08 Christus' overwinning voor ons

(1876) 4T 44
237.
Tijdens de verzoeking in de woestijn moest Jezus het hoofdbieden aan de voomaamste verzoekingen waarmee de mens” wordtaangevallen. Daar streed Hij in Zijn eentje met de listíge, sluwe vijand enversloeg die. De eerste grote verzoeking was op het punt van de eetlust;de tweede: aanmatiging; de derde: liefde voor de wereld. Satan heeft zijnmiljoenen verslagen door hen te verleiden om hun eetzucht te bevredigen.Door het verwennen van de smaak raakt het zenuwstelsel geprikkeld enwordt de hersenfunctie aangetast, waardoor het onmogelijk wordt omkalm of rustig te denken. De geest is uit balans. Haar hogere, nobelervermogens worden verdraaid om dierlijke begeerte te dienen, en metheilige, eeuwige belangen wordt geen rekening gehouden. Wanneer ditdoel eenmaal is bereikt, kan satan met zijn voornaamste twee andereverleidingen komen en gemakkelijk ingang vinden. Zijn talloze verlei-dingen komen uit deze drie voornaamste punten voort.





(1898) D.A. 122, 123
238
. Van alle lessen die wij kunnen leren uit de eerste groteverzoeking van onze Heer, is geen van groter belang dan die betrekkingheeft op het beheersen van eetzucht en hartstochten. Door alle eeuwenheen zijn verzoekingen die zich richten op onze lichamelijke aard .zeereffectief geweest in het verderven en vernederen van de mensheid. _Via deonmatigheid is satan actief om het denken en het zedelíjk besef, die_Godaan de mens heeft gegeven als een onbetaalbaar geschenk, te vemietigen.Zo wordt het voor mensen onmogelijk om zaken van eeuwigheidswaardete kunnen inschatten. Via sensueel genot probeert satan ieder spoor vangelijkenis aan God uit onze ziel weg te vagen





Die onbeheerste genotzucht en de ziekte en verloedering die bijChristus” eerste advent bestonden, zullen er voorafgaand aan Zijn tweedekomst opnieuw zijn, gepaard gaande met nog meer kwaad. Christusverklaart dat de toestand waarin de wereld verkeert, zal zijn als in dedagen vóór de zondvloed, en zoals in Sodom en Gomorra. Alles wat wijin ons hart aan gedachten vormen, zal voortdurend slecht zijn. Wij levennu precies op de drempel van die bange tijd, en wij zouden de les van hetvasten van onze Heiland ter harte moeten nemen. Alleen via deonuitsprekelijke zielsangst die Christus moest doorstaan, kunnen wij eeninschatting maken van het kwaad van onbeperkte genotzucht. Zijnvoorbeeld laat zien dat onze enige hoop op eeuwig leven is, dat wij onzeeetzucht en hartstochten onderwerpen aan de wil van God.