You are - home - My.agp - Devotional Room/ Dagelijks met God

Devotional voor 27 augustus 2001

Het geloof van dag tot dag

DE OFFERANDEN UIT DANKBAARHEID

"Een ieder doe, naardat hij zich in zijn hart heeft voorgenomen, niet met tegenzin of gedwongen, want God heeft de blijmoedige gever lief." 2 Corinthiers 9:7

Wij moeten niet alleen trouw onze tienden aan God geven, die Hij als Zijn eigendom opeist, maar wij moeten ook een schatting voor Zijn Schathuis brengen als dankoffer. Laten wij met vrolijke harten de eerste en beste vruchten van alle overvloed aan onze Schepper brengen. Dit is onze heilige taak.

De Here zegt dat er op gezette tijden giften moeten worden verzameld. Het moet zo worden georganiseerd, dat het brengen van offers een gewoonte wordt en dat liefdadigheid een christelijke plicht zal worden. Het hart dat zich opent bij het geven van een gave, mag niet de tijd hebben weer zelfzuchtig en koud te worden, zodat het zich zou sluiten voordat de volgende gave moet worden gegeven. De stroom moet gedurig blijven vloeien, zodat de bedding open blijft door een stroom van steeds opeenvolgende goede daden. 135) De schattingen, die van de Hebreeá‰án werden gevraagd voor godsdienstige en weldadige doeleinden, liepen op tot een vierde deel van hun inkomen. Men zou verwachten dat zo'n hoge belasting op de inkomsten van het volk, hen tot armoede zou brengen. Maar het tegendeel was waar. Eá‚án van de voorwaarden voor hun welvaart was de nauwgezette opvolging van deze voorschriften.

Het is niet de grootte van de gift, die het offer voor God aannemelijk maakt. Het is het voornemen, dat in het hart opkomt; het is de geest van dankbaarheid en liefde, die er uitdrukking aan geeft. De armen moeten niet denken, dat hun gaven te klein zijn om waardevol te zijn.

Een geringe hoeveelheid geld, dat is uitgespaard door zelfopofferende daden, zal meer doen voor de opbouw van Gods zaak, dan grote gaven zullen bereiken, die geen zelfverloochening hebben gevraagd.

Niets is tá‚á kostbaar voor ons om aan Jezus te geven. Wanneer wij winst van de talenten die Hij ons gegeven heeft (om goed te bewaren) aan Hem teruggeven, dan zal Hij ons steeds meer toevertrouwen. Iedere inspanning die verricht is voor Christus, zal Hij belonen. En iedere plicht, die wij volbrengen in Zijn Naam zal dienen tot ons geluk.