.3:36; Hebr.5:8,9; 11:8;
Jac.4:7; Rom.16:26).
De wet van God
toont ons als in een spiegel
"Wanneer gij Mij liefhebt, zult gij Mijn geboden bewaren... en hij zal u een andere Trooster geven.. de Geest der Waarheid" (Joh.14:15-17). De liefde en de verleende kracht van de Heilige Geest zullen ons in staat stellen om de zonde te overwinnen, zoals ook Jezus die heeft overwonnen (Joh.15:10; 1 Joh.5:4,5; Openb.3:21). Door de menswording van God’s Zoon,
Jezus Christus (Filip.2:5-8; Joh.16:28), kunnen wij er zeker van zijn, dat God
weet welke kracht Hij ons moet
"Daar nu de kinderen aan bloed en
vlees deel hebben, heeft ook Hij op gelijke wijze daaraan deel gekregen, opdat
Hij door Zijn dood, hem, die de macht over de dood had, de duivel, zou
onttronen, en allen zou bevrijden, die gedurende hun ganse leven door angst voor
de dood tot slavernij gedoemd waren..."
"Daarom moest hij in alle opzichten aan zijn broeders gelijk worden, opdat Hij
een barmhartig en getrouw Hogepriester zou worden bij God om de zonden van het
volk te verzoenen" (Hebr.2:14-18).
Wij kunnen deze kracht slechts verkrijgen als wij geloven in de gerechtigheid van Jezus (Zijn zondeloos leven in zondig vlees vgl. Rom.8:3; Hebr.4:15; Joh.6:28,29) en Zijn plaatsvervangend verzoenend sterven voor ons persoonlijk in geloof aannemen (Joh.3:16; 1:29). Jezus stierf niet voor Zijn eigen zonden, want er staat geschreven: "Laat u met God verzoenen. Hem die geen zonde heeft gekend, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt" (2 Cor.5:21; vgl. 1 Joh.3:5; Joh.8:46). Dat betekent echter, dat wij over onze zonden berouw moeten hebben, ze moeten belijden en ons afkeren van de zonde (= de overtreding van Gods wet) om Hem gehoorzaam te volgen (Spr.28:13; 1 Joh.1:6-10; 2:4; 3:3-10; 1 Petr.2:21; Matt.10:34-39). Geloof en berouw
zijn een geschenk van God voor hen die oprecht zoeken. God bewerkt dit dan in
ons door Zijn Heilige Geest, wanneer wij Hem daartoe de gelegenheid geven.
Geloof komt door de verkondiging en door de studie van het woord van God
(Rom.10:17).
De studie van wonderbaarlijk vervulde goddelijke voorzeggingen (de eeuwen van te voren geprofeteerde wereldgeschiedenis en de verschijning van Gods Zoon), maken voor ons het goddelijke verlossingsplan door Jezus Christus geloofwaardig en vormen een solide basis voor ons geloof m.b.t. de nog toekomstige gebeurtenissen (2 Petr.1:19-21). Bij een oprechte studie van Gods Woord wordt ons een onzichtbare Goddelijke Leraar beloofd: "De Heilige Geest, die de Vader zal sturen in Mijn naam, die zal u alles leren en u te binnen brengen al wat Ik u gezegd heb... Hij zal u de weg wijzen tot de volle waarheid" (Joh.14:26; 16:13; 17:17). Wie het genade-aanbod van God afwijst en het Woord der waarheid bewust weigert aan te horen, het niet leest en niet onderzoekt, zal geen reddende kracht om te geloven van God verkrijgen; en eens behoren tot diegene die voor eeuwig verloren zijn (Jer.6:17-19; 9:12-15; Hos.4:6). "Indien echter iemand van u in wijsheid tekort schiet, dan bidde hij God daarom, die aan allen geeft, eenvoudigweg en zonder verwijt; en zij zal hem gegeven worden"(Jac.1:5). Jezus zegt: "Bidt en u zal gegeven worden... indien gij dan, hoewel gij slecht zijt, goede gaven weet te geven aan uw kinderen, hoeveel te meer zal uw Vader in de hemelen het goede geven aan hen, die Hem daarom bidden!" (Matt.7:7.11). Vraagt dus zoals David dat deed: "Schep mij een rein hart, o God en vernieuw in mijn binnenste een vaste geest" (Ps.51:12; vgl.Ps.139:23,24). Wie oprecht
gelooft en bidt zal ondervinden: "Ik vermag alle dingen door Christus, die
mij kracht geeft" (Filip.4:13).
Denk eraan dat de gehoorzaamheid van de mens in het paradijs werd beproefd door de vrucht van een boom (De boom der kennis van goed en kwaad -Gen.2:16,17). In de laatste dagen zal de gehoorzaamheid opnieuw beproefd worden door een bijzonder gebod van God (Jac.2:10). Destijds sprak de verleidende slang: "Heeft God dat werkelijk gezegd?" Welke rampzalige gevolgen kwamen voort uit deze ongehoorzaamheid (Gen. 3). Ook vandaag wordt weer twijfel gezaaid t.a.v. het duidelijk Woord van God in de harten van de mensen door Gods vijand: "Zou God het werkelijk zo ernstig menen met deze zevende dag?" Als moet worden vastgesteld, dat de zondag niet anders is dan een mensengebod luidt het woord van Jezus heel zeker: "Terecht heeft Jesaja van u, huichelaars, geprofeteerd: Tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen leren die geboden van mensen zijn" (Mark.7:6-9). Ook door de profeet Ezechiël vermaant God Zijn volk: "Wandelt niet naar de inzettingen van uw vaderen, onderhoudt hun verordeningen (tradities) niet en verontreinigt u niet met hun afgoden. Ik ben de Here uw God, wandelt naar Mijn inzettingen en onderhoudt naarstig Mijn verordeningen. Heiligt Mijn Sabbatten, dan zullen deze een teken zijn tussen Mij en u, opdat gij weet dat Ik, de Here, uw God ben" (Ezech.20:18-20; Jer.9:12,13). Geboden van mensen en hun tradities bevrijden ons niet van het christelijke beginsel: "Men moet God meer gehoorzamen dan mensen" (Hand.5:29; 4:19). Waarvoor zult u kiezen? Voor de Sabbat des Heren of voor de pauselijke zondag? (Jer.10:2;1 Kon.18:21; 1Sam.15:22,23). De Heilige Geest roept ons toe: "Heden indien gij Zijn stem hoort, verhardt uw harten niet... Want wie tot Zijn rust is ingegaan, is ook zelf tot rust gekomen van zijn werken evenals God van de Zijne. Laten wij er dus ernst mee maken om tot die (Sabbat-) rust in te gaan, opdat niemand ten val kome door dit voorbeeld van ongehoorzaamheid na te volgen" (Hebr.4:7,10,11). Slechts zij zullen verlost en gered worden, waarvan de Bijbel zegt: "Hier blijkt de volharding der heiligen, die de geboden Gods en het geloof van Jezus bewaren"(Openb.14:12). Vreselijke plagen en oordelen zullen spoedig losbarsten over alle mensen die het merkteken, de naam of het getal van het beest aannemen, of het beest en zijn beeld aanbidden (d.w.z. zich onderwerpen aan een antichristelijke godsdienstig politieke macht) en zich zodoende verzetten tegen de duidelijke wil en waarschuwing van God (Openb.13:16-18; 14:9-11; 16:2; 18; 19:19-21). Deze oordeelsboodschap mag dan velen angst aanjagen, toch is het uiteindelijk een reddingsboodschap van een liefdevolle God "die niet wil, dat iemand verloren gaat, doch dat allen tot inkeer komen" (2 Petr.3:9). Elk oprecht mens zal ervaren: "De vreze des Heren is het begin der kennis" (Spr.1:7; vgl. Luc.12:4,5; Ex.20:20). De vrees wordt veroorzaakt door de zonde (Gen.3:10,11), maar als wij de vergeving van zonde door Gods liefde in Jezus Christus hebben aanvaard en verkregen, zullen wij merken: "Er is in de liefde geen vrees maar de volmaakte liefde drijft de vrees uit... en wie vreest, is niet volmaakt in de liefde. Wij hebben lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad"(1 Joh.4:18,19). Het gevoel verloren te zijn, verandert in de zekerheid van redding, en de angst voor God verandert in eerbied en liefde, het uitzichtsloze verandert in doelbewustheid en de angst in een blijde verwachting van de goddelijke belofte. Dit aanbod van God, de mogelijkheid tot boete en bekering geldt nog slechts voor een korte tijd! Gebruik die tijd om uw eigen toestand ernstig te onderzoeken en te bekeren, want de genadetijd eindigt vóór de wederkomst van Christus! De tekenen der tijd laten zien, dat het de allerlaatste van deze wereldgeschiedenis is!
"Van al het gehoorde is het slotwoord: Vrees God en onderhoud Zijn geboden, want dit geldt voor alle mensen. Want God zal elke daad doen komen in het gericht over al het verborgene, hetzij goed, hetzij kwaad" (Prediker 12:13,14). |
||