10 Kaas - Ongeschikt als voedsel

KAAS [Hieronder wordt gerijpte kaas verstaan – Samenstellers]

(1868) 2T 68
632.
Kaas mag nooit in onze maag terechtkomen.

(1905) M.H. 302
633.
Boter is minder schadelijk wanneer men het op koud brood eet, dan wanneer het voor het koken wordt gebruikt; maar als vuistregel is het beter om het helemaal zonder boter te doen. Kaas is nog bezwaarlijker. Het is als voedsel volledig ongeschikt.

[C.T.B.H. 46, 47] (1890) C.H. 114
634.
Menig moeder bereidt maaltijden die tot een valstrik zijn voor haar gezin. Vlees, boter, kaas, overdadig gebak, voedsel met specerijen, en kruiden worden door jong en oud onbeperkt gegeten. Deze dingen werken ontregelend op onze maag, prikkelen onze zenuwen en verzwakken ons verstand. De bloed producerende organen kunnen zulke stoffen niet omzetten in goed bloed. Het vet dat in het voedsel wordt meegekookt maakt het moeilijk verteerbaar. Kaas heeft schadelijke gevolgen.

(1873) 3T 136
635
. Het wordt kinderen over het algemeen toegestaan om vlees, specerijen, boter, kaas, varkensvlees, overdadig gebak en kruiden te eten. Zij mogen ook op onregelmatige tijden en tussen de maaltijden door ongezonde dingen eten. Deze dingen werken ontregelend op onze maag, prikkelen onze zenuwen tot onnatuurlijke activiteit, en verzwakken ons verstand. Ouders realiseren zich niet, dat zij het zaad zaaien dat ziekte en dood zal voortbrengen.

R. & H., 19 juli 1870
636.
Toen wij de camp meeting in Nora, Illinois begonnen, voelde ik het als mijn plicht om enkele opmerkingen te maken over hoe men at. Ik verwees naar de ongelukkige ervaring die sommigen in Marion hadden gehad, en ik vertelde hun dat ik het weet aan het maken van onnodige gerechten voorafgaand aan de meeting, en het opeten van die onnodige gerechten tijdens de meeting. Sommigen namen kaas mee naar de meeting en aten dat. Hoewel ze jong was, was het te sterk voor de maag. Het zou nooit gegeten mogen worden.

Brief 40, 1893
637.
Er was besloten dat er tijdens een bepaalde camp meeting geen kaas aan de aanwezigen verkocht zou worden. Maar bij aankomst op het terrein ontdekte dokter Kellogg tot zijn verbazing, dat een grote hoeveelheid kaas was ingeslagen voor de verkoop in de kruidenierswinkel. Hij en enkele anderen maakten hiertegen bezwaar, maar zij die de leiding over de kruidenierswinkel hadden, zeiden dat de kaas was gekocht met toestemming van Broeder …, en dat zij zich niet konden veroorloven het hierin geïnvesteerde geld te verliezen. Hierop vroeg dokter Kellogg de prijs van de kaas en kocht alles van hen. Hij had de zaak via oorzaak en gevolg uitgezocht, en hij wist dat sommige producten, waarvan men algemeen denkt dat ze gezond zijn, zeer schadelijk kunnen zijn.
[Het verkopen van kaas op het camp meetingterrein – 529]