41 In contact met anderen

"Draagt elkanders lasten en vervult alzo de wet van God. "

Iedere omgang met anderen in het leven vraagt om de oefening
van zelíbeheersing, verdraagzaamheid en medeleven. Wij ver-
schillen zo enorm van neigingen, gewoonten en opvoeding dat
onze manier van het bekijken der dingen uiteen loopt. Wij
oordelen verschillend. Ons begrip van waarheid, onze ideeën
met betrekking tot levensgewoonten, zijn niet in alle opzichten
gelijk. Er zijn geen twee mensen met gelijke ervaringen in alle
bijzonderheden. De moeilijkheden van de een zijn niet de
moeilijkheden van de ander. De plichten die de een licht vindt,
zijn voor een ander vreselijk moeilijk en verwarrend.

_ Zo breekbaar, zo onbekend, zo onderhevig aan misverstand
is de menselijke natuur, dat ieder heel zorgvuldig moet zijn in
de beoordelmg van een ander. Wij weten weinig van de
draagwijdte van onze handelingen op de ervaring van anderen.
Wat wij doen of zeggen lijkt ons van weinig belang, maar
wanneer onze ogen geopend werden, zouden wij zien dat daarvan
de belangrijkste resultaten voor goed of kwaad afliangen.

Consideratie voor Zwaarbelasten

Velen hebben zo weinig lasten te dragen, hun harten hebben
zo weimg echte angst gekend, zij hebben zo weinig verschrikking
en ellende gevoeld ter wille van anderen, dat zij het werk van
iemand die echte lasten draagt, niet begrijpen. Zij zijn daartoe
net zo min in staat als een kind de zorgen en het zwoegen van
zijn vader kan begrijpen. Het kind moge zich verwonderen over
de angsten en verslagenheid van de vader. Zij schijnen hem
nodeloos toe. Maar als hij met de jaren ervaring opdoet, wanneer
hij zelf lasten te dragen krijgt, zal hij terugzien op zijn vaders
leven en datgene begrijpen wat hem eens zo onbelangrijk leek.
Bittere ervaring heeft hem kennis gegeven.

Het werk van velen die lasten dragen wordt niet begrepen,
hun werk wordt niet gewaardeerd, totdat de dood hen wegneemt.
Wanneer anderen de lasten die zo”n persoon heefi neergelegd,
op zich nemen en de moeilijkheden die hij had, ervaren, leren
zij begrijpen hoe moed en geloof op de proef werden gesteld.
Dikwijls worden dan de fouten die zij zo snel beoordeeld
hadden, uit het oog verloren. Ervaring leert hen sympathie. God
laat toe dat mensen op verantwoordelijke posten geplaatst
worden. Wanneer zij dwalen, heeft Hij de macht, hmi fouten
te herstellen, of hen te verwijderen. Wij moeten voorzichtig
zijn en het oordelen, dat toch Gods werk is, aan Hem overlaten.
Het gedrag van David tegenover Saul bevat een les. Op bevel
van God was Saul tot koning over Israël gezalfd. Om zijn
ongehoorzaamheid had God bepaald dat het koninkrijk van hem
genomen zou worden; en toch, hoe meelevend, hoífelijk en
verdraagzaain was het gedrag van David tegenover hem! Bij
de jacht op Davids leven kwam Saul in de woestijn en ging
onbeschennd die spelonk birmen waar David en zijn krijgsmak-
kers verborgen lagen. En de mannen van David zeiden tot hem:
"Dit is de dag, waarvan de Here tot u gezegd heeft: zie Ik geef
uw vijand in uw macht; doe met hem wat gij wilt..." En hij zei
tot zijn mannen: "De Here beware mij ervoor, dat ik aan mijn
heer, aan de gezalfde des Heren, dit zou doen, dat ik mijn hand
aan hem zou slaan, want hij is de gezalfde des Heren." (1) De
Heiland zegt ons: "Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld
wordt; want met het oordeel, waaimede gij oordeelt, zult gij
geoordeeld worden, en met de maat, waarmede gij meet, zal u
gemeten worden." (2) Bedenk dat spoedig uw levensverslag
door God beoordeeld wordt. Bedenk dat ook Hij gezegd heeft:
"Daarom zijt gij, o mens, wie gij ookzijt, niette verontschuldigen,
wanneer gij oordeelt... want gij die oordeelt bedrijft dezelfde
d1ngen." (3)

Verdraagzaamheid onder Onrecht

Wij kunnen het ons niet veroorloven ons op te winden over
emg werkelijk of venneend onrecht, ons aangedaan. Het eigen-ik
rs de vijand die wij het meest moeten vrezen. Geen vorm van
ondeugd heeft een meer onheilbrengend effect op het karakter
dan de menselijke hartstocht die niet onder beheersing van de
Heilige Geest is gebracht. Geen andere overwinning die wij
zouden kunnen maken is zo waardevol als de overwirming over
onszelf.

Wij moeten ons niet zo snel gekrenkt voelen. Wij moeten
niet leven om onze gevoelens te bewaken of onze reputatie,
maar om onze ziel te redden. Als wij geïnteresseerd raken in
de reddmg van onze zielen, zullen wij ophouden ons te
bekommeren om de kleine verschillen die zo dikwijls aan de
orde komen in onze omgang met anderen. Wat anderen van
ons_mogen denken of ons aandoen, hoefi onze eenheid met
Christus, de gemeenschap van de Geest, niet te verstoren. "Want
mag dat roemen heten, als gij slagen moet verduren, omdat gij
kwaad doet?" Maar als gij goed doet en dan lijden moet verduren,
dat is genade bij God." (4)

"Neemt geen wraak. Verwijdert zo veel u kunt alle oorzaken
tot misverstand. Vennijdt de schijn van kwaad. Doe alles wat
rn uw macht ligt, zonder dat u uw principes opgeeft om anderen
gimstrg te stemmen. "Wanneer gij dan uw gave brengt naar het
altaar en u daar herimiert, dat uw broeder iets tegen u heeft,
laat uw gave daar, vóór het altaar, en ga eerst heen, verzoen u
met uw broeder, kom en offer daama uw gave." (5)

Als ongeduldige woorden tot u gesproken worden, antwoordt
nooit op dezelfde toon. Bedenkt dat "een zacht woord de
grimmigheid afl<eert." (6) En er is wonderbaarlijke macht in
stilte. Iemand antwoorden die kwaad is, maakt dat soms alleen
maar emstiger. Maar boosheid, met zwijgen beantwoord in een
verdraagzame geest, ebt snel weg.

Houdt onder een stonn van bijtende, beschuldigende woorden
de gedachten staande op het woord van God. Houdt in verstand
en hart Gods beloften bewaard. Als u slecht behandelt wordt
of verkeerd beschuldigd, herhaal dan die kostbare beloften in
plaats van boze antwoorden te geven.

"Laat u niet overwimien door het kwade, maar overwin het
kwade door het goede." (7)

"Wentel uw weg op de Here, en vertrouw op Hem; en Hij
zal het maken. Hij zal uw gerechtigheid doen opgaan als het
licht, en uw recht als de middag." (8)

"Er is niets bedekt, of het zal geopenbaard worden, en
verborgen, of het zal bekend worden." (9)

"Gij deed mensen over ons hoofd rijden, wij zijn door vuur
en water gegaan; maar Gij voerdet ons uit in de overvloed."
(10)

Wij zijn geneigd naar onze medemens te kijken voor sympathie
en verlichting, in plaats van op Jezus te zien. In Zijn genade
en getrouwheid laat God dikwijls toe dat degenen in wie wij
vertrouwen stellen, ons in de steek laten, zodat wij de dwaasheid
ervaren van het op mensen vertrouwen en vlees tot onze arm
te stellen. Laten wij volledig, nederig en onzelfzuchtig op God
vertrouwen. Hij kent het verdriet dat wij in het diepst van ons
wezen voelen, maar dat wij niet kunnen uiten. Wanneer alles
donker schijnt en onverklaarbaar, denk dan aan de woorden
van Christus: "Wat Ik doe, weet gij nu niet, maar gij zult het
later verstaan." (11)

Bestudeer de geschiedenis van Jozef en Daniël. De Here
voorkwam de intriges van mensen die hen schade wilden
berokkenen niet; maar Hij keerde al deze listen ten goede voor
Zijn dienaren die te midden van beproevingen en strijd hun
geloof en getrouwheid bewaarden.

Zo lang als we op deze wereld zijn, zullen we tegenstand
ondervinden. Wij zullen uitgedaagd worden om ons humeur te
testen, en als wij dat met de juiste instelling tegemoet treden,
worden de christelijke deugden ontwikkeld. Als Christus in ons
woont, zullen wij geduldig zijn, vriendelijk en verdraagzaam,
opgewekt te midden van narigheden en irritaties. Dag na dag
en jaar na jaar zullen wij onszelf overwinnen en groeien in
edele heldhaftígheid. Dit is de ons toebedeelde taak; maar die
kan niet vervuld worden zonder de hulp van Jezus: resolute
besluitvonning, een vast doel, voortdurende waakzaamheid en
onophoudelijk gebed. Ieder heeft een persoonlijke strijd te
voeren. Zelfs God kan onze karakters niet veredelen of ons
nuttig maken, tenzij wij Zijn medewerkers worden. Zij die in
worsteling verslappen, verliezen de kracht en de vreugde van
de overwinning

Wij behoeven ons verslag van moeilijkheden, beproevingen,
verdriet en zorgen niet bij te houden. Al deze dingen staan
opgetekend in de boeken en de hemel zal er verder voor zorgen.
Terwijl we de onaangename dingen optellen, verdwijnen vele
dingen die prettig zijn om aan te denken uit ons geheugen;
zoals de genadige vriendelijkheid van God die ons ieder moment
omringt; en waarover de engelen zich verwonderen: de liefde
waardoor Hij Zijn Zoon gaf om voor ons te sterven. Wanneer
u als werkers voor Christus denkt dat u grotere zorgen en
beproevingen hebt dan anderen ten deel vallen, bedenk dan dat
er voor u een vrede is, die onbekend is aan degenen die deze
lasten vermijden. Er is troost en vreugde in de dienst van
Christus. Laat de wereld zien dat het leven met Hem geen
mislukking is.

Als u zich niet blijhartig en opgewekt voelt, praat dan niet
over uw gevoelens. Werp geen schaduw over de levens van
anderen. Een koude, zonloze godsdienst trekt nooit zielen tot
Christus. Het drijfi ze van Hem weg, in de netten die satan
gespannen heeft voor afdwalende voeten. Denk, in plaats van
aan ontmoedigingen, aan de kracht waarop u in Christus” naam
beslag kunt leggen. Geef uw fantasie greep op de ongeziene
dingen. Richt uw gedachten op de bewijzen van de grote liefde
van God voor u. Het geloof kan beproevingen doorstaan,
verzoekingen weerstaan en u staande houden onder teleurstel-
lingen. Jezus leeft als uw Middelaar. Alles wat Hij door Zijn
tussenkomst zeker stelt, is het onze. Denkt u niet dat Christus
diegenen die geheel voor Hem leven op prijs stelt? Denkt u
niet dat Hij degenen opzoekt die, zoals Johannes in de gevangenis,
voor zijn zaak in harde en beproevende omstandigheden zijn?
God zal niet toelaten dat één van Zijn trouwe werkers alleen
gelaten wordt om tegen grote omnacht te worstelen en over-
wonnen te worden. Hij bewaart als een kostbaar juweel iedereen
wiens leven met Christus in Hem geborgen is. Van zo iemand
zegt Hij: "Ik zal u tot een zegelring maken, want u heb Ik
uitverkoren." (12)

Spreek dan over de belofien; vertel van Jezus” bereidheid om
te zegenen. Hij vergeet ons niet, zelfs niet voor een kort moment.
Wanneer wij, niettegenstaande onaangename omstandigheden,
vertrouwend in Zijn liefde rusten en ons insluiten met Hem,
zal het gevoel van Zijn aanwezigheid ons inspireren met diepe,
stille vreugde. Van Zichzelf zei Christus: "Ik doe niets uit
Mijzelf; Ik spreek wat de Vader Mij geleerd heeft. En die Mij
gezonden heeft is met Mij. Hij heefl; Mij niet alleen gelaten,
want Ik doe altijd wat Hem behaagt." (13)

De aanwezigheid van de Vader omringde Christus en niets
overkwam Hem dan hetgeen de oneindige liefde toeliet tot
zegen van de wereld. Hier was Zijn bron van troost, en die is
voor ons. Die vervuld is met de Geest van Christus verblijfi in
Christus. Wat ook maar tot Hem komt, komt van de Verlosser,
die hem omringt met Zijn tegenwoordigheid. Niets kan hem
raken, tenzij met toestemming van de Here. Al ons lijden en
onze zorgen, al onze verzoekingen en beproevingen, al ons
verdriet en treuren, al onze vervolgingen en ontberingen, kortweg,
alle dingen werken mede ten goede. Alle ervaringen en
omstandigheden zijn Gods werklieden en daardoor wordt het
goede tot ons gebracht.





Spreek geen Kwaad

Als wij enig besef hebben van de lankrnoediglreid van God
voor ons, zullen wij ook anderen niet veroordelen of beschul-
drgen. Hoe verbaasd zouden Zijn medewerkers geweest zijn als
zij Jezus na kemris met Hem gemaakt te hebben, een woord
van beschuldiging, kritiek of ongeduld hadden horen spreken.
Laat ons nooit vergeten, dat wie Hem liefhebben Hem in karakter
moeten vertegenwoordigen.

"Hebt de broeders lief, weest barmhartig en ootmoedig en
vergeldt geen kwaad met kwaad, of laster met laster, maar
zegent mtegendeel, wijl gij hiertoe geroepen zijt, opdat gij zegen
zoudt beërven." (14) "Weest in broederliefde elkander genegen,
in eerbetoon elkander een voorbeeld."(l5)

Hoffelijkheid

De Here Jezus vraagt van ons erkenning van de rechten van
ieder mens. De sociale rechten van de mens en hun rechten als
christenen moeten in aanmerking worden genomen. Allen moeten
behandeld worden met verfijning en fijngevoeligheid, als zonen
en dochters van God.

Het christendom zal van een man een heer maken en van
een vrouw een dame. Christus was holïelíjk, zelfs voor Zijn
vervolgers; en Zijn ware volgelingen zullen dezelfde geest tonen.
Kijk naar Paulus toen hij voor overheden gebracht werd. Zijn
taalgebruik voor Agrippa is een illustratie van zowel hofielijkheid
als overtuigende welsprekendheid. Het evangelie moedigt niet
de fonnele, gangbare beleefdheid van de wereld aan, maar de
hoffelijkheid die uit de goedheid van het hart voortspruit.
Het meest zorgvuldige aankweken van de uiterlijke
welvoeglrjkheidsnormen in het leven is niet voldoende om alle
knbbrgherd, scherpe beoordeling en onbehoorlijke taal buiten
te sluiten. Ware verfijning zal nooit getoond worden zolang als
het eigen ik als het voomaamste onderwerp wordt beschouwd.
Liefde moet in het hart wonen. Een echt christen betrekt zijn
motieven uit een hartelijke liefde voor de Meester. Vanuit de
wortels van zijn genegenheid voor Christus ontspringt een
onzelfzuchtige belangstelling voor zijn broeders. Liefde geefi
aan de bezitter hoffelijkheid, welvoeglijkheid en een beschaafd
gedrag. Ze verlicht het uiterlijk en verzacht de stem; ze verfijnt
en verheft het gehele wezen.

Het Belang van Kleine Dingen

Het leven bestaat in hoofdzaak niet uit grote opofferingen en
wonderbaarlijke prestaties, maar uit kleine dingen. Het gebeurt
het meest door de kleine dingen die zo weinig aandacht waard
lijken, dat groot goed of kwaad in ons leven wordt gebracht.
Het komt door onze eigen mislukking om de toets die door
kleine dingen tot ons komt te doorstaan, dat gewoonten gevormd
worden, het karakter wordt misvomrd; en wanneer de grote
beproevingen komen, vinden zij ons onvoorbereid. Slechts door
uit principe te handelen bij de testen in het dagelijks leven
kurmen wij macht verkrijgen om standvastig en getrouw te
blijven in de gevaarlijkste en moeilijkste omstandigheden.

Zelfbeheersing

Wij zijn nooit alleen. Of wij Hem verkiezen of niet, wij
hebben een metgezel. Bedenk, dat waar u ook bent, wat u ook
doet, God aanwezig is. Niets wat gezegd wordt, of gedaan of
gedacht, ontkomt aan Zijn aandacht. Bij ieder woord of daad
hebt u een getuige - de heilige, zondehatende God. Denk hier
altijd aan vóór u spreekt of handelt. Als christen bent u lid van
de koninklijke familie. Een kind van de hemelse Koning. Zeg
geen woord, doe geen daad, die oneer brengt op "die goede
naam die over u is uitgeroepen." (16)

Bestudeer zorgvuldig het goddelijk-menselijk karakter en
vraag steeds: "Wat zou Christus doen als Hij in mijn plaats
was?" Dit zou de maatstaf van onze plicht moeten zijn. Plaats
uzelf niet nodeloos in het gezelschap van lieden die door hun
praktijken uw bedoelingen om goed te doen verzwakken of een
smet brengen op uw geweten. Doe onder vreemden, op straat,
in vervoer, of in huis niets, dat in het minst met het kwade van
doen heeft. Doe elke dag iets ter verbetering, het mooier maken
en veredelen van het leven dat Christus met Zijn eigen bloed
gekocht heeft.

Handel altijd volgens beginsel, nooit uit impuls. Temper de
natuurlijke onstuimigheid van uw aard door zachtheid en
bescheidenheid. Sta uzelf geen lichtvaardigheid toe, noch
beuzelingen. Laat geen lage moppen over uw lippen komen.
Zelfs gedachtennmogen niet toegestaan worden om de vrije
teugel te gaan. Zij moeten beheerst worden, gevangen gehouden
worden tot gehoorzaamheid aan Christus. Zij moeten gevangen
geleid worden onder de gehoorzaamheid van Christus. Dan
zullen zij door de genade van Christus rein en zuiver worden.
Wij behoeven een voortdurend besef van de veredelende macht
van zuivere gedachten. De enige zekerheid voor iedere ziel is
zuiver denken. Zoals een man "in zijn hart denkt, zo is hij."
(17) De macht tot zelfbeheersing wordt sterker door oefening.
Wat eerst moeilijk schijnt, wordt door voortdurend oefenen en
herhaling gemakkelijk, tot goede daden en gedachten gewoonte
worden. Als wij het willen, kumien wij ons afkeren van alles
wat goedkoop en waardeloos is en stijgen tot een hoge standaard;
wij kunnen door mensen gerespecteerd worden en geliefd door
God.

Aanbevelen; Bemoedigen


Kweek de gewoonte aan, goed van anderen te spreken. Houdt
de goede eigenschappen van degenen met wie u omgang hebt
in' gedachten en kijk zo min mogelijk naar hun fouten en
mislukkmgen. Wanneer u verleid wordt tot klagen over wat
iemand gezegd of gedaan heeft, prijs iets in het leven of karakter
van die persoon. Kweek dankbaarheid aan. Loof God voor Zijn
wonderlijke liefde in het geven van Christus die voor ons stierf.
Het loont niet om aan onze grieven te denken. God roept ons
op om aan Zijn genade en Zijn omnetelijke liefde te denken,
waardoor we geïnspireerd worden tot lofprijzing.
Emstige werkers hebben geen tijd om aan fouten van anderen
te denken. Wij kunnen ons niet veroorloven te leven van
andermans fouten en mislukkingen. Kwaadspreken is een
dubbele vloek, die zwaarder valt op de spreker dan op de
hoorder. Wie het zaad van meningsverschillen ten twist zaaien,
oogsten in hun eigen ziel de dodelijke vruchten. Juist dat zoeken
naar het kwaad in anderen ontwikkelt kwaad in degene die
daamaar zoekt. Door het overdenken van de fouten van anderen
worden we veranderd naar datzelfde beeld. Maar door op
Christus te zien, te spreken van Zijn liefde en vohnaakt karakter,
worden we naar Zijn beeld veranderd. Door het overdenken
van de hoge idealen die Hij ons voorhoudt, worden wij opgeheven
in een zuivere en heilige atmosfeer, zelfs in de tegenwoordigheid
van God. Wanneer wij daarin verblijven, gaat er van ons een
licht uit dat allen die met ons in aanraking komen, verlicht.
Zeg, in plaats van anderen te bekritiseren en te veroordelen:
"Ik moet mijn eigen zaligheid bewerken. Als ik samenwerk met
Hem die mijn ziel wenst te redden, moet ik mijzelf ijverig in
het oog houden. Ik moet ieder kwaad uit mijn leven verwijderen.
Ik moet elke fout overwinnen. Ik moet een nieuw schepsel in
Christus worden. Dan, in plaats van anderen die tegen het kwade
strijden te verzwakken, kan ik hun door bemoedigende woorden
versterken." Wij zijn te onverschillig voor anderen. Te dikwijls
vergeten wij dat onze medewerkers opmontering en kracht nodig
hebben. Draag er zorg voor, dat u hen uw belangstelling en
sympathie geeft. Steun hen door uw gebeden, en laat hen weten
dat u dit doet.

Geduld met de Dwalenden

Niet alleen die voorgeven medewerkers voor Christus te zijn,
zijn ware discipelen. Onder hen die Zijn naam dragen en onder
Zijn medewerkers geteld worden, zijn sommigen die Hem niet
vertegenwoordigen in karakter. Zij worden niet door Zijn
beginselen geleid. Deze personen zijn dikwijls oorzaak van
verwarring en ontmoediging voor hun medewerkers die nog
jong zijn in christelijke ervaring, maar niemand behoefi misleid
te worden. Christus heefi ons een volmaakt voorbeeld gegeven.
Hij vraagt ons Hem te volgen.

Tot het einde der tijden zal er onkruid tussen de tarwe zijn.
Warmeer de dienstknechten van de landman in hun ijver voor
zijn eer, toestemming vragen om het onkruid uit te trekken,
zegt de meester: "Neen, want bij het bijeenhalen van het onkruid
zoudt gij tevens het koren kunnen uittrekken. Laat beide samen
opgroeien tot de oogst." (18)
ln Zijn genade en lankmoedigheid verdraagt God geduldig
de verkeerden en zelfs de booshartigen. Onder Christus”
uitverkoren discipelen was Judas, de verrader. Zou het dan
oorzaak tot verbazing of ontmoediging zijn als er zich ook nu
valshartigen onder Zijn arbeiders bevinden? Als Hij, die de
harten leest, de man kon verdragen van wie Hij wist dat die
Hem zou verraden, met welk geduld zouden wij dan hen moeten
verdragen die fout staan.

En niet allen, zelfs die geheel fout schijnen te staan, zijn als
Judas. Petrus, onstuimig, haastig en zelfgenoegzaam, scheen
dikwijls meer in het nadeel dan Judas. Hij werd vaker door de
Heiland terechtgewezen. Maar wat een leven van dienstbaarheid
en zelfopoffering! Welk een getuigenis draagt het voor de macht
van Gods genade! Zo ver wij daartoe in staat zijn, moeten wij
voor anderen zijn wat Jezus voor Zijn discipelen was toen Hij
met hen wandelde en sprak.

Beschouw uzelf als zendelingen, in de eerste plaats onder
uw medewerkers. Dikwijls vraagt het veel tijd en werk om een
ziel voor Christus te winnen. En wanneer een ziel zich van
zonde tot gerechtigheid keert, is er vreugde onder de engelen.
Denkt u dat de dienende geesten die over deze zielen waken,
blij zijn te zien hoe onverschillig zij behandeld worden door
sommigen die zich christenen noemen? Als Jezus met ons zou
doen zoals wij elkaar dikwijls doen, wie van ons zou gered
kunnen worden?

Bedenk, dat u geen harten kunt lezen. U kent de motieven
niet, die leiden tot daden die u verkeerd lijken. Er zijn velen
die geen juiste opvoeding genoten hebben; hun karakters zijn
verkeerd gegroeid, zij zijn hard en knoestig en schijnen in ieder
opzicht verbogen. Maar de genade van Christus kan hen
hervormen. Zet ze nooit opzij, drijf ze nooit tot ontmoediging
of wanhoop door te zeggen: "Je hebt mij teleurgesteld en ik
wil niet proberen om je te helpen." Een paar woorden, haastig
en geprikkeld gesproken -juist wat wij denken dat zij verdienen
- kunnen de koorden van invloed die hun harten aan de onze
gebonden zou hebben, doorsnijden.

Het beheerste leven, de geduldige verdraagzaamheid, een
geest die gelijkmoedig blijft onder ergemissen, is altijd het
meest afdoende argument en de plechtigste oproep. Als u
gelegenheden en voordelen gehad hebt die anderen niet ten deel
zijn gevallen, overdenk dit, en weest altijd een wijze, tactvolle,
zachtmoedige leraar.

Om in de was (of in de lak) een scherpe afdruk van het zegel
te verkrijgen, drukt men het zegel er niet met een haastige,
hefiige beweging op; men plaatst het zegel zorgvuldig in de
plooibare was en drukt het rustig en stevig neer, tot het in de
vonn verhard is. Op gelijke wijze handelt men met menselijke
zielen. Aanhoudende christelijke invloed is een geheime macht,
en zij hangt af van de standvastigheid van uw uitleving van
het karakter van Christus. Help hen die gedwaald hebben, door
van uw ervaringen te vertellen. Laat hen zien hoe, toen u emstige
fouten maakte, geduld, vriendelijkheid en hulpvaardigheid van
de kant van uw medewerkers u hoop en moed gaf.

Tot aan het oordeel zult u nooit de invloed van een vriendelijke,
doordachte handelwijze tegenover de dwalende, de onredelijke,
de onwaardige te weten komen. Wanneer wij ondankbaarheid
en verraad van heilig vertrouwen ontmoeten, worden wij tot
ontevredenheid of ontstemming geprikkeld. Dit verwacht de
schuldige, hij is erop voorbereid. Maar vriendelijke ver-
draagzaamheid wekt verbazing en roept betere impulsen wakker
en het verlangen naar een beter leven.

"Broeders, zelfs indien iemand op een overtreding betrapt
wordt, helpt gij, die geestelijk zijt, hem terecht in een geest
van zachtmoedigheid, zíende op uzelf; gij mocht ook eens in
verzoeking komen. Verdraagt elkanders moeilijkheden; zo zult
gij de wet van Christus vervullen." (19)

Allen die zich kinderen van God noemen, zouden in gedachten
moeten houden dat zij als zendelingen in contact met allerlei
soorten mensen gebracht zullen worden. Sommigen zijn be-
schaafd, anderen ruw, sommigen bescheiden, anderen trots; er
zijn godsdienstige en sceptische mensen, ontwikkelden en
onwetenden, rijken en armen. Al deze verschillende mensen
kunnen niet gelijk behandeld worden; toch hebben allen behoefte
aan vriendelijkheid en sympathie. Door wederzijds contact zou
onze geest gepolijst en verfijnd moeten worden. Wij zijn van
elkaar afliankelijk, nauw verbonden door de banden van
menselijke broederschap.

De sociale relaties maken dat het christendom in contact komt
met de wereld. Iedere man of vrouw die goddelijk licht heefi
ontvangen, moet licht verspreiden op het donkere pad van hen
die onbekend zijn met de betere weg. Sociale macht, geheiligd
door de Geest van Christus, moet toenemen in het brengen van
zielen tot de Heiland. Christus moet niet in het hart worden
verborgen als een gekoesterde schat, heilig en zoet, enkel
bestemd voor het genot van de bezitter. Wij moeten Christus
in ons hebben als een bron van water, ontspringend tot eeuwig
leven, ieder verfrissend die met ons in contact komt

Verwijzingen:
1 Sam. 24:5-7.
2. Matth.7:1,2.
3. Rom.2:l.
4. 1 Petr.2:20.
5. Matth.5:23,24.
6. Spr.15:1.
7. Rom.12:21.
8. Ps.37:5,6.
9. Luc.12:2.
10. Ps.66:l2.
11. Joh 13:7.
12. Hag.2:24.
13. J0lr8:28,29.
14. Rom.12:10.
15. 1 Petr.3:9.
16. JaC.2:7.
17. Spr.23:7.
18. Matth.13:29,30
19. Gal.6:1,2.