01 Suiker

MS 93, 1901
525.
Suiker is niet goed voor de maag. Zij veroorzaakt gisting, en dat benevelt de hersenen en beïnvloedt het karakter, zodat men knorrig wordt.

(1905) M.H. 302
526.
Gewoonlijk wordt in voedsel veel te veel suiker gebruikt. Taart, zoete pudding, gebakjes, gelatine en jam zijn rechtstreekse oorzaken voor indigestie. Vooral schadelijk zijn die custards en puddings waarin melk, eieren en suiker de voornaamste ingrediënten zijn. Het onbeperkt samen gebruiken van melk en suiker dient vermeden te worden.
[Zie melk en suiker – 533, 536]
[Gebruik er weinig van bij het conserveren van fruit – 476]
[Een klein beetje suiker is toelaatbaar – 550]

(1870) 2T 369, 370
527. Suiker verstopt ons systeem. Het belemmert de motoriek van ons levend organisme.
Er heeft zich een geval voorgedaan in Montcalm County, Michigan, waarnaar ik zal verwijzen. De persoon waarom het gaat was een edel man. Hij was ruim één meter tachtig lang en was een knappe verschijning. Ik werd aan zijn ziekbed geroepen. Ik had eerder met hem gesproken over zijn manier van leven. “Hoe u uit uw ogen kijkt bevalt me niet”, zei ik. Hij at grote hoeveelheden suiker. Ik vroeg hem waarom hij dit deed. Hij zei dat hij gestopt was met het eten van vlees en niet wist, wat dit beter kon vervangen dan suiker. Zijn eten smaakte hem niet, eenvoudig omdat zijn vrouw niet kon koken.
Sommigen van u sturen uw dochter, die al bijna volwassen vrouw zijn, naar school om kennis van de wetenschap te verwerven, nog voordat zij kunnen koken. Terwijl dit op de eerste plaats zou moeten komen. Hier had je een vrouw die niet kon koken. Zij had niet geleerd gezond voedsel te bereiden. De echtgenote en moeder schoot tekort in dit belangrijke onderdeel van haar opvoeding. En het gevolg was, omdat het voedsel slecht bereid werd en onvoldoende tegemoet kwam aan de eisen van het systeem, er onmatig veel suiker werd gegeten. En dat leidde tot een totaal verziekt organisme. Het leven van deze man werd onnodig opgeofferd vanwege slecht koken.

Toen ik de zieke man bezocht, probeerde ik hun zo goed mogelijk uit te leggen, hoe zij moesten handelen, en al gauw trad er langzame verbetering op. Maar hij sprong onverstandig met zijn krachten om, terwijl hij nog tot niets in staat was, at iets verkeerds, en kwam weer op bed te liggen. Deze keer was er geen baat voor hem. Zijn organisme bleek een levende bedorven massa te zijn. Hij stierf als slachtoffer van slecht koken. Hij probeerde suiker de plaats van goed koken te laten innemen, maar het maakte de zaak alleen maar erger.
Ik zit vaak bij broeders en zusters aan tafel, en merk dan dat zij grote hoeveelheden melk en suiker gebruiken. Die verstoppen ons systeem, irriteren de spijsverteringsorganen en tasten de hersenen aan. Alles wat de actieve motoriek van ons levend organisme hindert, tast op directe wijze onze hersenen aan. En uit het licht dat mij is gegeven, weet ik, dat wanneer men veel suiker gebruikt, dit schadelijker is dan vlees. Veranderingen op dit punt dienen voorzichtig te worden doorgevoerd. En het onderwerp dient zó behandeld te worden, dat het geen afkeer en vooroordeel oproept bij degenen die wij willen voorlichten en helpen.
[Zoet brood en crackers – 410, 507, 508]

R. & H., 7 januari 1902
528.
Wij mogen ons niet laten overhalen, om ook maar iets in de mond te nemen dat ongezond is voor ons lichaam, hoe lekker we het ook vinden. Waarom? – Omdat wij Gods eigendom zijn. U hebt een kroon te verwerven, een hemel te winnen, en een hel te ontwijken. Daarom vraag ik u, om Christus’ wil: laat u het licht met heldere en duidelijke stralen op u schijnen, en keert u er zich dan vanaf en zegt: “ik vind dit of dat nu eenmaal lekker”? God roept ieder van u op, om er een begin mee te maken, met God in Zijn grote liefde en zorg samen te werken, om ons geheel naar ziel, lichaam en geest te verheffen, te veredelen en te heiligen, opdat wij Gods medearbeiders kunnen zijn. …
Het is beter om zoetigheid te laten staan. Blijf van die zoete toetjes die op tafel worden gezet af. U hebt ze niet nodig. U hebt helderheid van geest nodig om op Gods wijze te kunnen denken.
[Zie Deel III – Taart, Cake, Gebak, Pudding]
[Snoep niet aan kinderen geven – 346]