09 "Doet het alles ter ere Gods"

(1896) Special Testimonies, Series A, No. 9, p. 58
75.
Onder inspiratie van de Geest van God schrijft de apostel Paulus: “Of gij dus eet of drinkt, of wat ook doet, doet het alles ter ereGods.” (I Kor. 10:31) Zelfs zo°n gewone handeling dient niet ter bevre-diging van een ontaarde eetlust, maar moet met verantwoordelijk-heidsbesef geschieden. Wij dienen voor elk onderdeel van ons menszijnte zorgen. Wij moeten en/oor waken, dat hetgeen in onze maagterechtkomt geen hoge en heilige gedachten uit onze geest zal verdrijven.“Mag ik niet met mezelf omgaan zoals ik wil”, vragen sommigen? Alsofwij erop uit zouden zijn hen van een groot goed te beroven, wanneer wijhun de noodzaak voorhouden om verstandig te eten en al hun gewoonteste onderwerpen aan de wetten die God heeft ingesteld.





leder van ons heeft bepaalde individuele rechten. Wij hebben on-ze eigen persoonlijkheid en identiteit. Niemand kan zijn identiteit in dievan een ander laten opgaan. Ieder moet handelen zoals hun eigen gewetenhun dat ingeeft. Ten aanzien van onze verantwoordelijkheid en invloedzijn wij verantwoording schuldig tegenover God die ons het levengegeven heeft. Ons leven hebben we niet van mensen, maar van God alleen ontvangen. Wij zijn van Hem, omdat Hij ons geschapen heeft enomdat Hij ons verlost heeft. Zelfs ons eigen lichaam is niet van onszelf,zodat wij daarmee maar kunnen doen wat we willen. Wij mogen het nietverminken door gewoontes waardoor het in verval raakt en waardoor hetonmogelijk wordt God volmaakt te dienen. Ons leven en al onzecapaciteiten behoren Hem toe. Hij zorgt op ieder moment voor ons. Hijhoudt ons levend organisme in beweging; als we dat zelf 'ook' maar vlooréén ogenblik zouden moeten doen, zouden we sterven. Wij zijn absoluut afhankelijk van God.





Wij hebben een voomame les geleerd wanneer wij oinzeverhouding tot God en Zijn verhouding tot ons begrijpen. De woor en.“gij zijt niet van uzelf, maar gij zijt duur gekocht” (Vgl. I Kor. 6:19-20),dienen in ons geheugen te zijn gegrift, zodat wij steeds het recht dat Godheeft op onze talenten, ons bezit, onze invloed en op ons persoonlijk,zullen erkennen. Wij moeten met dit geschenk van God leren omgåan,naar verstand, ziel en lichaam, zodat wij als Christus eigendom emgezond en heilzaam kunnen dienen.





(1868) ZT 60
76
. Het licht van de gezondheidshervorming heeft uw padbeschenen en u bent bekend met de plicht die op Gods volk in dezeeindtijd rust, om in alles gematigd .te zijn.. Ik heb gezien, dat _u ltotdiegenen behoorde, die achterbleven in het zien naar dat licht en in etverbeteren van uw manier van eten, drinken en werken. Als het licht derwaarheid wordt ontvangen en nagevolgd, dan zal dit een volledigehervorming bewerken in het leven en in het karakter van iedereen diedaardoor geheiligd wordt.