12 De Bedwelmde Overtreder is Niet Schuldloos

(1890) C.T.B.H. 79, 80
744.
Satan begrijpt heel goed, dat wanneer wij onze eetlust beheersen, hij niet zoveel macht over ons denken kan hebben als wanneer wij daaraan toegeven. Hij werkt er daarom voortdurend aan om mensen tot toegeeflijkheid te bewegen. Onder invloed van ongezond voedsel raakt ons geweten bedwelmd, onze geest raakt verduisterd en ons vermogen om indrukken te verwerken gaat achteruit. Maar de schuld van de overtreder wordt niet minder, doordat men zijn geweten net zolang sust totdat men het niet meer voelt.

Omdat een gezonde geestesgesteldheid afhankelijk is van de aanwezigheid van een normale hoeveelheid vitale kracht, hoe goed dient men er dan voor te zorgen, dat men noch stimulerende noch verdovende middelen gebruikt! Toch zien we dat een groot aantal van hen die zich Christenen noemen tabak gebruiken. Zij treuren over de kwalijke kanten van onmatigheid. En terwijl zij spreken over hoe verkeerd het gebruik van sterke drank is, spuwen diezelfde mannen tabakssap uit. Er zal een verandering van mening nodig zijn over het gebruik van tabak, vóórdat de wortel van het kwaad zal zijn blootgelegd. Wij spitsen ons onderwerp nog meer toe. Thee en koffie bevorderen de hang naar nog sterker stimulerende middelen. En dan komen wij nog dichter bij huis, bij het bereiden van voedsel. En dan vragen wij ons af: betracht men wel gematigdheid in alles? Worden de hervormingen die noodzakelijk zijn voor onze gezondheid en ons geluk hier doorgevoerd?

Iedere ware Christen zal zijn begeerten en hartstochten onder controle hebben. Hij kan geen oprechte en gehoorzame dienaar van Christus zijn, tenzij hij vrij is van de banden van de eetlust. Toegeven aan eetlust en hartstochten vermindert de invloed van de waarheid op ons hart.