43 Een hogere ervaring

"Blijf in Mij, en Ik in u. "

Wij behoeven steeds een nieuwe openbaring van Christus,
een dagelijkse ervaring, die in overeenstemming is met Zijn
leer. Hoge en heilige mogelijkheden liggen bimien ons bereik.
Gods doel voor ons is een voortdurende vooruitgang in kennis
en deugd. Zijn wet is de echo van Zijn eigen stem, die allen
uitnodigt: "Komt hoger op, weest heilig, steeds heiligen" Iedere
dag kminen wij vorderingen maken in de vervolmaking van het
christelijke karakter.

Zij die betrokken zijn bij de dienst voor de Meester hebben
een veel hogere, diepere en bredere ervaring nodig dan velen
ooit hadden gedacht. Velen die reeds lid zijn van Gods grote
gezm, weten weinig van wat het betekent Zijn heerlijkheid te
aanschouwen en veranderd te worden van heerlijkheid tot
heerlijkheid. Velen hebben een vage opvatting van de uitne-
mendheid van Christus en hun hart is ontroerd van vreugde.
Zij verlangen naar een voller, dieper besef van de liefde van
de Heiland. Laat hen elk verlangen koesteren dat de ziel naar
God heeft. De Heilige Geest werkt met wie bewerkt wil worden.
Hij vonnt hen die gevonnd willen worden, modelleert hen die
gemodelleerd willen worden. Oefen u in geestelijk denken en
heilige gemeenschap. U hebt nog maar de eerste stralen gezien
van het vroege gloren van Zijn heerlijkheid. Als u voortgaat
de Here te kemien, zult u ervaren dat "het pad der rechtvaardigen
is als het glanzende morgenlicht, dat steeds helderder straalt tot
de volle dag." (1)

De Vreugde des Heren

"Dit heb Ik tot u gesproken," zei Christus, "opdat Mijn
blijdschap in u zij en uw blijdschap vervuld worde." (2)
Christus zag het resultaat van Zijn zending altijd voor Zich.
Zijn aards leven, zo vol moeite en zelfopoffering, werd
opgevrolijkt door de gedachte dat al dit werk niet voor niets
zou zijn. Door Zijn leven te geven voor het leven van de mens,
zou Hij in de mensheid het beeld van God herstellen. Hij wil
ons uit het stof opheffen en ons karakter hervonnen naar het
patroon van Zijn eigen karakter en het verfraaien met Zijn eigen
heerlijkheid.

Christus zag het resultaat van Zijn moeitevol lijden en was
voldaan. Hij overzag de uitgestrektheid van de eeuwigheid en
zag het geluk van hen die door Zijn vemedering vergiffenis en
het eeuwige leven zouden krijgen. Hij werd om onze overtre-
dingen doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld. De
straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem en door Zijn
striemen is ons genezing geworden. Hij hoorde het juichen van
de verlosten. Hij hoorde de viijgekochten het lied van Mozes
en het lied van het Lam zingen, ofschoon de zonden der wereld
zwaar op Zijn onschuldige ziel zouden drukken, ofschoon de
schaduw van een onuitsprekelijk wee op Hem rustte, toch om
de vreugde, welke vóór Hem lag, heeft Hij dit alles op Zich
genomen, zonder de schande te achten.

Deze vreugde moeten al Zijn volgelingen delen. Hoe groot
en heerlijk het hiemamaals ook is, ons loon is niet helemaal
gereserveerd voor de tijd van de uiteindelijke verlossing. Zelfs
hier moeten wij door het geloof in de vreugde van de Verlosser
delen. Zoals Mozes moeten wij doorzetten, ziende op de
Onzienlijke.

Wij hebben een strij dende kerk. Nu worden wij geconfronteerd
met een wereld in duistemis, bijna geheel overgegeven aan
afgodendienst. Maar de dag komt, waarop de strijd gestreden
zal zijn en de overwimiing behaald. De wil van God moet op
de aarde geschieden zoals in de hemel. De geredden onder de
mensen zullen geen andere wet kemien dan de wet van de
hemel. Allen zullen een gelukkige, verenigde familie zijn,
bekleed met de klederen van lof en dankzegging - het kleed
van Christus” gerechtigheid. De gehele natuur in haar weergaloze
lieflijkheid zal God haar hulde bieden in lofprijzing en
aanbidding. De wereld zal baden in het licht van de hemel. Het
licht van de maan zal zijn als het licht van de zon, en het licht
van de zon zal zevenvoudig toenemen. De jaren zullen in
blijdschap verstrijken. Over dit tafereel zullen de morgensterren
tezamen zingen en de zonen Gods zullen juichen van vreugde,
terwijl God en Christus Zich zullen verenigen in de verkondiging:
"Er zal geen zonde meer zijn, noch dood zal er meer zijn."
Deze visioenen van de toekomende heerlijkheid die ons
geschilderd zijn door de hand van God, zouden Zijn kinderen
dierbaar moeten zijn.

Sta op de drempel van de eeuwigheid en hoor het liefelijke
welkom dat hen bereid wordt, die in dit leven met Christus
hebben samengewerkt en het als een voorrecht en eer hebben
beschouwd om in Zijn dienst te lijden. Met de engelen werpen
zij hun kronen aan de voeten van de Verlosser, terwijl zij
uitroepen: "Waardig is het Lam dat geslacht werd, om te
ontvangen, de macht, en de rijkdom en de wijsheid, en de
sterkte en de eer, en de heerlijkheid en de lof. Hem die op de
troon is gezeten en het Lam zij de lof en de eer en de heerlijkheid
en de kracht tot in eeuwigheden." (3)

Daar begroeten de geredden hen, die hen op de verheven
Verlosser gewezen hebben. Zij verenigen zich in lofprijzingen
voor Hem die stierf, opdat de mens dat leven zou bezitten dat
zich meet naar het leven van God. De strijd is voorbij. Alle
verwarring en twist is beëindigd. Overwinningsliederen vervullen
de hemelen als de geredden rondom de troon van God staan.
Allen nemen de vreugdevolle melodie over: "Waardig, waardig
is het Lam dat geslacht werd, en ons verzoend heeft met God."
Daama zag ik en zie, een grote schare, die niemand tellen
kon, uit alle volk en stam en taal en natie stond voor de troon
en voor het Lam, bekleed met witte gewaden en met palmtakken
in hun handen.

En zij riepen met luide stem en zeiden: "De zaligheid is van
onze God, die op de troon gezeten is en van het Laml" (4) ._
"Dezen zijn het, die komen uit de grote verdrukking, en zij
hebben hun gewaden gewassen, en die wit gemaakt in het bloed
van het Lam. Daarom zijn zij voor de troon van God en vereren
Hem dag en nacht in Zijn tempel; en Hij, die _op de troon
gezeten is, zal Zijn tent over hen uitspreiden. Zij zullen niet
meer hongeren en niet meer dorsten, ook zal de zon niet op
hen vallen, noch enige hitte, want het Lam, dat in het midden
van de troon is, zal hen weiden en hen voeren naar waterbromien
des levens; en God zal alle tranen van hun ogen afwissen." (5)
"En de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch
moeite zal meer zijn, want de eerste dingen zijn voorbij gegaan."
(6) .

Wij moeten dit visioen van ongeziene dingen altijd voor ogen
houden. Hierdoor zullen wij in staat zijn de juiste waarde van
de eeuwige en tijdelijke dingen te schatten. Dit zal ons kracht
geven om anderen te beïnvloeden voor een hoger leven.

Op de Berg met God

"Kom op tot Mij op de Berg," gebiedt God ons. Voordat
Mozes Gods instrument kon zijn om Israël te bevrijden, werden
hem veertig jaren van gemeenschap met Hem toegewezen in
de eenzaamheid van de bergen. Vóór het brengen van Gods
boodschap aan de Farao, sprak hij met de engel in het brandende
braambos. Vóór het ontvangen van Gods wet als vertegenwoor-
diger van Zijn volk, werd hij de berg op geroepen en aanschouwde
Gods heerlijkheid. Vóórdat hij rechtsprak over de afgodendie-
naars, werd hij in een rotsspleet verborgen en God zei: "lk zal
de naam des Heren voor u uitroepen." (7) "Barmhartig en
genadig, lankmoedig, groot van goedertierenheid en trouw...
maar houdt de schuldige zeker niet onschuldig." (8) Vóór hij
zijn leven met zijn lasten voor Israël neerlegde, riep God hem
naar de top van de berg Pisga en toonde hem de heerlijkheid
van het beloofde land.

Vóór de discipelen aan hun zending begormen, werden zij
door Jezus de berg op geroepen. Vóór de macht en heerlijkheid
van Pinksteren kwam de nacht van gemeenschap met de
Verlosser, de vergadering op de berg in Galilea, het afscheids-
tafereel op de Olijfberg met de beloften van de engel, en de
dagen van gebed en gemeenschap in de bovenzaal.

Jezus placht zich in de voorbereiding voor een grote beproeving
of een belangnjk werk terug te trekken in de eenzaamheid van
de bergen en de nacht in gebed met Zijn Vader door te brengen.
Er ging een nacht van gebed vooraf aan de uitzending van de
apostelen en aan de Bergrede, aan de verheerlijking, aan de
verschrikkmg van de rechtszaal en het kniis en de heerlijkheid
van de opstanding.

Het Voorrecht van het Gebed

Ook wij moeten vastgestelde tijden hebben voor meditatie
en' gebed en voor het ontvangen van geestelijke vemieuwing.
Wij waarderen de kracht en uitwerking van het gebed niet zoals
het behoort. Gebed en geloof zullen doen wat geen macht op
aarde tot stand kan brengen. Wij worden maar zelden in alle
opzichten tweemaal in dezelfde positie geplaatst. Wij hebben
voortdurend nieuwe omstandigheden en nieuwe problemen te
doorstaan en daarbij is voorgaande ervaring geen voldoende
gids. Wij moeten steeds nieuw licht van God ontvangen.
Christus is altijd bezig nieuwe boodschappen te sturen naar
hen die naar Zijn stem luisteren. In de nacht van verschrikking
in Gethsémane hoorden de slapende discipelen de stem van
Jezus niet. Zij hadden een vaag besef van de aanwezigheid van
de engel, maar misten de kracht en de heerlijkheid van het
tafereel. Door hun slaperigheid en gevoelloosheid misten zij
volledig de belevenis die hun zielen zou hebben voorbereid
voor de verschrikkelijke tonelen die voor hen lagen. Zo is het
ook vandaag de dag dat juist die mensen, die goddelijke
aanwijzing zo nodig hebben, dikwijls in gebreke blijven die te
ontvangen, omdat zij zich niet met de hemel in verbinding
stellen.

De verleidingen waaraan wij dagelijks blootgesteld zijn, maken
het gebed tot een noodzaak. Gevaren omringen ons overal. Wie
anderen willen redden van ondeugd en ondergang zijn bijzonder
blootgesteld aan verleidingen. Omdat zij voortdurend in contact
met het kwaad staan, hebben zij een vaste greep op God nodig,
teneinde niet zelf verstrikt te raken. Het zijn korte en besliste
stappen die van hoge, heilige grond naar lagere niveaus leiden.
In een kort besluit kan iemands toestand voor altijd bepaald
worden. Een gebrek dat niet overwomien wordt, laat de ziel
onbeschennd. Een verkeerde gewoonte, niet fenn weerstaan,
zal veranderen in een stalen keten die de gehele persoon bindt.
De reden waarom zovelen aan zichzelf lijken te zijn overgelaten
in tijden van verzoeking, is dat zij zich de Here niet altijd voor
ogen houden. Wamieer wij toelaten dat onze verbinding met
God verbroken wordt, is onze beschemring verdwenen. Niet
alleen onze goede bedoelingen en goede plannen zullen ons in
staat stellen het kwade te weerstaan. Wij moeten mannen en
vrouwen van gebed zijn. Uw smekingen moeten niet vaag, zo
nu en dan eens en ongeregeld zijn, maar emstig, volhardend
en onophoudelijk. Het is niet altijd nodig om op de knieën te
gaan om te bidden. Kweek de gewoonte aan met uw Verlosser
te praten als u alleen bent, wanneer u wandelt als u het dnik
hebt met uw dagelijks werk. Houdt uw hart opgeheven in
voortdurende, stille smeking om hulp, om licht en kracht, om
kemiis. Laat iedere ademtocht een gebed zijn.

Als werkers voor God moeten wij de mensen bereiken waar
zij zijn, omringd door duisternis, in het kwade verzonken en
doordrerikt met ondeugd. Maar wanneer we onze aandacht
gevestigd houden op Hem, die ons een zon en schild is, zal
het kwaad dat ons omringt, niet één smet op ons kleed werpen.
Als wij werken om zielen te redden die gereed zijn om verloren
te gaan, zullen wij niet te schande gemaakt worden als we op
God ons vertrouwen stellen. Christus in het hart en Christus in
het leven, dat is onze veiligheid. De atmosfeer van Zijn
aanwezigheid vult de ziel met een afl<eer van alles wat kwaad
is. Onze geest kan zo met Hem vereenzelvigd zijn, dat wij in
gedachten en streven één met Hem zijn.

Het was door geloof en gebed dat Jakob, eerst een man met
zwakheden en zondige neigingen, een vorst van God werd. Op
die wijze kunt u mannen en vrouwen worden met een hoog
doel, een nobel leven, mannen en vrouwen, die niet door enige
bedenkingen van de waarheid, het recht en de gerechtigheid
worden afgetrokken. Allen gaan gebukt onder de druk van
dringende zorgen, lasten en plichten, maar hoe moeilijker uw
omstandigheden zijn en hoe zwaarder uw lasten, hoe meer u
Christus nodig hebt.

Het is een emstige misvatting om de openbare dienst van
God te verwaarlozen. Zij die zieken moeten verzorgen zijn
dikwijls niet in de gelegenheid van dit voorrecht gebruik te
maken, maar zij moeten er zorg voor dragen niet nodeloos
diensten in het huis van God te missen.

In de verpleging van zieken hangt het succes, meer dan in
wereldse zaken, af van de geestelijke instelling en de zelfop-
oífering waarmee het werk gedaan wordt. Zij, die verantwoor-
delijkheden dragen moeten zich daar plaatsen, waar zij de diepe
invloed van de Geest Gods ervaren. U zou een veel groter
verlangen dan anderen moeten hebben naar de hulp van de
Heilige Geest en naar de kemiis van God, daar uw vertrou-
wenspositie grotere verantwoordelijkheden met zich meebrengt.
Niets in ons werk is meer nodig dan de praktische resultaten
van de gemeenschap met God. Wij moeten in ons dagelijks
leven tonen dat wij vrede en rust hebben in de Verlosser. Zijn
vrede in het hart zal van ons gezicht afstralen. Het zal aan de
stem een overtuigende kracht geven. Omgang met God zal het
karakter en het leven veredelen. Mensen zullen waarnemen,
zoals ook bij de eerste discipelen, dat wij met Jezus geweest
zijn. Dit zal aan de werker een kracht geven zoals niets anders
kan doen. Hij mag niet van deze kracht verstoken blijven. Wij
moeten een tweevoudig leven leven - een leven van denken en
handelen, van stil gebed en emstig werken. De kfëtßht, Ofiïffalïgen
door omgang met God, verenigd met emstige mspanning om
de geest te trainen tot aandacht en zorgdragen, bereidt 0118 V001'
op de dagelijkse plichten en houdt vrede m de geest onder alle
omstandigheden, hoe uitputtend ook.

De Goddelijke Raadsman

Velen denken, dat wamieer zij in moeilijkheden zijn, zij zich
tot een aardse vriend moeten wenden om raad en bijstand.
Onder moeilijke omstandigheden vervult ongeloof hun harten
en de weg schijnt duister. En al die tijd staat_de machtige
Raadsman der eeuwen naast hen en nodigt hen uit vertrouwen
in Hem te stellen. Jezus de grote Lastendrager zegt: "Komt
allen tot Mij, en Ik zal u rust geven." Zullen we ons dan van
Hem aflceren en tot mensen gaan, die even afliankelijk zijn van
God als wijzelf?

U moge de gebreken in uw karakter voelen, en de tekorten
van uw vermogens. Maar al had u ook het grootste mtellect
dat ooit een mens was geschonken, het zou niet voldoende zijn
voor uw werk. "Zonder Mij kunt gij niets doen," zei onze Heer
en Verlosser. Het resultaat van alles wat we doen, rust in Gods
handen. Wat zich ook mag voordoen, leg beslag op Hem, mei
standvastig, volhardend veitrouwen.

Begin eik contact dat u legt, of dat in zaken, in de vrijetijd
of in de huwelijksband is, met emstig, nederig gebed. Zo zult
u tonen dat u God eert, en God zal u eren. Bidt wanneer u
wankehnoedig bent. En als u ontmoedigd bent, sluit dan de
lippen stevig voor de mensen, werp geen schaduw op het pad
van anderen, maar vertel alles aan_Jezus. Strek uw handen uit
naar Zijn hulp. Leg in uw zwakheid beslag op Zijn oneindige
kracht. Vraag om nederigheid, wijsheid, moed, versterking van
uw geloof, zodat u licht kunt zien in Gods licht, en verheug u
in Zijn liefde.

Toewijding; Vertrouwen

Wanneer wij nederig en berouwvol zijn, staan wij daar waar
God Zich aan ons kan en wil openbaren. Hij vindt het prettig
wanneer wij op voorbije genoten genade en zegeningen wijzen
als reden voor grotere zegeningen om ons te schenken. Hij wil
meer dan de verwachtingen vervullen van hen die op Hem
vertrouwen. De Here Jezus weet precies wat Zijn kinderen
nodig hebben, hoeveel goddelijke kracht wij zullen vragen ten
zegen van de mensheid; en Hij schenkt ons alles wat wij zullen
aanwenden in de zegen voor anderen en om onze ziel te verrijken.
Wij moeten minder vertrouwen hebben in wat wij zelf kunnen
doen en meer vertrouwen in wat de Here kan doen voor en
door ons. U bent niet in uw eigen werk bezig; u bent in het
werk van God. Onderwerp uw wil en weg aan Hem. Maak
geen enkel voorbehoud, tref geen enkele schikking met uzelf,
weet wat het is om vrij te zijn in Christus.

Het alleen maar beluisteren van toespraken op de Sabbat en
het doorlezen van de Bijbel of de vers voor vers verklaring zal
ons of de mensen die ons horen geen goed doen, tenzij wij de
waarheden van de Bijbel in onze persoonlijke ervaring verweven.
Het verstand, de wil en de genegenheden moeten overgegeven
worden aan de beheersing van het woord van God. Dan zullen,
door de werking van de Heilige Geest, de voorschriften van
het woord de beginselen van ons leven worden.

Wanneer u de Here vraagt u te helpen, eert u de Verlosser
door te geloven dat u Zijn zegen zult ontvangen. Alle kracht,
alle wijsheid staan tot uw beschikking. Wij hebben er alleen
maar om te vragen.

Wandel steeds in het licht van God. Overdenk dag en nacht
Zijn karakter. Dan zult u Zijn schoonheid zien en zich in Zijn
goedheid verheugen. Uw hart zal gloeien door het voelen van
Zijn liefde. U zult opgeheven worden, als gedragen door eeuwige
armen. Met de kracht en het licht dat God mededeelt, kunt u
meer begrijpen en meer tot stand brengen dan u ooit voor
mogelijk hebt gehouden.

"Blijf in Mij."

Christus gebiedt ons: "Blijf in Mij, gelijk Ik u.. Evenals
de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, als zij met aan de
wijnswk biilft, zoo ook gij niet, indien gij in Mijn niet blijft (9) Wi in Mij blijft gelijk Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt gij niets doen. Indien gij in Mij blijft en Mijn woorden in u blijven, vraagt wat gij maar wit en het zal u geworden. Hierin is Mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vurcht; draagt en gij zult Mijn discipelen zijn.

Gelijk de Vader Mij heeft liefgehad, heb ook Ik u liefgehad.
Blijfi in Mijn liefde..." _
"Gij hebt niet MU, maal' Ik heb U U1'fgek°Zen en u aangešvezen
opdat gij zoudt heengaan en vrucht dragen en uw vrucht
blijven, opdat de Vader u alles geve, wat gij Hem bidt in Mijn
naam." (10)

"Zie Ik sta aan de deur en Ik klop. Indien iemand naar Mijn
stem lioort en de deur opent, Ik zal bij hem binnenkomen en
maaltijd met hem houden en hij met Mij." (ll)

"Wie overwint, die zal Ik geven van het verborgen manna,
en Ik zal hem een witte steen geven en op die steen een nieuwe
naam geschreven, welke niemand weet dan die hem Oontvangt

"Wie overwint... Ik zal hem de morgenster geven en
Ik zal op hem schrijven de naam Mijns Gods,... en Ik zal op
hem Mijn nieuwe naam schrijven." (14)

"Dit Ene Doe Ik."

Wie zijn vertrouwen in Gods' stelt, zal'met_l°aulus kunnen
zeggen: "Ik vennag alle dingen in Hem, die Mij kracht geeft.
Welke fouten of mislukkingen er ook geweest mogen zijn in
het verleden, wij mogeninet Gods hulp er bovenuit groeien.
Met de apostel mogen wij zeggen

"Maar één ding doe ik, vergetende hetgeen achter mij ligt en
mij uitstrekkende naar hetgeen vóór mij ligt, jaag ik naar het
doel, om de prijs der roeping Gods, die van boven is, in Christus
Jezus." (15)

Verwijzingen

1. Spr.4:l8.
2. Joh. 15:11
3. Openb.7:9,1O.
4. Openb.7;14-17.
5. Openb.5:12,13.
6. Openb.21:4.
7. Ex.33:19.
8. Ex.34:6,7.
9. Joh.15:4.
10. J0h.15:4-16.
11. Openb.3:20.
12. Openb.2:17.
13. 0penb.2:28.
14. Openb.3:12.
15. Fi1íp.3:13,14