22 De ijdele poging om gedeeltelijk te hervormen

(1890) C.T.B.H. 37
259
. Via de eetzucht heerst satan over de geest en over het gehelewezen. Duizenden die hun leven hadden kunnen behouden, zijn in hetgraf gedaald als lichamelijke, geestelijke en zedelijke wrakken, omdat zijal häin krachten spendeerden aan het bevredigen van hun eetzucht. De300 Zaak voor de mensen van deze generatie om hun wilskracht, gesterktoor e genade van God, te hulp te roepen om aan de verleidingen vansatan weerstand te kunnen bieden, en te weigeren om ook maar in hetminst toe te geven aan een ontaarde eetlust, is veel groter dan enkelegeneraties geleden. Maar de huidige generatie heeft minder het vermogenzichzelf te beheersen dan zij die toen leefden.

(1881)4T574
260
. Slechts weinigen hebben het zedelijk uithoudingsvermogenom verleidingen het hoofd te bieden, vooral op het punt van de eetzucht,en zich te oefenen in zelfbeheersing. Voor sommigen is het een te sterkeverleiding. om weerstand aan te bieden, wanneer zij anderen een derdemaaltijd zien eten. Zij beelden zich in dat zij honger hebben, terwijl hungevoel geen roep van de maag om eten is, maar een verlangen van degeest die niet versterkt is met vaste beginselen en is geoefend inzelfbeheersing. De muren van de zelfbeheersing en zelfbeperking mogenop geen enkel moment worden verzwakt of afgebroken. Paulus, deapostel voor de volken, zegt: “Ik tuchtig mijn lichaam en houd het inbedwang, om niet, na anderen gepredikt te hebben, wellicht zelfafgewezen te worden.” (I Kor. 9: 27)

Zij die in kleine dingen geen overwinning behalen, zullen niet dezedelijke kracht hebben om grotere verleidingen te weerstaan.





(1905) M.H. 323
261
. Bekijk zorgvuldig uw dieet. Bestudeer daarbij oorzaak engevolg. Ontwikkel zelfbeheersing. Houdt uw eetlust onder controle vande rede. Mishandel uw maag nooit door te veel te eten, maar onthoudtuzelf niet het heilzame, smakelijke voedsel wat nodig is voor uwgezondheid.





(1900) 6T 336
262.
Sta niet toe, dat u in de omgang met ongelovigen afdwaaltvan de juiste beginselen. Wanneer u bij hen aan tafel zit, eet gematigd, enuitsluitend voedsel waarbij u helder van geest blijft. Vermijdt onmatigheid. U kunt het zich niet veroorloven om uw denkvermogen oflichaamskracht te laten verzwakken, omdat u anders niet in staat zult zijnom geestelijke zaken te onderscheiden. Houdt uw geest in zo°n conditiedat God daarin de kostbare waarheden van Zijn woord kan leggen.