You are - home - My.agp - Devotional Room/ Dagelijks met God

Devotional voor 10 maart 2001

De val en de verlossing van de mens

DE EERSTE BELOFTE VAN VERLOSSING

"En ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen." Genesis 3:15

Aan de mens werd de eerste toezegging van verlossing gegeven, het oordeel dat uitgesproken werd tegen satan in de hof. De Here verklaarde "Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad: dit zal u de kop vermorzelen, en gij zult het de hiel vermorzelen." Toen onze eerste ouders deze uitspraak hoorden was dit voor hen een belofte. Het voorspelde een oorlog tussen de mens en satan. De macht van de grote verleider zou uiteindelijk gebroken worden... Adam en zijn gezellin kregen de verzekering dat alhoewel zij gezondigd hadden, ze niet zouden worden overgelaten aan satans heerschappij. De Zoon van God had aangeboden te verzoenen, met Zijn eigen leven, voor hun overtreding. Een proefperiode werd hen aangeboden, en door berouw en geloof in Christus, zouden ze opnieuw de kinderen van God worden.

Zo gauw de mens de verleiding van satan accepteerde, en de dingen deed die God verboden had te doen, stond de Zoon van God tussen de levenden en de doden en zei: "Laat de straf op Mij vallen. Ik zal in de plaats gaan staan van de mens. Hij zal een nieuwe kans krijgen."

Zo gauw de zonde er was, was er een Verlosser! Christus wist dat Hij moest lijden, Toch werd Hij de plaatsvervanger van de mens. Toen Adam zondigde, presenteerde de Zoon van God Zichzelf als borg voor het menselijke geslacht, met evenveel kracht om de verdoemenis te voorkomen die over de schuldigen was uitgesproken als toen Hij stierf aan het kruis van Golgotha.

Alhoewel somberheid en duisternis als een doodskleed over de toekomst lagen, verlichtte toch de belofte van de Verlosser, de Ster van hoop, de donkere toekomst. Het evangelie werd het eerst gepredikt door Christus aan Adam. Adam en Eva hadden echt verdriet en berouw over hun schuld. Zij geloofden de kostbare belofte van God, en werden gered van volkomen ondergang.