02 De dagen van noach en onze tijd

[C.T.B.H. 11, 12] (1890) C.H. 23, 24
230.
Jezus gaf, gezeten op de Olijfberg, onderricht aan Zijndiscipelen aangaande de tekenen die aan Zijn komst zouden voorafgaan:“Want zoals het was in de dagen van Noach, zo zal de komst van de Zoondes mensen zijn. Want zoals zij in die dagen vóór de zondvloed waren,etende en drinkende, huwende en ten huwelijk gevende, tot op de dag,waarop Noach in de ark ging, en zij niets bemerkten, eer de zondvloedkwam en hen allen wegnam, zo zal ook de komst van de Zoon desmensen zijn.” (Mattheüs 24:37-39)

Dezelfde zonden die in de dagen vanNoach oordeel over de wereld brachten, bestaan in onze tijd ook. Mannenen vrouwen gaan nu zover in eten en drinken dat het eindigt in gulzigheiden dronkenschap. Deze voomame zonde, het toegeven aan een ontaardeeetlust, deed de hartstochten ontbranden van mensen in de dagen vanNoach, en leidde tot wijdverbreide verdorvenheid. Het geweld en dezonde reikten tot aan de hemel. Deze zedelijke verontreiniging werduiteindelijk van de aarde weggespoeld door de zondvloed. Dezelfdezonden van gulzigheid en dronkenschap verdoofden het zedelijkbewustzijn van de inwoners van Sodom, zodat misdaad een genoegenwas voor de mannen en vrouwen van die verdorven stad. Christuswaarschuwt de wereld aldus: “Op dezelfde wijze als het geschiedde in dedagen van Lot: zij aten, zij dronken, zij kochten, zij verkochten, zijplantten, zij bouwden. Maar op de dag, waarop Lot uit Sodom ging,regende vuur en zwavel van de hemel en verdelgde hen allen. Opdezelfde wijze zal het gaan op de dag, waarop de Zoon des mensengeopenbaard wordt.” (Lucas 17:28-30)





Christus heeft ons hier een belangrijke les nagelaten. Hij hieldons het gevaar voor, eten en drinken tot iets allesoverheersends te maken.Hij toont ons het gevolg van het onbeperkt toegeven aan onze eetzucht.Het zedelijk bewustzijn wordt verzwakt, zodat zonde niet langer zondiglijkt. Misdaad wordt licht opgevat en hartstochten beheersen de ge-dachten, totdat goede beginselen en stimulansen volledig verdwijnen enGod wordt gelasterd. Dit alles is het gevolg van buitensporig eten endrinken. En dit is precies de situatie waarvan Jezus zegt, dat die zalbestaan bij Zijn tweede komst.





De Heiland biedt ons iets hogers om ons bezorgd over te makendan uitsluitend wat wij zullen eten en drinken, en waarmee wij ons zullenkleden. Eten, drinken en kleding worden zo buitensporig gemaakt, dat zijtot overtredingen worden. Zij behoren tot de zonden van het laatste derdagen die met name worden genoemd, en ze vomien een teken van despoedige komst van Christus. Tijd, geld en krachten die aan de Heertoebehoren, maar die Hij aan ons heeft toevertrouwd, worden verspildaan tierelantijntjes aan onze kleding en lekkemijen voor onze ontaardeeetlust, die onze vitaliteit doen afnemen. en lijden en verval met zichmeebrengen. Het is onmogelijk om onze lichamen Gode tot een levendoffer te stellen, wanneer wij ze constant volstoppen met bederf en ziektevanwege onze eigen zondige genotzucht.





[C.T.B.H. 42, 43] (1890) C.H.108-110
231.
Één van de sterkste verleidingen die de mens het hoofd moetbieden, is op het punt van de eetlust. In den beginne heeft de Heer demens goed geschapen. Hij werd geschapen met een volmaakt uitge-balanceerde geest. De omvang en de kracht van zijn organen warenvolledig en harmonieus ontwikkeld. Maar door de verleiding door delistige slang werd het verbod van God genegeerd, en eisten de wetten vande natuur hun hoogste tol op.





Sinds zij zich voor het eerst overgaf aan haar eetzucht, is demensheid meer en meer uit geweest op het bevredigen van het eigen ik,totdat ook haar gezondheid geofferd werd op het altaar van de eetzucht.De bewoners van de wereld van voor de zondvloed waren onmatig in huneten en drinken. Zij aten vlees, hoewel God in die tijd de mens nog geentoestemming had gegeven om dierlijk voedsel te eten. Zij aten en dronkenen de bevrediging van hun ontaarde eetlust kende geen grenzen meer. Zijwerden zo verdorven dat God hen niet langer meer kon verdragen. Debeker van hun ongerechtigheid was vol en Hij reinigde de aarde van haarzedelijke onreinheid door een zondvloed.