You are - home - My.agp - Devotional Room/ Dagelijks met God

Devotional voor 9 december

Onze Heiland komt terug

DE KONING VERSCHIJNT IN EIGEN PERSOON

"Onze God komt en zal niet zwijgen, vuur verteert vá¢áá¢ár zijn aangezicht, rondom Hem stormt het geweldig. Hij roept tot de hemel daarboven, en tot de aarde om zijn volk te richten." Psalm 50:3,4

De Koning der koningen daalt neer op de wolk, omgeven door een vlammend vuur. De hemelen worden samengerold als een boekrol, de aarde beeft voor Hem, en alle bergen en eilanden worden van hun plaats bewogen.

Jezus verschijnt als een machtig overwinnaar. Nu is Hij niet 'de man der smarten', die de bittere drinkbeker van schande en leed moet leegdrinken. Hij komt als de overwinnaar over hemel en aarde, om te oordelen de levenden en de doden. Hij oordeelt "getrouw en waarachtig" en voert krijg in gerechtigheid. "En de heerlegers in de hemel volgden Hem" (Openb. 19:11,14). De uitgebreide, ontelbare schare van heilige engelen begeleiden Hem op Zijn weg met hemelse lofzangen. Het hele uitspansel lijkt met stralende gedaanten, 'tienduizend maal tienduizend en duizend maal duizenden', gevuld te zijn.

Geen menselijke pen kan dit tafereel beschrijven, geen sterfelijke geest is in staat deze pracht te bevatten. "Zijn heerlijkheid bedekte de hemelen en het aardrijk was vol van Zijn lof. En er was een glans als van licht" (Habakuk 3:3,4). Als de levende wolk steeds dichter bij komt, ziet ieder oog de Vorst des levens. Nu wordt dit Heilige hoofd niet ontsiert door een doornenkroon, maar de 'kroon der heerlijkheid' rust op Zijn heilig voorhoofd.

Er straalt van Zijn wezen een verblindende glans als van de middagzon. "En Hij heeft op Zijn kleed en op Zijn dij deze naam geschreven: Koning der Koningen en Heere der heren" (Openb. 19:16).

Bij Zijn verschijning zijn 'alle aangezichten veranderd in bleekheid' en op hen die de genade van God verwierpen valt de verschrikking van een eeuwige wanhoop. "Het hart versmelt en de knieën schudden... en hun aller aangezichten betrekken als een pot" (Jer.30:6; Nahum 2;10).

De rechtvaardigen roepen al bevende uit: "Wie zal bestaan?" Het lied van de engelen zwijgt en er ontstaat een moment van onheilspellende stilte. Dan hoort men de stem van Jezus zeggen: 'Mijn genade zij u genoeg'.