07 Samenwerken tussen God en mens

De zieken moeten genezen worden door de samenwerking van het menselijke en het goddelijke.

In het dienstwerk der genezing moet de arts een medewerker
van Christus zijn. De Verlosser werkte zowel voor de ziel van
de mens als wel voor het lichaam. Het evangelie dat Hij leerde
was een boodschap van geestelijk leven en lichamelijk herstel.
Verlossing van zonde en genezing van ziekten waren met elkaar
verbonden. Hetzelfde dienstwerk is de Christelijke arts opge-
dragen. Hij moet zich met Christus verbinden in het verlichten
van zowel geestelijke als lichamelijke noden van zijn medemens.
Hij moet voor de zieken een boodschapper van genade zijn,
die hen een geneesmiddel brengt voor het zieke lichaam en
voor de ziel die door zonde ziek is.

Christus is het ware hoofd van het medisch beroep. Als
Chef-Arts staat Hij naast iedere Godvrezende arts, die er aan
werkt het menselijke lijden te verzachten. Terwijl de arts
natuurlijke geneesmiddelen voor lichamelijke ziekten gebruikt,
zou hij zijn patiënten moeten wijzen op Hem, die ziekten, zowel
van de geest als het lichaam, kan verlichten. Datgene wat de
artsen slechts kunnen doen om te helpen, wordt door Christus
voltooid. Zij streven emaar het genezingswerk van de natuur
te assisteren; Christus zelf is de Genezer. De arts zoekt het
leven te behouden; Christus geeft het leven.

De Bron van Genezing

De Verlosser openbaarde in Zijn wonderen de macht die
voortdurend aan het werk is ten behoeve van de mens, om hem
kracht te geven en te genezen. Door middel van de natuur werkt
God dag aan dag, uur na uur, van moment tot moment, om ons
in leven te houden, ons op te bouwen en te herstellen. Wanneer
enig lichaamsdeel letsel oploopt, wordt omniddellijk een
herstellingsproces begonnen; de natuurlijke krachten treden in
werking om de gezondheid te herstellen. Maar de kracht die
door deze middelen werkt, is de kracht van God. Alle leven
gevende kracht is van Hem. Wanneer iemand van een ziekte
herstelt, is het God Die hem geneest.

Ziekte, lijden en dood zijn het werk van een vijandige macht.
Satan is de vemietiger; God is de Hersteller.

De woorden, tot Israël gesproken, zijn ook vandaag nog
waarheid voor hen die gezond worden naar lichaam en geest;
"Ik ben de Heer, uw Heelmeester." (1)

De wens van God voor ieder mens wordt uitgedrukt in de
woorden:

"Geliefden, ik bid, dat het u in alles wèl ga en gij gezond
zijt, gelijk het uw ziel wèl gaat." Hij is het, die "al uw
ongerechtigheden vergeefi, die al uw krankheden geneest; die
uw leven verlost van de groeve, die u kroont met goedertierenheid
en bannhartigheid." (2)

Zonde de Oorzaak van Ziekte

Toen Jezus ziekten genas, waarschuwde Hij vele getroffenen:
"Zondig niet meer, opdat u niet iets ergers overkome." (3) Zo
leerde Hij dat zij ziekte op zichzelf gebracht hadden door
overtreding van Gods wetten en dat de gezondheid alleen
behouden kan worden door gehoorzaamheid.

De arts zou zijn patiënten moeten leren dat zij met God
moeten samenwerken voor hun herstel. De arts moet een steeds
groeiend besef hebben, van het feit dat ziekte het resultaat is
van zonde. Hij moet weten dat de natuurwetten, evenals de tien
geboden, goddelijk zijn, en dat alleen door gehoorzaamheid
daaraan de gezondheid hersteld en behouden kan worden. Hij
ziet velen lijden als het resultaat van schadelijke gewoonten,
die genezen zouden kumien worden als zij deden wat zij konden
ten behoeve van hun eigen herstel. Zij hebben er behoefte aan
erop gewezen te worden dat elke gewoonte, die lichamelijke,
mentale of geestelijke energie vemietigt, zonde is en dat
gezondheid slechts gewaarborgd kan worden door gehoorzaam-
heid aan Gods wetten, die God heelt ingesteld ten goede van
de gehele mensheid.

Wanneer een arts een patiënt ziet lijden aan een ziekte, die
veroorzaakt is door verkeerde eet- en drink- of andere foutieve
leefgewoonten, toch verzuimt om dat te vertellen, dan doet hij
zijn medemens onrecht aan. Dronkaards, waanzinnigen en zij
die zich overgegeven hebben aan losbandigheid, doen allen een
beroep op de arts om hen duidelijk en onverbloemd te verklaren
dat lijden het resultaat is van zonde. Zij, die de grondbeginselen
van het leven begrijpen, zouden er in emst naar moeten streven
de oorzaken van ziekten tegen te gaan. Hoe kan een arts, bij
het zien van de voortdurende strijd tegen pijn, daarbij eindeloos
werkend om lijden te verlichten, daar vrede mee hebben? Als
hij geen strikte matigheid leert als geneesmiddel tegen ziekte,
is Hij geen welwillend en barmhartig arts.

Gods Levenswet

Laat het u duidelijk zijn, dat de weg van Gods geboden de
weg ten leven is. God heeft natuurwetten ingesteld, maar Zijn
wetten zijn geen willekeurige eisen. Ieder "Gij zult niet", zowel
in de natuurwetten als in de zedenwet, houdt een belofte in.
Als wij die wetten gehoorzamen, zal er zegen op ons rusten.
God dwingt ons nooit om het goede te doen, maar Hij tracht
ons te redden van het kwade en probeert ons naar het goede
toe te leiden.

Laat uw aandacht gevestigd worden op de wetten die aan
Israël werden geleerd. God gaf hun duidelijk omschreven
aanwijzingen ten aanzien van hun levensgewoonten. Hij maakte
hun de wetten bekend voor zowel lichaamlijk als geestelijk
welzijn; en op voorwaarde van gehoorzaamheid verzekerde Hij
hen: "De Here zal alle ziekten van u afwenden." (4) "Neemt
alle woorden ter harte, waarmee Ik u heden vennaan." "Want
zij zijn leven voor wie ze vinden, genezing voor het ganse
lichaam." (5)

God wenst dat wij de standaard van volmaaktheid bereiken,
wat ons mogelijk gemaakt word door de gave van Christus.
Hij roept ons op, de juiste keuze te maken, ons te verbinden
met de hemelse machten en beginselen eigen te maken, die het
goddelijk beeld in ons zullen herstellen. In zijn geschreven
woord en in het grote boek der natuur heeft Hij ons de beginselen
van het leven geopenbaard. Het is onze taak kennis van deze
beginselen te verkrijgen en door gehoorzaamheid met Hem
samen te werken in het herstel van zowel lichaam als geest.

Het Evangelie van Heil

De mens moet leren dat de zegeningen van gehoorzaamheid
in hun volheid alleen zijn deel kunnen worden, als hij de genade
van Christus ontvangt. Het is Zijn genade die het de mens
mogelijk maakt Gods wetten te gehoorzamen. Het is deze genade
die hem in staat stelt de band van slechte gewoonten te verbreken.
Dit is de enige macht die hem standvastig op het rechte pad
kan brengen en doen behouden.

Wanneer het evangelie in zijn reinheid en kracht ontvangen
wordt, is het een geneesmiddel tegen de ziekten die door de
zonde veroorzaakt werden. De Zon der Gerechtigheid gaat op,
"met genezing onder Zijn vleugels." (6) Niet alles wat de wereld
schenkt, kan een gebroken hart helen, of vrede in het gemoed
brengen, of zorgen wegnemen, of ziekte uitbannen. Roem,
aanleg, talent - alles is machteloos om een hart vol droeflreid
blij te maken of een verwoest leven te herstellen. Het leven
van God in de ziel is de enige hoop van de mens.
De liefde die Christus uitstort in het gehele wezen is een
levende macht. Elk vitaal deel - de hersenen, het hart, de
zenuwen, worden daardoor met genezing aangeraakt. Daardoor
worden de voomaamste vermogens tot activiteit geprikkeld. Het
bevrijdt de ziel van schuld en droefheid, van angst en
bezorgdheid, die de levenskrachten vemielen. Tegelijkertijd
komen vrede en kalmte in het gemoed. Het plant een blijdschap
in de ziel, die door niets aards vemietigd kan worden; vreugde
in de Heilige Geest, heilbrengende, leven gevende vreugde.
De woorden van onze Verlosser: "Komt allen tot Mij,... en
Ik zal u nrst geven," (7) zijn een recept tot genezing van
lichamelijke, mentale en geestelijke ziekten. Ofschoon de mens
lijden over zichzelf heeft gebracht door verkeerde gewoonten,
wordt Hij door de Verlosser met medelijden gadegeslagen. In
Hem kunnen wij hulp vinden. Hij wil grote dingen doen voor
degenen die op Hem vertrouwen. ,

Ofschoon de zonde sinds eeuwen zijn greep op het mensenge-
slacht heeft versterkt, ofschoon de satan door valsheid en
kunstgrepen de zwarte schaduw van zijn uitleg over het woord
van God heeft geworpen en daardoor de mens heefi doen
twijfelen aan Gods goedheid, hebben de genade en liefde van
de Vader toch niet opgehouden in rijke stromen te vloeien naar
deze aarde. Als de mens zijn vensters der ziel hemelwaarts zou
openen, in het besef van de goddelijke gaven, dan zou een
vloed van genezende kracht binnenstromen.

Waarde van grondige Geschiktheid

De arts die emaar verlangt een aanvaardbare medewerker
van Christus te zijn, zal emaar streven in ieder opzicht efficiënt
te worden. Hij zal ijverig studeren, opdat hij de
verantwoordelijkheden van zijn beroep aan kan. Hij zal voort-
durend trachten een hoger peil te bereiken, zoekend naar meer
kennis, grotere bekwaamheid en dieper onderscheidingsver-
mogen. Iedere arts zou moeten beseffen dat degene, die niet
eflicíënt werkt, niet alleen schade berokkent aan de zieke, maar
ook onrecht doet aan zijn collega-artsen. De arts die zich
tevreden stelt met een laag peil van bekwaamheid en kennis,
verlaagt niet alleen het medisch beroep, maar doet ook Christus,
de Grote Heelmeester, oneer aan.

Wie vindt, dat hij ongeschikt is voor medisch werk, zou een
andere betrekking moeten kiezen. Zij, die wel geschikt zijn
voor ziekenverzorging, maar van wie de opleiding en medische
bekwaamheid te kort schieten, zouden er goed aan doen,
eenvoudiger werk voor hun rekening te nemen door plichtsge-
trouw verpleegkundig werk te venichten. Door volhardende
dienst onder vaardige artsen kunnen zij voortdurend leren en
door het benutten van elke gelegenheid om kemris te vergaren,
kunnen zij tenslotte volledig bevoegd worden voor het werk
van arts. Laat de jongere artsen "als werkers tezamen met Hem
(de Chef-Arts)... de genade Gods niet tevergeefs ontvangen...
in geen enkel opzicht aanstoot gevend, opdat onze bediening
niet gesmaad worde: maar wij doen onszelf in alles kennen als
dienaren Gods." (8)

Gods doel met ons is, dat wij steeds in opwaartse richting
gaan. De ware medische zendingsarts zal een steeds bekwamer
geneesheer worden. Getalenteerde Christelijke artsen, die een
superieure beroepsvaardigheid hebben verkregen, zouden
uitgekozen en aangemoedigd moeten worden om in de dienst
van God te gaan op plaatsen, waar zij anderen kunnen opleiden
en trainen om medisch zendeling te worden.

De arts zou in zijn hart het licht van Gods woord moeten
vergaren. Hij zou voortdurend in genade moeten groeien. Bij
hem zou de godsdienst centraal moeten staan. Het moet een
invloed zijn die alle andere domineert. Hij moet handelen uit
hoge, heilige motieven - motieven die krachtig zijn, omdat zij
van God uitgaan, de Ene, die Zijn leven gegeven heelt om ons
de voorzien van krachten, die het kwade overwinnen.

Als de arts getrouw en ijverig emaar streeft zich in zijn
beroep te bekwamen, als hij zichzelf wijdt aan de dienst van
Christus en tijd neemt om zijn eigen hart te onderzoeken, zal
hij begrijpen hoe hij de geheimen van zijn heilig beroep meester
wordt. Hij kan zichzelf zodanig ontwikkelen, dat allen binnen
zijn invloedssfeer de uitnemendheid van de opleiding en wij sheid,
verkregen door degene die verbonden is met de God van wijsheid
en macht, zullen zien.

Een Goddelijke Helper in de ziekenkamer

Nergens is een nauwere gemeenschap met Christus nodig
dan in het werk van een arts. Degene die de plichten van een
geneesheer op de juiste wijze wil vervullen, moet ieder uur van
de dag een Christelijk leven leiden. Het leven van een patiënt
is in de handen van de arts. Eén zorgeloze diagnose, één verkeerd
voorschrift in een kritiek geval, of één zorgeloze beweging van
de hand tijdens de operatie - zelfs maar een haarbreedte - een
leven kan eraan opgeoñerd zijn, en een ziel kan de eeuwigheid
ingestuurd worden. Wat een emstige gedachte! Hoe belangrijk
is het, dat artsen altijd onder toezicht van de goddelijke
Geneesheer staan!

De Verlosser is bereid om allen te helpen, die een beroep op
Hem doen om wijsheid en helderheid van gedachte. En wie
behoefi wijsheid en helderheid van gedachte meer dan een
geneesheer van wiens beslissing zoveel afliangt? Laat hem, die
tracht levens te verlengen, in geloof op Christus zien om ieder
van zijn bewegingen te leiden. De Verlosser wil hem tact en
bekwaamheid geven in de behandeling van moeilijke gevallen.
Wonderbaarlijk zijn de gelegenheden, gegeven aan verzorgers
van zieken. Laat in alles wat gedaan wordt voor het herstel van
zieken, hen begrijpen dat de arts een weg zoekt om met God
samen te werken teneinde de ziekte te oveiwimien. Leidt hen
ertoe te voelen, dat bij iedere maatregel, genomen in harmonie
met Gods wetten, zij de hulp van goddelijke kracht mogen
verwachten.

De zieken en lijdenden zullen veel meer vertrouwen hebben
in de arts van wie zij overtuigd zijn, dat hij God lief heeft en
vreest. Zij verlaten zich op zijn woord. Zij hebben een geV0el
van zekerheid in de aanwezigheid en leidmg van die_arts.
Het is een voorrecht van de christenaits om door middel van
gebed Zijn aanwezigheid in de ziekenkamer te vragen. Laat de
chirurg, vóór het uitvoeren van een ernstige operatie, de hulp
van de Grote Heelmeester inroepen. Laat hij de zieke verzekeren
dat God hem veilig door de beproeving. heen kan helpen_en dat
Hij in alle tijden van tegenspoed een veilige schuilplaats is voor
allen die op Hem vertrouwen. De arts die dit niet kan doen,
verliest geval na geval, dat anderszins gered hadkunnen worden.
Als hij woorden kan spreken, die tot geloof inspireren in de
meevoelende Verlosser, die iedere snik van angst vo_el_ï, en de
nood van de ziel tot Hem kan brengen, ZOU de crisis Vaker
veilig zijn voorbijgegaan.

Alleen Hij, die het hart leest, kan weten met hoeveel angst
en beven menig patiënt toestemt in een operatie door de hand
van een chirurg. Zij beseffen het gevaar. Hoewel zij vertrouwen
kunnen hebben in de bekwaamheid van de arts, Weten ZIJ, dal
hij niet onfeilbaar is. Maar als zij zien, datnde arts het hoofd
buigt en God om hulp vraagt, worden zij met vertrouwen
vervuld. Dankbaarheid en vertrouwen openen het hait voor de
helende macht van God, de levenskrachten worden opgewekt
en zullen overwinnen. _ _ _

Ook voor de arts is de aanwezigheid van Christus een bron
van kracht. Dikwijls drukken de verantwoordelijkheden .en de
mogelijkheden zwaar op hem. De koortsachtig onzekerheid van
vrees zouden zijn hand de vaardigheid kumien doen verliezen.
Maar de zekerheid dat de goddelijke Raadsman naast hem staat
om hem te versterken, geeft hem rust en moed. De aanrak1ng
van Christus op de hand van de arts brengt vitaliteit, rust,
vertrouwen en kracht. _

Wanneer de crisis veilig is doorstaan, en de behandelnig
geslaagd, besteedt dan enkele momenten aan gebed met de
patiënt. Geef uitdnikking van uw dankbaarheid voor het leven dat gespaard is. Als de patiënt woorden van dank uitspreekt
tegen de arts, laat de lof en dank tot God gericht worden. Vertel
de patiënt dat zijn leven gespaard is, omdat hij onder besehenning
stond van de hemelse Geneesheer.

De arts, die deze weg volgt, leidt de patiënt naar de Ene, van
wie zijn leven aflrangt, de Ene, die allen die tot Hem komen
volkomen kan redden.

Werk aan de Ziel

Het medisch zendingswerk zou een diepe bewogenheid met
zich moeten brengen. Aan de arts, evenals de evangeliedienaar
is het meest verantwoordelijke werk, ooit aan mensen opgedra-
gen, toevertrouwd. Of hij het beseft of niet, aan iedere arts
wordt de genezing van zielen toevertrouwd.

In zijn werk, waar hij te maken heeft met ziekte en dood,
verliest de arts vaak de emstige werkelijkheid van het toekomstige
leven uit het oog. In hun emstige poging om het gevaar voor
het lichaam af te wenden, vergeten zij het levensgevaar voor
de ziel. De persoon die zij behandelen, kan zijn greep op het
leven verliezen. De laatste mogelijkheden ktmnen hem uit de
vingers glippen. Deze ziel zal de arts voor de rechterstoel van
Christus weer moeten ontmoeten.
Dikwijls lopen zij de kostbaarste zegeningen mis door te
verzuimen een woord op het juiste moment te spreken. Wanneer
de gouden gelegenheid niet afgewaeht wordt, gaat die verloren.
Aan het ziekbed moet geen woord van belijdenis of strijdpunt
gesproken worden. Laat de lijder gewezen worden op Hem, die
bereid is allen die in geloof tot Hem komen te redden. Emstig
en teder moet gestreefd worden de ziel, die tussen leven en
dood zweeft, te helpen.

De arts die weet, dat Christus zijn persoonlijke Verlosser is,
omdat hijzelf tot de Toevlucht geleid is, weet hoe hij moet
handelen met de bevende, schuldige, met zonde beladen ziel,
die zich tot hem om hulp keert. Hij kan antwoorden op de
vraag: "Wat moet ik doen om gered te worden?" Hij kan het
verhaal van de liefde van de Verlosser vertellen. Hij kan uit
ervaring spreken over de kracht van berouw en geloof. In
eenvoudige, emstige woorden kan hij de nood van de ziel in
gebed aan God voorleggen en hij kan de zieke aanmoedigen
ook genade te vragen en te aanvaarden van de medelijdende
Heiland. Als hij zo de zieke bij staat aan het bed, ernaar strevend
woorden van hulp en troost te spreken, werkt de Here met en
door hem. Als de geest van de lijder op de Zaligmaker wordt
gericht, vervult de vrede van Christus zijn hart en geestelijke
gezondheid, die over hem komt, wordt gebruikt als de helpende
hand van God in het herstel van de lichamelijke genezing.
Op ziekenbezoek zal de arts dikwijls gelegenheid hebben om
een woord van waarheid tot de vrienden te spreken. Als zij aan
het bed waken en zich machteloos voelen om een vlaag van
angst te voorkomen, worden hun harten verzacht. Dikwijls wordt
verdriet, dat voor anderen wordt verborgen, aan de arts verteld.
Dat is de gelegenheid om deze bedroefden te wijzen op Hem,
die de vennoeiden en belasten heeft uitgenodigd om tot Hem
te komen. Dikwijls kan voor hen en met hen een gebed worden
opgezonden, waarin hun nood aan de Heehneester van alle
kwalen, de Verzachter van alle smart kan worden voorgelegd.

Gods beloften

l)e geneesheer heeft kostbare gelegenheden om zijn patiënten
op de beloften van Gods woord te wijzen. Hij moet uit het
sehathuis nieuwe en oude dingen te voorschijn halen, hier en
daar een woord van troost brengen en aanwijzingen geven
waarnaar verlangd wordt. Laat de arts zijn geest een schatkamer
maken van frisse gedachten. Laat hem het woord van God
ij ve rig bestuderen, opdat hij bekend mag worden met de gegeven
l›e|ollen. Laat hem leren te herhalen de woorden van troost,
die (`liristus heelt gesproken tijdens Zijn aardse dienstwerk toen
lli_| Zijn lessen gaf en de zieken genas. Hij zou moeten praten
over de werken v;ui p_eiie/.mg die Jezus verrichtte, van Zijn
tederheid en liefde. Nooit zou hij moeten verzuimen de geest
van zijn patiënten te richten op Christus, de Grote Heelmeester.
Dezelfde macht die Christus uitoefende toen Hij zichtbaar
onder de mensen wandelde, is in Zijn woord te vinden. Het
was door Zijn woord dat Jezus zieken genas en duivelen uitwierp;
door Zijn woord stilde Hij de stonn, bracht Hij de doden tot
leven; en het volk getuigde dat Zijn woord met macht was. Hij
sprak het woord van God, zoals Hij gesproken had tot alle
profeten en leraars van het Oude Testament. De gehele Bijbel
is een openbaring van Christus.

De Schriften moeten ontvangen worden als Gods woord tot
ons, niet louter geschreven, maar gesproken. Toen de gekwelden
tot Christus kwamen, zag Hij niet slechts hen, die om hulp
vroegen, maar allen die door de eeuwen heen in gelijke nood
tot Hem zouden komen met hetzelfde geloof. Toen Hij tot de
verlamde zei: "Zoon, houdt moed; uw zonden worden u
vergeven," (9) toen Hij tegen de vrouw te Kapemaüm zei: "Uw
geloof heeft u behouden; ga heen in vrede," (10) sprak Hij tot
andere ellendige, met zonden beladen mensen die Zijn hulp
zouden zoeken.

Zo is het met alle beloften in Gods woord. Daarin spreekt
Hij tot ons persoonlijk, spreekt Hij direct, alsof wij naar Zijn
stem konden luisteren. Het zijn deze beloften waarin Christus
Zich met ons verbindt in genade en kracht. Zij zijn de bladeren
van die boom, die "voor genezing der volkeren" is. (Openb.22:2)
Ontvangen, opgenomen, moeten zij de sterkte van het karakter,
de inspiratie en onderhoud van het leven zijn. Niets anders kan
zo,n helende kracht hebben. Niets daamaast kan moed en geloof
geven, wat vitale kracht meedeelt aan het gehele wezen.
Tot degene, die trillend van angst aan de rand van het graf
staat, tot de ziel, vennoeid door de last van lijden en zonde,
kan de arts, als zich de gelegenheid voordoet, de woorden van
de Heiland herhalen - want al de woorden in de Heilige Schrifi
zijn de Zijne:

"Vrees niet, want ik heb u verlost, Ik heb u bij uw naam
geroepen, gij zijt Mijn, Wanneer gij door het water trekt, ben
Ik met u; gaat gij door rivieren, zij zullen u niet wegspoelen;
als gij door het vuur gaat, zult gij niet verteren en zal de vlam
u niet verbranden. Want Ik de Heer ben uw God, de Heilige
Israëls, uw Verlosser... Omdat gij kostbaar zijt in Mijn ogen
en hooggeschat en ik u lieflreb." "Ik ben het, die uw overtredingen
uitdelg om Mijnentwil en Ik gedenk uw zonden niet." "Vrees
niet, want Ik ben met u." (12)

"Gelijk een vader zich ontfennt over zijn kinderen, ontfennt
Zich de Here over degenen die Hem vrezen. Want Hij weet
wat maaksel wij zijn, gedachtig dat wij stof zijn." (13)

"Alleen, erken uw ongerechtigheid dat gij van de Here uw
God zijt afgevallen." "Indien wij onze zonden belijden, Hij is
getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons
te reinigen van alle ongerechtigheid." (14)

"Ik vaag uw overtredingen weg als een nevel en uw zonden
als een wolk; keer weder tot Mij, want Ik heb u verlost." (15)
"Komt toch en laat ons tezamen richten, zegt de Here; al
waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als
sneeuw, al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als
witte wol. Als gij gewillig zijt en luistert, zult gij het goede
des lands eten." (16)

"Ja, Ik heb u liefgehad met een eeuwige liefde, daarom heb
Ik u getrokken in goedertierenheid." "In een uitstorting van
toom heb Ik Mijn aangezicht een ogenblik voor u verborgen,
maar met eeuwige goedertierenheid ontfenn Ik Mij over u, zegt
uw Verlosser, de Here." (17)

"Uw hart worde niet ontroerd." "Vrede laat Ik u, Mijn vrede
geef Ik u; niet gelijk de wereld die geeft, geef Ik hem u. Uw
hart worde niet ontroerd of versaagd." (18)

"Een ieder van hen zal zijn als een beschutting tegen de wind
en als een toevlucht voor een stortbui, als waterstromen in een
dorre streek, als de schaduw van een machtige rots in een
dorstig land." (19)

"De ellendigen zoeken naar water, maar het is er niet, hun
mond verdroogt van dorst; Ik, de Here zal hen verhoren; Ik,
de God van Israël, zal hun niet verlaten." (20)

"Zo zegt de Here, uw Maker en van moederschoot aan uw
Formeerder, die u helpt: "Ik zal water gieten op het dorstige
land en beken op het droge; Ik zal Mijn Geest uitgieten op uw
nakroost en Mijn zegen op uw nakomelingen." (21)
"Wendt u tot Mij en laat u verlossen, alle einden der aarde."
(22)

"Hij heefi onze zwakheden op Zich genomen en onze ziekten
heeft Hij gedragen." "Om onze overtredingen werd Hij door-
boord, om onze ongerechtigheden werd Hij verbrijzeld; de straf
die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen
is ons genezing geworden." (23)

Verwijzingen:
1. Ex. 15:26.
2. 3 Joh. 2;
Ps. 103:3,4.
3. Joh. 5:14.
4. Deut. 7:15;
5. . Deut. 32:46;
Spr. 4:22.
6. Mal. 4:2.
7. Matth. 11:28.
8. 2 Cor. 6:1-4.
9. Matth. 9:2.
10.Luc. 8:48.
11. Openb. 22:2.
12 Jes. 43:1-4,25,5
13. Ps. 103:13,l4. 20.
14. Jer. 3:13; 21.
1 Joh. 1:9.
15. Jes. 44:22.
16 Jes. 1218,19.
17. Jer. 31:3;
Jes. 54:8.
18. Joh. 14:1,27
19. Jes. 32:2.
20. Jes. 41:17.
21. Jes. 44:2,3.
22. Jes. 45:22.
23. Matth. 8:17;
Jes. 53:5.